17-
De kwestie van de schrijfproeven in de Deventer moordzaak is nog altijd niet opgehelderd. Hieronder een overzicht van recente ontwikkelingen.
Nog even een tip voor politici die (net als ik) geloven in de trias politica: deze zaak is niet onder de rechter, want de Hoge Raad houdt zich er niet mee bezig in het kader van het lopende herzieningsverzoek in de Deventer moordzaak. De schrijfproeven waren onderdeel van een oriënterend onderzoek, wat een bedenksel is van Justitie, en dat geen enkele wettelijke of juridische basis heeft. Het is denkbaar dat Justitie dit met opzet zo gedaan heeft, juist om deze ‘onderzoeken’ te onttrekken aan het oordeel van onafhankelijke rechters.
De Tweede Kamer heeft dus het volste recht (en m.i. ook de plicht) om zich met deze aangelegenheid te bemoeien.
Hoofdofficier Arend Vast, onder wiens verantwoordelijkheid de valsheid in geschrifte indertijd gepleegd is, is inmiddels overgeplaatst. Zijn opvolger als hoofdofficier van justitie in Zwolle is de heer Tomesen.
Op 3 september 2007 heeft hij antwoord gegeven op vragen, middels deze brief:
blad 1,
blad 2.
Hier
staat een transcriptie van die brief.
Enkele dingen vallen mij op:
Tomesen schrijft: “De schrijfproeven zijn inderdaad afgenomen door de in uw brieven genoemde politieambtenaren.” Hij noemt echter zelf hun namen niet. In eerdere brieven van Vast (bijv. blad1, blad2) werd wel Van Roemburg bij naam genoemd, maar de andere drie namen werden zorgvuldig vermeden. Zouden deze justitieambtenaren dit doen om zich in te dekken? Als ze zich eventueel later moeten verantwoorden voor hun leugens, hopen ze te kunnen aanvoeren dat er een misverstand in het spel was, en dat ze meenden dat het over andere politiemensen ging? “Sorry, verkeerd begrepen, kan gebeuren”?
“In antwoord op uw – per elektronische post – verzonden brief van 23 juli 2007, bericht ik u het volgende.” Dit vond ik enigszins vaag aandoen. Er staat geen kenmerk of iets dergelijks bij vermeld. Ik vernam van Wim Dankbaar dat het hier geen brief betrof, ook niet een brief per e-mail verzonden, maar gewoon alleen een e-mail. Ik mag de hoofdofficier het ontbreken van een kenmerk dus niet euvel duiden. Er blijkt alleen uit de formulering dat ook deze overheidsdienaar nog niet echt gewend is aan moderne communicatiemiddelen. Dat is jammer, maar niet echt ernstig.
Ronald Beetz wees er al op (Za 08-09-2007 23:05) dat in de brief zelf geen kenmerk e.d. staat. De plek in het briefpapier waar dat normaal staat is helemaal leeg. Is dit wellicht een poging om de brief buiten de archieven te houden, zodat later kan worden beweerd dat het om een vervalsing gaat?
Beetz en Dankbaar hebben op 11 september 2007 een antwoord gestuurd aan de heer Tomesen. Deze brief geeft ook nog eens een duidelijke samenvatting van de hele kwestie.
De ontvangst van deze brief is officieel bevestigd, met kenmerk.
Tomesen schrijft in voornoemde brief van 3 september 2007
(blad 1,
blad 2,
transcriptie)
tot twee keer toe “betrokken korpsleidingen”, in het meervoud dus,
terwijl er volgens alle denkbare scenario's, van vriend en vijand, maar één
korps bij betrokken is.
De vraag is alleen welk? Was het wel Apeldoorn? Daar gaat er juist om.
Ook hier weer: Tomesen noemt niet concreet de naam van het politiekorps.
Is dit ook weer ‘Damage control’?
Indekken vooraf? Of een ‘slip of the pen’, een Freudiaanse
vergissing: hij weet heel goed dat de schrijfproeven niet zijn afgenomen
door degenen wier namen eronder staan, en laat dat ongewild blijken door
het onjuiste meervoud?
Tomesen schrijft:
“Zoals u weet, vindt in de onderhavige
zaak een oriënterend onderzoek plaats.
[...]
Als het oriënterend onderzoek is voltooid zal worden bezien of,
en zo ja hoe en aan wie de resultaten daarvan (publiekelijk)
bekend zullen worden gemaakt. Bij die afweging zal rekening gehouden
worden met de omstandigheid dat de heer Louwes de herziening aanhangig
heeft gemaakt, waarop de Hoge Raad der Nederlanden nog niet heeft
beslist.”
Het was helemaal niet bekend dat het oriënterend onderzoek nog liep. Ook is onduidelijk wel doel dat heeft. Niemand weet welke officier van Justitie er de leiding van heeft, want alle betrokkenen zijn overgeplaatst, maar over de nieuwe standplaats van Van der Meijden werd door Maan (zijn opvolger?) geheimzinnig gedaan.
Wijst bovengenoemde opmerking over de Hoge Raad er niet op dat het onderzoek met opzet niet wordt afgesloten zolang nog niet op het herzieningsverzoek beslist is? Om te voorkomen dat een onafhankelijk rechter – van de Hoge Raad of van welke rechtbank dan ook – erover kan oordelen? Ik denk van wel. Met Openbaar Ministerie staat boven de wet, kan ongestoord zijn gang gaan en wordt door niemand officieel ter verantwoording geroepen. Dit is in een rechtsstaat ongewenst en gevaarlijk.
Zie ook deze toespraak van Harm Brouwer en commentaar daarop.
© 2007 R. Harmsen