Goed antwoord, maar niet op mijn vraag

Inleiding

Op 18 augustus jl. zond ik maar weer eens een e-mail aan de Kamerfracties. Je weet het nooit, misschien gaan ze ze ooit toch eens lezen en proberen te begrijpen wat ik bedoel.

Minder dan een dag later kwam er antwoord van het CDA, via de inmiddels welbekende ‘CDA Publieksvoorlichting algemeen CDA Tweede Kamerfractie’. Toch was ik niet blij. Uit het antwoord bleek namelijk dat ik weer helemaal niet begrepen ben. Het antwoord op zich was goed, maar totaal niet relevant gezien wat ik aan de orde wilde stellen.

Natuurlijk is het mogelijk dat dat geheel of ten dele mijn eigen schuld is. Misschien was ik onduidelijk. Hoewel, begin dit jaar vroeg het CDA me al om duidelijk en concreet te zijn. Die duidelijkheid gaf ik toen, maar op die vragen kwam nooit antwoord.

Ook heb ik veel van het onderstaande al eerder uitgelegd, o.a. in augustus 2007 en september 2007. Kennelijk niet gelezen of niet begrepen.

Maar goed, ik ga het weer geduldig proberen te verduidelijken. Ik publiceer de e-mail van het CDA net als eerder integraal, zodat eenieder zich er desgewenst van kan overtuigen dat ik geen dingen verdraaid voorstel door uit te context te citeren. In mijn reactie hieronder, en in de afzonderlijke uitwerkingspagina's citeer ik dan korte stukjes waar ik op in ga, met ter controle een hyperlink naar de passage in de integrale weergave.

Mijn reactie op de e-mail van het CDA

  1. Het gaat mij niet primair om de Deventer moordzaak, maar om de rechtsstaat. Ik beschouw de kwestie niet zozeer juridisch, als wel staatsrechtelijk. Hier de uitwerking.

  2. Het CDA onderwijst mij over de trias politica, maar dat is en was juist ook al mijn uitgangspunt. Meer hier.

  3. Schrijfproeven en de rest van het OO zijn helemaal niet onderworpen aan het oordeel van een onafhankelijke rechter. Op een aparte pagina ga ik hier nader op in.

  4. Emotie speelt voor mij geen rol, ik benader de kwestie zakelijk en verstandelijk.

  5. In rechters heb ik over het algemeen nog wel vertrouwen, maar ze kunnen niet goed oordelen als het OM niet te vertrouwen is. Is hun taakopvatting primair waarheidsvinding, of willen ze alleen scoren met zoveel mogelijk veroordelingen? Leggen ze de rechter al het bewijsmateriaal voor, of alleen het belastende?

    Dat zijn vragen die naar mijn mening wel degelijk ook de politiek aangaan.

  6. Verbeteringsinitiatieven: eerst zien, dan geloven; ook doen de mooie voornemens niets af aan de noodzaak ook de bestaande problemen aan te pakken, niet alleen bij de rechtbanken, maar vooral ook bij het OM en het NFI.