22 en
Behandelde ik in twee eerdere stukjes ( 2 , 1 ) de debatbijdrage van de heer Van Dijck (PVV) in de eerste termijn, nu ga ik in op zijn interruptie van de heer Harbers (VVD). Ik citeer weer uit de video. We zijn bij 1h13m06s:
“Ja voorzitter, ik ben blij dat de heer Harbers
ook een beetje wakker wordt, waar we ons in begeven hebben met die ECB, nu
blijkt hoe gunstig die euro is.
Maar mijn vraag gaat over iets anders:
vindt u niet dat de banken ons stelselmatig voor de gek hebben gehouden,
als het gaat om de financierings-gap, waar ze het altijd over
hebben? Ze zeggen altijd van ja, als wij een hypotheek verstrekken, dan
moeten we dat geld ophalen op de externe markt, want wij hebben namelijk
een funding gap, we hebben niet zo veel spaargeld om al die
hypotheken, om al die kredieten te kunnen financieren, dus we moeten dat
ophalen, op de externe markt, en dus betalen we daar wat meer rente voor
en dus u, consument, bent slechter af dan de consument in Duitsland.
Vindt u dat een goeie redenering, of is dat pure
voor-de-gek-houderij?”
Mijn antwoorden (ook al ben ik niet de heer Harbers aan wie de vraag gesteld werd):
Hoewel geldcreatie (hier niet door Van Dijck benoemd, maar ik proef de hint wel in zijn woorden) echt bestaat, moeten banken leningen inderdaad wel financieren, funding is nodig, want debet=credit. Tegenover leningen aan debetzijde moet ook rechts op de balans iets staan, spaargeld, saldi op betaalrekeningen, leningen van de centrale bank, aandelenkapitaal, wat dan ook, maar in elk geval iets. En ja, die financieringsvormen moeten dan wel te vinden zijn en ze hebben elk hun prijs. Soms een lage prijs, maar wel een prijs.
Onderbouwing van hoe geldschepping en funding beide kloppend in dezelfde boekhoudkundige plaatjes kunnen voorkomen: mijn artikel 26, waarin ik een spaarbankboekjesvoorbeeld à la wat ik me herinner uit mijn jeugd (1960er jaren) vergeleek met de realiteit van giraal sparen (vanaf ca. 1970), wat ook de realiteit van een hypermoderne internetbank is. Mijn conclusie: in essentie is er niets veranderd. De verschillen zitten bij de technische realisatie van hetzelfde idee.
Niet zo vreemd, want een karrewiel van de Soemeriërs of Romeinen is ook niet wezenlijk anders dan een high-tech racefietswiel van nu: rond en met spaken. Geniale uitvindingen, zoals ook geld er een is, worden alleen nog op detailpunten verbeterd, de kern blijft, en gaat honderden of duizenden jaren mee.
Geldschepping en de financiering van leningen zijn door banken niet geheim gehouden, ze hebben ons niet voor de gek gehouden. Het stond in elk geval in 1961 (55 jaar geleden) allemaal al uitgebreid beschreven in MMM. Verder kun je het met boekhouden (ruim 500 jaar oud) zelf allemaal narekenen.
1h13m06s: de heer Harbers (VVD) zei in grote lijnen hetzelfde als wat ik net in mijn eerste punt aanvoerde. Ik sluit me dus bij zijn woorden aan. Sowieso zei hij (althans in de eerste termijn, alleen die heb ik tot nu toe beluisterd) vrijwel alleen verstandige dingen, zoals ik gisteren al meldde.
Ik citeer weer de heer Van Dijck, nu vanaf 1h14m39s:
“Maar voorzitter, de eye-opener namelijk is, en dat is dankzij het Burgerinitiatief, is dat die banken helemaal geen externe financiering nodig hebben! Een klein buffertje. Maar als u twee ton leent bij de bank, dan wordt het gewoon in de boeken geschreven, zo wordt gewoon, dat krediet wordt gecreëerd op papier, en een buffertje van vier procent, oké, dat moeten ze dan wel ophalen, gratis, bij het loket van de ECB, maar voor de rest hebben ze gratis geld, en ze rekenen u een risicomarge, een winstmarge, een kapitaalmarge, en u betaalt 4,5 procent, terwijl zij het gratis, virtueel in de boeken schrijven, en gevonden geld incasseren.”
Dit getuigt toch wel van een schrijnend gebrek aan materiekennis en -inzicht. Iemand die er zichtbaar zo weinig van snapt, zou toch eigenlijk niet het woord moeten voeren in een debat over het geldstelsel in een hoogstaand democratisch orgaan als de Tweede Kamer. Maar ja, dat is democratie, er hebben mensen op hem gestemd.
Volgens die andere pijler van de democratie, de uitingsvrijheid, ga ik zijn woorden in delen weerleggen, ofwel zoals sommige mensen dat noemen: fileren. Straks.
Eerst nog een ander interessant punt: de heer Harbers ging in zijn antwoord (in de video vanaf 1h15m20s, tot 1h16m08s) eigenlijk helemaal niet in op de zorgen en vragen van de heer Van Dijck! Hij begon over iets anders.
Ik kan daar twee verklaringen voor bedenken. Misschien begrijpt de heer Harbers heel goed wat de heer Van Dijck bedoelt, namelijk dat volgens die laatste de banken zich illegaal verrijken met geldschepping. Maar Harbers denkt: ‘Van Dijck moet zelf maar zijn huiswerk doen, dat is niet mijn taak in de Kamer’. Als dat het is: een terechte houding. Elke fractie moet in principe zijn eigen boontjes doppen. Maar bij een interruptie heeft de vragensteller ook recht op een echt antwoord.
Een andere mogelijke oorzaak is, dat Harbers de materie juist zó goed begrijpt, dat hij zo goed in het onderwerp zit (dat is wel de indruk die ik krijg uit zijn woorden), dat hij moeite heeft zich te verplaatsen in de gedachtengang van wie geldschepping niet begrijpt, of erger: verkeerd begrijpt, en die die daardoor zorgelijk vindt en onrechtvaardig.
Ik merkte dat verschijnsel eerder op bij een debat in de Balie, waar ik niet over geschreven heb, maar wel notities bij gemaakt. Op Facebook schoot ik alleen wat losse flodders. Ook de Kamerleden Merkies (SP) en Koolmees (D66) namen trouwens aan dat debat deel.
Bijvoorbeeld uit wat een man vanaf 42m03s in de tweede video zegt (dit was de eerste video), klinken duidelijk het onbegrip van en de zorgen over geldschepping bij het publiek op. Citaat:
“Nou, ik heb begrepen dat de bank als geeft mij 100 euro, je hebt mij gegeven 3. [...]”
Presentator Yoeri Albrecht snapt hem niet. Ik wel, hij heeft het natuurlijk over het multiplicatoreffect, over dat banken meer kunnen uitlenen dan ze zelf als reserve in kas hebben. Of over het feit dat het meeste geld tegenwoordig giraal geld is en niet meer uit tastbare munten en bankbiljetten bestaat.
Maar niemand van de aanwezigen legt hem uit waarom dat helemaal niet erg is. En dat het niet zo werkt als hij denkt.
Nog een stukje citaat van de vragensteller (42m22s):
“Als ga ik bij de bank zeggen, ik wil 100 euro, wat geeft mij de bank? In werkelijkheid: niks! Omdat hij heeft al het geld zelf gecreëerd! En de drie procent, ik weet het niet, hij deponeert het bij die centrale bank. Is het van hem, of is het is van de centrale bank? Als het is van hem, ik krijg nul! Dus alle contracten wat zijn dus gedaan in Nederland voor schulden zijn ongeldig, wettelijk.”
Het is allemaal onzin wat die man zegt, hij snapt er echt niks van – ook los van dat hij duidelijk niet zijn moedertaal spreekt (ik meen een Portugees accent te bespeuren, zou dat kunnen?). Maar hij doet zijn best en ik begrijp hem. Zijn onbegrip is authentiek, ik ben ervan overtuigd dat hij oprecht is, en eerlijk meent dat het in elkaar zit zoals hij schildert. Hoog tijd dus dat de ruim in de zaal vertegenwoordigde deskundigen het gaan uitleggen, de misverstanden en zorgen wegnemen. Want die zorgen zijn onterecht.
Maar wat doen ze? Boudewijn de Bruin, die zichzelf aan het begin van de eerste video “financieel ethicus” en “leek” noemde, dringt terecht aan op een antwoord van de anderen. Dirk Bezemer (43m21s) maakt een niet ter zake doende opmerking. Martijn Jeroen van der Linden begint over heel iets anders, wat niets met de vragen te maken heeft.
Vanaf 40m20s stelt een mevrouw vragen waaruit blijkt dat zij er ook niks van snapt:
“De reële economie die is maar zó klein, en de schuldenberg, die past hier niet in de ruimte.”
Op 45m49s gaat Aerdt Houben van De Nederlandsche Bank haar dan toch antwoord geven. Wel een goed antwoord. Maar het verduidelijkt ook weer niet waarom geldschepping door kredietverlening normaal, eerlijk en onvermijdelijk is, en helemaal geen probleem.
Wel een lichtpuntje: Teunis Brosens van de ING, in de eerste video op ca. 22m00s: “Een nieuwe lening, een nieuw krediet creëert eigenlijk als bijproduct nieuw geld, ergens in het bankwezen.”. Juist, zo is het. Dat zeg ik ook steeds.
En dit is waar mijn nadeel een voordeel wordt: ik kom zelf van niks. Ik heb op school het hele vak economie nooit gehad. Mijn pakket was Nederlands, Engels, Duits, wiskunde I, wiskunde II, natuurkunde en scheikunde. Daarna studeerde ik elektrotechniek, maar ik kwam te werken in de ICT – die we toen nog automatisering noemden. Nog eind 1984, met al zowat 4 jaar ervaring als systeemanalist, moest ik altijd bij een ervarener collega te rade zodra er in de software waar we aan bezig waren een journaalpost in beeld kwam. Ik wist niet wat dat was, ik begreep niet hoe dat werkte. Grootboekrekeningen, ook terra incognita.
Dat gemis heb ik later goedgemaakt wat nog weer veel later resulteerde in mijn nog elke dag veel gelezen webpagina over debet en credit.
Daarom, omdat ik oorspronkelijk niks wist en niks begreep, kan ik me nog steeds inleven in de zorgen en misverstanden die in brede delen van de bevolking leven. Daardoor kan ik het uitleggen. Alleen, naar mij luistert niemand. 16e pagina bij Google of zoiets.
Maar goed, ik zou dus een stukje Kamerdebatinterruptie van afgevaardigde Van Dijck gaan fileren, had ik beloofd. TL;DR, too long, didn’t read. Dit stukje is al weer dik over de 1500 woorden. Het fileren komt dus in een volgende aflevering.
Copyright © 2016 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden.