Dit artikeltje hoort bij een serie, met de delen 1 , 2 , 3 , 4 , 5 , 6 , 7 , 8 .
Verkeerdomassimilatie is ouder dan ik dacht. Ze kwam in de jaren zeventig van de vorige eeuw ook al voor. Weliswaar zijn onderstaande voorbeelden niet uit spontaan gesproken taal.
In de in 1974 op televisie gebrachte serie “De stille kracht", naar het boek uit 1900 van Louis Couperus, op tijdstip 1h07m01s:
“Ik geloof dat mevrouw Van Oudijck nog altijd zeer vermoeid is door haar bezoek aan Batavia.”
Met een z na “altijd”, met eindverstemlozing ‘altijt’. Dat is hypercorrect, een s zou natuurlijk zijn.
Dit zegt niet veel over hoe mensen uit de betere standen in 1974 praatten, en nog minder in 1900, maar wel iets over hoe acteurs toen dachten dat ze zouden praten. Als hier althans iets van een bewuste keuze aan vooraf ging. Het kan ook zijn dat te veel opgelezen teksten werden geacteerd, in plaats van natuurlijke dialogen neer te zetten. Ik vermoed dat de acteur Ton Kuyl (of Kuijl) (1921–2010) was, in de rol van Van Hove. In het boek komt deze episode wel voor, maar gesproken door andere personages.
Track 3 van het album Levenslang uit 1977, meteen in de titel: Flink zijn. Tijdstippen: 0m43s en 0m45s: [flɪŋɡzɛɪn] in plaats van het correcte [flɪŋksɛɪn]. Op 0m58s “en net zo ver als jij zal zijn”, zong hij daar [nɛtzoˑ]? Dat zou nog onnatuurlijker en on-Nederlandser zijn dan [nɛdzoˑ]. Weer [flɪŋɡzɛɪn] op 1m39s en 1m42s, 2m36s, 2m38s enz.
Merkwaardig genoeg op 3m53s dan toch de natuurlijke variant [flɪŋksɛɪn] die ik voorsta. Dus hij wist en kon het wel.
“kan de zwaarste steen niet zinken” [nidzɪŋkən] i.p.v. [nitsɪŋkə].
Maar diverse keren eerder in het lied doet hij het wel goed: “je weet dat ze te gek is”, “want ze geeft je graag iets tastbaars”, en “want ze houdt al jouw gedachten in haar hand”.
Alles klopt in dit nummer, ofwel er doen zich in de tekst geen gevallen voor. Met één uitzondering: “de straten glimmen als zilveren spiegels”. En hoe mooi ik die z in ‘zilver’ zelf ook vind – want ik hou van stemhebbende medeklinkers – na de s van ‘als’ hoort volgens mij in natuurlijk Nederlands nou eenmaal een s te klinken en geen z.
Meester Prikkebeen. Elly Nieman “Hij lokt de dagen met z’n lied”, “Geen mens kent zijn naam”, enz., allemaal goed. Maar één hypercorrectie: de eerste keer “vaarwel en tot ziens”, 3m42s. De andere keren wel goed.
En Boudewijn de Groot doet in dit nummer alles altijd en overal goed.
Op 0m28s: “en bezaaid met zekerheden”, met een hypercorrecte z. Maar aan het begin wel correct “Ik zing een liedje” met een s. “Misschien met zoveel meer meer geloof dan zij”, hypercorrect.
In andere liederen van Jules de Corte die ik beluisterde deed hij alles goed, maar wel zitten er gewoon erg weinig voorbeelden van dit verschijnsel in zijn teksten. En in die van anderen, zoals Louis Davids.