De schrijfproeven waren onderdeel van het zogenoemde oriënterend vooronderzoek. Dit is een begrip dat helemaal niet wettelijk geregeld is, althans er staat niets over in het Wetboek van Strafvordering (Sv) of het wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv).
Over de kwestie van de schrijfproeven heeft dus ook nog nooit een onafhankelijke rechter geoordeeld.
Mijn vraag/oproep aan o.a. de CDA-fractie van de Tweede Kamer verwees naar deze discussie en had dus nadrukkelijk wel betrekking op het steeds sterker wordende vermoeden van fraude met de schrijfproeven.
Dat het CDA dan in hun antwoord komt met (op zich terechte, maar hier volstrekt irrelevante) opmerkingen zoals:
“In Nederland kennen wij een scheiding der machten, tussen
wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. De politiek bemoeit
zich dus niet met rechterlijke uitspraken.
[...]
Ons rechtssysteem is gebouwd op een volledig vertrouwen
in de rechter.
Die is onafhankelijk van de overheid en de politiek en wordt door hen
ook niet gecontroleerd.
[...]
Een Tweede Kamerlid is – gezien de scheiding der
machten – niet in de positie om uitspraken van rechters
te corrigeren.
[...]
Het is niet aan ons om een uitspraak van de rechter af te dwingen
of om te buigen.”
... dan blijkt daaruit dat men bij het CDA nog altijd niet weet waar het over gaat, hoewel ze er al zeker 20 maanden lang regelmatig op gewezen zijn. Dat is wel lastig communiceren zo.
Mijn advies is dan ook om zich nu eindelijk eens in de materie in te lezen, bijvoorbeeld via de site deventermoordzaak.com die zich sterk richt op juist die schrijfproevenkwestie.
© 2008 R. Harmsen