Enerzijds en anderzijds

Nu weer wel

Vond ik dat Jeroen Pauw en Paul Witteman op 27 februari 2012 een slecht programma hadden gemaakt (en ik was niet de enige, bleek me toen ik – na eerst onbeïnvloed mijn eigen stukje te schrijven – wat ging googelen); de dag erna deden ze het naar mijn mening gelukkig al weer veel beter. Goede, afgewogen discussie.

Wat vooraf ging

Eerst even de voorgeschiedenis, voor wie het vergeten is. Het is tenslotte al weer dik een week geleden.

Naema Tahir had in het zondagse politiekprogramma Buitenpost een gesproken column uitgesproken. Die had ik zelf nog niet gehoord/gelezen, dus dat ga ik nu eerst doen. Vanaf 30m00s en de tekst staat ook leesbaar op de site. Tot straks!

In haar column van 26 februari stelde Naema Tahir:

PowNets [sic] Rutger Castricum is totaal niet in de inhoud geïnteresseerd, hondsbrutaal en er alleen maar op uit politici belachelijk te maken.

... en even verderop:

Op tv schaamteloos achtervolgd en onderuit gehaald. Wie blijven er dan over als politicus? Makkelijke babbelaars, cabaretiers, acteurs en demagogen. Een gevaarlijke ontwikkeling. Hoe stop je die? Er is maar één manier: onfatsoenlijke televisie­journalisten weren van het Binnenhof.

Dat kwam voor Rutger Castricum natuurlijk als geroepen. Dus stond hij kort daarna aan de voordeur van het privéadres van Naema Tahir, alwaar haar man Andreas Kinneging opendeed. Dat leidde tot dit artikel met filmpje. Later kwam ook de complete, ongemonteerde footage online.

Pauw en Witteman

Naar aanleiding van dit incident waren Naema Tahir en Andreas Kinneging op 28 februari te gast bij Pauw en Witteman. Voor het tegenwicht was er Jos Heymans, de voorzitter van de Nederlandse Parlementaire PersVereniging (PPV).

De ‘tegenstanders’, in de personen van Rutger Castricum en Dominique Weesie, waren ook uitgenodigd (7m40s), maar als die kwamen zouden Tahir en Kinneging verstek laten gaan. Jammer en onsportief vind ik dat.

Voorstellen; mijn mening

Beoordelingscommissie

Naema Tahir staat een ethische commissie voor (9m50s), een fatsoenspolitie (22m54s).

Daar ben ik het beslist niet mee eens. Jeroen Pauw verwoordde het bezwaar heel goed (10m22s):
Maar als de politiek nou journalisten benoemt die de politici moeten controleren, dat zou, dat lijkt me toch richting dictatuur gaan.

Naema Tahir zei iets verderop (10m28s), in antwoord op de vraag hoe die commissie samen te stellen was:

Nou, daar moeten we gewoon over nadenken, wie in die commissie zit en wie ze moet benoemen, en ik denk dat het onafhankelijke mensen moeten zijn, die ook voor een langere tijd benoemd zijn, en die een oordeel kunnen geven over bepaalde journalistieke vragen die mensen stellen, [...]

Zo’n oordeel zou rechtstreeks in strijd zijn met de Nederlandse grondwet, en alleen al daarom is Tahirs voorstel beslist onaanvaardbaar. In de grondwet, artikel 7, staat namelijk:

1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

De leden 2 en 3 garanderen soortgelijke rechten voor radio, televisie en overige media (hier nog middelen genoemd). Een oordeel door een commissie over door journalisten te stellen vragen, zoals Tahir dat voorstelt, zou neerkomen op zo’n “voorafgaand verlof”, omdat die “verantwoordelijkheid volgens de wet” alleen achteraf door een rechter getoetst kan worden.

Daarom is een beoordelingscommissie principieel en wettelijk onaanvaardbaar.

Afbreukrisico

Een citaat van Andreas Kinneging vanaf 13m10s:

De politiek in gaan brengt een risico met zich mee, namelijk een afbreukrisico. Dus je moet al heel wat overwinnen om dat te doen. Als je dan vervolgens nog geconfronteerd wordt, iedere dag, met journalisten, die erop uit zijn, die er goed in zijn, om jou te beschadigen, eh, dan is de neiging om die politiek zo snel mogelijk uit te gaan en nooit die politiek in te gaan, als je geïnteresseerd bent in de inhoud, en misschien een beetje stijfjes bent, of niet zo veel humor hebt, of niet zo gewiekst bent dat je onmiddellijk een grappig antwoord hebt op dit soort mensen, die is heel erg groot. En dat betekent dat we als samenleving, eh, niet meer kunnen putten uit een grote voorraad van potentieel goede politici.

Naema Tahir vanaf 17m25s:

We missen denk ik heel veel jonge mensen, of mensen die capabel zijn, heb ik ook in mijn column gezegd, die, echt, ik heb dat zelf vaak van die mensen zelf gehoord, van, ik wil niet in die politiek, want de media is zo heftig, en ik moet me daar te veel mee bezighouden [...]

Hier hebben Tahir en Kinneging wel een punt. Ik zie dat bezwaar ook wel. Maar ik denk niet dat het op te lossen is met beknotting van de media. Ik zie het meer in taakverdeling. Dat gebeurt nu al.

Mensen hebben verschillende talenten. Sommige zijn er goed om dingen grondig uit te zoeken, consequenties in beeld te brengen, alles in detail uit te werken en gedegen op papier te zetten. Thorbecke was inderdaad misschien zo’n type. Hij stond in 1848 aan de wieg van de huidige grondwet en daarmee van de parlementaire, constitutionele monarchie.

Anderen zijn, zoals Tahir ze in haar Buitenhofcolumn terecht noemde, “babbelaars, cabaretiers, acteurs en demagogen”. Ook die talenten zijn nodig en nuttig in de politiek, zelfs dat van de demagoog, hoe negatief dat woord ook klinkt. Een demagoog kan namelijk het volk ertoe opzwepen onverstandig beleid te steunen, maar zou ook noodzakelijke, maar impopulaire maatregelen, zoals bezuinigingen en lastenverzwaringen, zo kunnen brengen dat men ze accepteert.

Als dus de stille, gedegen denkers zonder charisma samenwerken met de vlotte babbelaars, dan kan de inhoud, de goede, degelijke politiek, populair naar voren komen. Wie beide vaardigheden in huis heeft, is extra geschikt voor het politieke metier, maar een vereiste is dat niet.

Een partij die bij de verkiezingen een flinke fractie mag verwachten, kan via de kandidatenlijst zo’n gunstige taakverdeling voorbereiden. Bovendien hebben ze relatief veel fractiemedewerkers en kunnen ze zich vaak een wetenschappelijk bureau veroorloven, een partijdenktank.

Kleine fracties hebben het hier moeilijker. Toch zien we in de praktijk genoeg kleine partijen die inhoudelijk stevig zijn maar zich ook niet zomaar door journalisten omver laten blazen: ik noem de ChristenUnie, de SGP en de Partij voor de Dieren.

Helemaal geen televisie?

Andreas Kinneging vanaf 19m30s:

Ik ga nog veel verder dan mijn vrouw, ik vind dat de televisie helemaal geweerd moet worden van het Binnenhof.
[...]
Kijk, het probleem van de televisie is, en dat weten we al heel lang, [...] dat het leidt tot een enorme focus op uiterlijk, hè, dus een focus op vorm en niet op vent, op uiterlijk en niet op inhoud [...].
Het tweede nadeel van de televisie is dat het leidt tot een enorme simplificatie van het politieke debat. Oneliners gaan centraal staan.
Nou, wat wij willen, van de politiek, is een inhoudelijk goeie, degelijke politiek, [...]. Dat betekent inhoud, en geen uiterlijk, geen vorm [...]. Het betekent geen oneliners, maar manyliners.

Daar ben ik het wel mee eens, dat die versimpeling dreigt en niet goed is. Maar volgens mij komt dat niet specifiek door de televisie, ook niet door PowNews, GeenStijl of Rutger Castricum, maar door de misvatting dat media snel moeten zijn en doordat veel mensen noch het niveau noch de belangstelling hebben om een diepgravender inhoud te kunnen appreciëren.

Die twee versterken elkaar: van snelle media leren mensen niks; en de media passen zich aan aan de snelle, ongeïnteresseerde, oppervlakkige doorsneemens die zelden echt nadenkt. Triest, maar een niet te veranderen realiteit.

Jeroen Pauw wees er vanaf 20m31s op dat televisie wel degelijk inhoud kan bieden:

U kijkt vast ook wel eens naar Politiek 24, waarop je hele debatten ziet en je kunt dat allemaal zien [...] van A tot Z.

Andreas Kinneging even later, vanaf 20m44s:

Ja maar het is nog veel beter als u het kunt horen, op de radio, of als u het kunt lezen in de krant, en in de Handelingen. Want dan kunt u zich een veel betere indruk maken, een feitelijke indruk, van de inhoud, en dan wordt u niet afgeleid, [...] door al die franje van de vorm [...].

Daar ben ik het wel een beetje, maar lang niet helemaal mee eens, want:

Als we dus willen uitvoeren wat Kinneging voorstelt, dan moeten we nog verder gaan dan hij: niet alleen de televisiecamera’s weren uit de Tweede Kamer, maar ook de radio en de schrijvende pers. Want allemaal bevatten die inhoud maar hebben ze ook een vorm die invloed heeft op hoe de politicus overkomt. Ook interviews met politici buiten de Kamer zouden niet meer mogen.

Zo’n vergaande maatregel is in strijd met de Grondwet en het EVRM. Dus het mag niet. Gelukkig niet.


Latere artikelen die min of meer uit het bovenstaande voortkwamen:

Gesjochten, “Cameradwerg” en Inhoud boven vorm, alle van 6 maart 2012.

Naema? Naima? Naïma? van 15–16 maart 2012.