30 en
Af en toe kijk ik eens of @frontaalnaakt
alias Peter Breedveld
nog wel eens iets schrijft. Zo kwam ik bij
Maggieniesegge van vandaag, 30 januari, en van
daaruit volgde ik de link naar
Immigratie en islam, dát zijn de thema’s, door
Rosanne Hertzberger,
in de NRC van drie dagen eerder.
Later ga ik in een apart stukje reageren op hoe Peter Breedveld op Rosanne Hertzberger reageert. Verkeerd, vind ik. Daarom ga ik het zelf proberen beter te doen.
Ik was ook al weer lekker irritant aan het twitteren, maar voor de zoveelste keer realiseer ik me dat ik me aan de ketenen van die stomme 140 tekens moet ontworstelen en in nette zinnen en alinea’s schrijven. Dat is ook veel meer mijn ding en dat kan ik.
Eerst kort over oriëntaalse muziekinstrumenten en derzelven namen en schrijfwijzen. De lettertjesnerd, de romanticus en de muziekliefhebber in mij vinden dat gedrieënlijk erg boeiend, maar u mag het natuurlijk gerust overslaan. Het gaat straks trouwens ook over woordafstamming ofwel etymologie. Maar ja, u bent dus al weg dus dat ziet u niet.
Rosanne windt zich op over het “nieuwe volkslied [...] geschreven door vertrekkend Dichter des Vaderlands Anne Vegter [...]”. Ik ken het niet en ik heb er geen mening over. Mevrouw Hertzberger schrijft even verderop:
“Zondag wordt het [...] uitgevoerd door een Syriër, die geen Nederlands spreekt en begeleid wordt door inheemse Syrische instrumenten: de Syrische Oet en de Syrische Sas.”
Ik negeer vooreerst de inhoud en val over de spelling. Zo ben ik. Ik zei al, u hoeft het niet te lezen. Met die “Oet” bedoelt ze vermoedelijk een Oed, Oud, Ud, of hoe je ook maar schrijven wilt. Maar in elk geval met een d, daar hecht ik aan want het woord komt uit het Arabisch en in die taal is een d aan het eind niet vanzelf een t zoals wel bij ons.
In het Arabisch zit er nog een klank voor, tevens foneem en letter, en met ook nog het bepaald lidwoord erbij heeft dat uiteindelijk aanleiding gegeven tot ons Nederlandse woord ‘luit’. Met een t, ja, dat toch weer wel. Dat zal wel door de vreemde omzwervingen komen die zulke woorden vaak maken voor ze te bestemder plaatse arriveren. Het lijken wel asielzoekers.
Die t is de schuld van de Oudfransen en Oudprovençalen, blijkt hier uit een citaat van het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands door M. Philippa en anderen:
“Ontleend aan Oudfrans lut, leüt ‘luit’ [...] misschien via Oudprovençaals lautz [...] Oudspaans alaúd [...] aan Arabisch al-ʿūd ‘de luit, de oed’, letterlijk ‘het hout’, waarbij de -l van het Arabische lidwoord in de ontlenende talen als deel van het zn. werd opgevat.”
Dat gaat dus over ca. 1350 en daarvoor. Er staat ook bij dat het woord en het instrument veel later wederom tot ons zijn gekomen:
“De luit is van oorsprong een Arabisch snaarinstrument dat in de middeleeuwen in de Provence en later in heel Europa in een aangepaste vorm (o.a. door toevoeging van fretten) een grote populariteit genoot. Hetzelfde Arabische instrument (Arabisch ʿūd) heeft in Europa sinds het eind van de 20e eeuw opnieuw bekendheid gekregen, o.a. als Nederlands oed ‘Arabische luit’.”
Oed, met een d dus. En met een kleine letter, lijkt mij, net als een gitaar, viool en fluit.
Ik viel dus over het stukje waarin sprake was van “ [...] inheemse Syrische instrumenten: de Syrische Oet en de Syrische Sas.”
Van die “Sas” raad ik dat er wel een saz mee bedoeld zal zijn. Dat is niet zozeer specifiek een Syrisch instrument (net zo min als de oud trouwens), maar eerder Turks, dacht ik. Ik weet ook niet alles, en zeker niet zeker, dus ik zoek het op. Zouden meer mensen moeten doen. De Wikipedia weet bijna alles. In de Engelse versie (die meestal het uitgebreidst en informatiefst is) verwijst het lemma Saz door naar dat van de Turkse bağlama. De naamvariant ‘saz’ blijkt Perzisch (Farsi).
In het Perzisch betekent saz, ساز, eigenlijk gewoon instrument, ofwel het gemaakte, het vervaardigde. Van een werkwoord sâxtan, ساختن .
Het zou mij zomaar eens niks verbazen als die woorden verwant zijn met ons gereedschap ‘zaag’ en het werkwoord ‘zagen’. Farsi is net als Nederlands een Indo-Europese taal, dus het kan. Ik vind er geen bevestiging van en ik weet veel te weinig van Perzische talen af om te kunnen zien of de correspondenties kloppen.
De Griekse bouzouki (of buzuki of boezoekie, wat jij wil) is trouwens ook een soort saz. Ik wist al heel lang, geen tien jaar maar tientallen jaren, denk ik, dat de naam van het Griekse instrument niet Grieks is maar Turks, en dat het in die taal zoiets als 'kapotte saz' betekent.
Maar pas vandaag – en het heeft dus helemaal 30 januari 2017 moeten worden voor ik daarachter kwam! – ontdek ik dat dat niet waar is! Ik heb namelijk al die tijd het Engelse woord broken verkeerd opgevat. Niet kapot, beschadigd, wrakkig, maar letterlijk gebroken, of beter: onderbroken!
Kijk maar. Weer uit de Engelse Wikipedia, trefwoord Bouzouki:
“The name "bouzouki" comes from the Turkish word "bozuk," meaning "broken" or "modified", [2] and comes from a particular re-entrant tuning called "bozuk düzen", which was commonly used on its Turkish counterpart, the "saz-bozuk".”
Die onderbroken stemming, die re-entrant tuning wil dan zeggen dat de snaren van laag naar hoog lopen, maar onderweg weer terugspringen naar laag. Zoals bij een ukelele (of ukulele), waar inderdaad de snaar die het dichtst bij het hoofd van de speler zit, niet de laagste is zoals wel bij een gitaar of viool. Het duurde vorige zomer even voor ik het doorhad.
Dank, mevrouw Hertzberger, dat u mij deze ware betekenis van het woord bouzouki tijdig hebt laten ontdekken – geheel onbedoeld ongetwijfeld. Het leven is soms een feest. Echt, ik meen het.
(Inmiddels is het 31 januari 2017.)
Die gebroken stemming vind ik trouwens bij de beschrijving van de bağlama niet terug. Maar het voert te ver dat allemaal precies te gaan uitzoeken. Ofwel daar heb ik geen zin meer in. Whatever.
Maar nu ter zake. Welkom, doorgesprongen lezers. U hebt niks gemist.
Rosanne Hertzberger stelt in voornoemd stuk o.a. veel vragen die vermoedelijk retorisch bedoeld zijn. Ik ga ze desondanks proberen te beantwoorden. Eerst een niet-vraag.
“Je ziet de debatten voor je. Het enige wat de kijker zich afvraagt is: wat gaan jullie dan doen? Wat stel je voor? En dan blijft het stil.”
Dat neem ik ook waar. Veel mensen, politici incluis, denken in problemen, niet in oplossingen. Neemt niet weg dat je pas goed oplossingen kunt formuleren als je eerst de problemen goed geanalyseerd hebt. En vaak (is althans mijn ervaring vanuit de ITC) is de oplossing snel duidelijk als eenmaal het probleem goed onderkend is. Ik heb me voorgenomen voor 15 maart een groot aantal verkiezingsprogramma’s echt te gaan lezen, om te zien of er goede probleemanalyses zijn én oplossingen.
“De grote vraag voor deze verkiezingen is of er een fatsoenlijk debat te voeren valt over immigratie, zonder dat mensen worden uitgemaakt voor racist. Mag je het hebben over overlast van asielzoekers?”
Ja, dat mag. Van mij mag het. Alleen kleeft er een groot en onvermijdelijk gevaar aan en is er dus bezwaar tegen: mensen denken categoriserend. Dus als je het hebt over “overlast van asielzoekers” wekt dat bij sommigen, in feite bij iedereen omdat mensen zo in elkaar zitten, in één adem het idee op dat alle asielzoekers overlast veroorzaken en dat je door het toelaten van asielzoekers alleen maar overlast binnenhaalt.
In werkelijkheid zijn er een paar gevallen van overlast geweest. Een paar of een heleboel. Stel nou eens (zomaar een getal) dat 10 procent van de asielzoekers voortdurend problemen maakt. Het lijkt mij erg overdreven, maar stel. Dan nog veroorzaken 90% van de asielzoekers nooit problemen. Het is oneerlijk en onrechtvaardig om ook die 90% die problemen te verwijten.
Het is een simpele rekensom, maar helaas zijn mensen van nature gewoon niet in staat om zulke dingen zuiver te zien. Alle mensen. Mensen denken categoriserend. Dat moet ook, want anders konden ze niet overleven. In de moderne informatiemaatschappij komt er van alle kanten een vloed aan getetter en gefliebel op iedereen af. Om daar orde in te brengen, moet je categoriseren.
Vroeger, bij de jagers-verzamelaars, was het ook zo: hoe vind je de weg in het bos, welke wilde dieren zijn er, hoe gevaarlijk zijn ze, welke kun je vangen en hoe dan, waar zijn ze wanneer, welke bessen en wortels kun je eten en welke zijn giftig, waar groeien ze wanneer, welke naburige stammen zijn waar en hoe zijn die ons gezind, hoe ga je met partnerkeuze om, kinderen, is de bliksem gevaarlijk en waar komt die vandaan en welke rol spelen donder, sterren en maan daarin, ziekte, ouderdom, dood, voorouders, enz. enz.
Om gek van te worden zo veel informatie en hoofdbrekens, je moet wel gaan categoriseren om daar in orde in te scheppen.
Categoriseren is dus een kwestie van overleven, maar het brengt ook het gevaar met zich dat het tot generalisatie, stigmatisatie, discriminatie en racisme leidt. Als ik me goed herinner leerde ik dat op school, rond 1972 of zo, en iedereen vond het toen voor de hand liggend en vanzelfsprekend. Het lijkt wel of nu, 45 jaar later, niemand dat meer weet of snapt. Rosanne Hertzberger gelukkig wel, want even verderop schreef ze:
“Het niet over herkomst maar over gedrag te hebben. Niet iedereen over één kam te scheren, of mensen een ‘plaag’ noemen, maar je wel duidelijk uitspreken.”
Daar ben ik het mee eens. Maar ik ga verder: je mag het óók over herkomst hebben, als er maar steeds die waakzaamheid is tegen de vertekeningen die voortkomen uit de diepgewortelde menselijke denkwijzen. Die denkwijzen krijg je nooit weg, omdat ze biologisch zijn en erfelijk in ons zitten, in ons allemaal, niet alleen in racisten en PVV’ers.
Het is díé waakzaamheid die spottend politieke correctheid wordt genoemd, wegkijken van problemen, het niet mogen benoemen van wat er mis is. Ik ben vóór benoemen, tegen wegkijken, maar voor de voortdurende waakzaamheid tegen onrechtvaardig generaliseren.
O ja, dat met die plaag slaat natuurlijk op die rel met de Telegraaf. Daar twitterde ik toen wat over, maar dat was tegen het zere been van de nuanceloze linkse elite en het kwam me op de zoveelste block te staan.
“In 2016 kwam eenderde van de asielaanvragen uit veilige landen als Algerije, Marokko en Tunesië. Er zijn asielzoekers in Weert en Ter Apel die inbraken en diefstallen plegen, die misbruik maken van de asielprocedures en nauwelijks uit te zetten zijn. [...] ”
Die een derde heb ik op Twitter nagevraagd bij Flip van Dyke, want die weet dat soort dingen. Hij antwoordde dat het er in december 2016 43% waren. Best veel, vind ik. Te veel.
Lijkt me inderdaad een redelijke veronderstelling dat de meeste mensen in genoemde landen veilig kunnen leven en dat de meeste asielzoekers uit die landen dus geen recht op asiel hebben. Sommige misschien om bijzondere redenen wel. Dat er asielzoekers zijn die misdrijven plegen, wil ik best geloven. Maar die komen niet vanzelf allemaal uit die veilige landen. En niet iedereen die overlast veroorzaakt pleegt ook een misdrijf. Ook als wel veel overlastgevende of criminele asielzoekers uit Algerije, Marokko of Tunesië komen, wil dat niet zeggen dat alle of zelfs maar veel asielzoekers uit die landen overlast veroorzaken of crimineel zijn. Ook maakt niet iedereen uit die landen misbruik van de asielprocedures, omdat sommigen een bijzondere reden kunnen hebben. Misschien zijn ze homo, Jood, jood, christen, boeddhist of transgender.
Dat sommige mensen die geen recht hebben op asiel, moeilijk terug te sturen zijn, kan diverse redenen en oorzaken hebben. Het land van herkomst werkt niet mee, of werkt wel mee als ze maar papieren hebben, maar die hebben ze niet allemaal, omdat ze die misschien nooit hebben gehad, ze kwijtgeraakt zijn, ze weggegooid hebben, omdat de identiteitspapieren gestolen zijn of afgepakt door mensensmokkelaars, of omdat ze vals zijn, of ongeldig, of omdat die mensen eigenlijk uit een ander land komen dan ze beweren te komen.
Het kan allemaal voorkomen, het moet allemaal uitgezocht worden en dat is veel werk. De zin zoals Rosanne Hertzberger die formuleerde suggereert dat al het bovenstaande collectief met al die mensen aan de hand is. Dat valt niet haar te verwijten, maar de lezer. Want het komt, zoals ik al uitlegde, door hoe het denk- en beoordelingsvermogen van mensen in elkaar zit. Alles is psychologie. Daarom moeten we voortdurend waken tegen die foute manier van denken. Zij, ik, u, wij allemaal, en steeds opnieuw. Want we maken allemaal, onvermijdelijk die denkfouten weer.
Nogmaals dat citaat, met één vraag meer.
“In 2016 kwam eenderde van de asielaanvragen uit veilige landen als Algerije, Marokko en Tunesië. Er zijn asielzoekers in Weert en Ter Apel die inbraken en diefstallen plegen, die misbruik maken van de asielprocedures en nauwelijks uit te zetten zijn. Mag je zeggen dat je van die types af wil?”
Welke types precies? Zie boven.
“Nog een vraag: mag je het over islamisering hebben?”
Van mij mag iedereen het erover hebben, ik dus ook, maar ik neem die islamisering niet waar. In de tamelijk witte wijk waar ik woon (of beter zwart-wit, er wonen zo te zien ook wel wat Surinamers), evenals in de vorige waar ik woonde, zie ik ook wel eens wat behoofddoekte dames op straat lopen. Maar ik heb geen last van ze. Ik zie ze doen wat ik ook doe (of deed, in een eerdere levensfase): ze lopen op straat, ze praten met hun kinderen (opvallend vaak in het Nederlands, trouwens), ze praten met elkaar, ze gaan naar de supermarkt, kopen daar iets en gaan weer naar huis. Net als ik. Sommigen zitten aan de kassa.
Wat is het probleem? Nog nooit in mijn leven heb ik enige druk gevoeld om moslim te worden, of christen for that matter. Ik ben al heel lang atheïst en voel me in Nederland vrij om dat te zijn.
“Over het feit dat op de UvA een IS-apologeet met nogal twijfelachtige onderzoeksmethodes de situatie in het kalifaat bagatelliseert?”
Ik ken die casus niet, ik weet niet wat er precies gebeurd is. Dus heb ik er ook geen oordeel over. Wel heb ik de ervaring opgedaan dat als je een voorval gedetailleerder gaat bekijken, de zaak meestal veel genuanceerder ligt dan velen het doen voorkomen.
“Mag je de ronduit zorgwekkende ideeën over homo’s, Joden en vrouwen in de Turkse gemeenschap een probleem noemen?”
Zeker mag dat, want we hebben in Nederland gelukkig uitingsvrijheid. Wel met de kanttekening dat de verlichte opvattingen ook onder autochtone Nederlanders waarschijnlijk minder algemeen gedeeld worden dan allochtonencritici het willen doen voorkomen. Nog maar enkele decennia geleden was de heer des huizes wettelijk gezinshoofd en de vrouw officieel handelingsonbekwaam. Zonder de handtekening van haar echtgenoot kon en mocht ze niks.
Ook nog maar enkele decennia terug moesten bekende artiesten, ik noem een Johnny Jordaan, Wim Sonneveld, André van Duin en George Michael een geheim van hun geaardheid maken, of ze voelden zich daar kennelijk prettiger of veiliger bij. Om over niet-beroemde mensen maar te zwijgen.
In het van oudsher katholieke (maar wel ooit door roversbenden te paard bevolkte) Hongarije, dat nooit islamitisch is geweest, werd het vroeger kennelijk ook fatsoenlijker geacht als vrouwen hun haren bedekten. Kijk maar. Dansen vonden ze dan gelukkig weer niet te zondig. In de tijd van mijn grootouders in Nederland wel. O wacht, verkeerde filmpje, in dit zijn sommige meisjes niet meer zuiver in de leer, die hebben hun hoofddoekje al afgedaan en tonen hun vlechten. Schande! Dit dan. Of dit.
De veelgeroemde vrijheid van meningsuiting lijkt anno 2017 in Nederlands zo te worden opgevat dat iedereen vrij is om meningen te hebben, als het maar wel ‘onze’ meningen zijn. Iedereen moet eerst ‘onze’ waarden delen, en van daaruit is er zogenaamd een absolute uitingsvrijheid. Want ‘anders rot je maar op’.
Ik zeg: alle meningen mogen, ook die waar ik het niet mee eens ben, zelfs die die ik afschuwelijk vind. De grenzen aan de uitingsvrijheid zijn niet mijn waarden, niet ‘de waarden van Nederland’, maar de wet, op een manier die strookt met het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens, van de Raad van Europa die niks met de Europese Raad en dus ook niet met de EU te maken heeft.
Ik schreef daar al eerder over: Er mag heel veel, Uitingsvrijheid absoluut?, De al dan niet zinvolle petitie van Henk Bres, Niet absoluut; niet hetzelfde, Gedwongen vrijheid. Google kent er nog meer.
Wat ik ook zo raar vind: je hoort er nu niks meer over, maar een paar jaar terug was het de waan van de dag: de vrijheid van godsdienst, religie, levensovertuiging, die zou niet voor de islam gelden, want, stelde men, de islam is geen religie maar een politieke ideologie.
Ik zeg dan: maar een politiek ideologie mag je in een fatsoenlijke democratie toch ook in vrijheid aanhangen? Wat maakt het dan uit wat de islam precies voor iets is? Hoezo is dat een argument, al zou het waar zijn?
“Mag je de honderden slachtoffers van terrorisme noemen? En zo ja, mag je dat dan moslimterrorisme noemen?”
Ja, dat mag en dat moet. Moslimterrorisme, terrorisme door moslims, terrorisme geïnspireerd door strenge opvattingen van de islam. Ik noem het dat allemaal.
Wel met de aantekening dat de meeste slachtoffers óók moslims zijn. De opgeblazen markten in Turkije, Iraq en Afghanistan komen hier nauwelijks meer in de krant. Sjiieten en soennieten lijken wel meer de pest aan elkaar te hebben dan ze óóit aan ons zullen hebben. Of generaliseer ik nu?
Mag ik in het kader van het benoemen en niet wegkijken even heel cru zijn en erop wijzen dat in het verkeer, alleen al in Nederland, elke dag opnieuw meerdere doden vallen en vele gewonden, om van de zelfmoorden maar te zwijgen? Dat is voor de betrokkenen ook verschrikkelijk, net als bij terreurslachtoffers. Maar er wordt nooit aandacht aan besteed en er zijn weinig stille tochten en protestmarsen tegen.
Donald Trump sluit de Amerikaanse grenzen voor moslims uit landen waar de daders van de moslimterreuraanslagen niet vandaan kwamen, want dan wordt het zogenaamd veiliger. Uit de verkeersonveiligheid trekken wij niet de conclusie dat al het vrachtwagen- en personenautoverkeer rigoureus stilgelegd moet worden omdat er te veel slachtoffers vallen. Toen op het stationsplein in Keulen veel vrouwen werden lastiggevallen – maar dat is lastig te bewijzen, waardoor er erg weinig daders veroordeeld zijn, maar dat wil niet zeggen dat het in die andere gevallen niet gebeurd is – dacht journalist Wierd Duk dat het een politieke aardverschuiving zou veroorzaken. Want als er misschien asielzoekers bij betrokken waren, moet je dus nul asielzoekers meer toelaten, ook geen mensen wier huis kapotgebombardeerd is in een oorlog.
Logisch toch? Denk even na.
Ik citeer weer mevrouw Hertzberger:
“Je moet zelf die onderwerpen hoog op de agenda zetten want het staat hoog op de agenda van de kiezers.”
Vooral omdat de meeste mensen zelf niet nadenken maar liever elkaar allemaal napraten en de waan van het decennium volgen. Met het overgrote deel van de immigranten en moslims is helemaal niks mis, maar iedereen denkt van wel omdat iedereen zegt dat iedereen zegt dat het zo is en dus komt het op tv en daarom is het zo.
Ook dat is nou eenmaal hoe mensen van nature in elkaar zitten.
“Wie het niet over de problemen met immigratie en islamisering heeft, is medeplichtig aan de opkomst van een levensgevaarlijke populistische partij.”
Ik heb het niet over islamisering omdat die volgens mij (althans in Nederland en Europa en Amerika) niet plaatsvindt. Dan maar medeplichtig. Ik zeg gewoon wat ik vind.
“ [...] is medeplichtig aan de opkomst van een levensgevaarlijke populistische partij.”
Ik maak hieruit op dat Rosanne Hertzberger net als ik tegen de PVV is (laten we het gewoon benoemen en niet wegkijken) en dat ze hoopt dat die partij niet aan de macht komt. Daar ben ik blij om.
Copyright © 2017 van R. Harmsen, alle rechten voorbehouden.