Wir sind das Volk!

The People

Laatst kwam ik bij het zappen weer eens langs zo'n typisch Amerikaanse tv-serie waarin de makers graag af en toe een rechtszaak laten voorkomen. Dat doet het altijd goed bij de kijkers.
Ik hoorde een of andere flard waarin gevraagd werd of “The people” nog iets wou of ergens mee akkoord ging. The people, het volk.

Kennelijk duidt men dus in de Verenigde Staten de officier van justitie (openbare aanklager, ‘District Attorney’) aan als ‘Het Volk’. Namens het Amerikaanse volk is deze DA in het strafrecht procespartij tegen een verdachte van een strafbaar feit. Vandaar dat een strafproces tegen de verdachte die toevallig Jones heet, kan worden aangeduid als ‘The People vs. Jones’: ‘Het volk tegen meneer Jansen’.

Zo is er ook de bekende filmtitel Kramer vs. Kramer (met twee verschillende Kramers, natuurlijk). Dat is civiel recht, daar zijn de procespartijen twee (rechts)personen, die een geschil hebben. In die film over hun huwelijk en hun kind.

Nederland

Nu is Amerikaans recht natuurlijk anders dan het Nederlandse. We hebben dus niets met die Amerikanen te maken, we doen het op onze manier. Maar toch lijkt het mij wel logisch als het principe, dat de ovj (officier van justitie) in wezen het volk is – of vertegenwoordigt – ook hier bij ons geldt.
Immers, de wetgevende macht (parlement en regering samen, in Nederland) maakt wetten, waaronder strafwetten. Vervolgens willen we met z'n allen dat die wetten gehandhaafd worden, anders heb je er niks aan. Dus namens het volk moeten overtreders vervolgd worden. Dat doet het Openbaar Ministerie (OM), waarin o.a. werkzaam de officieren van justitie.

Controle en verantwoording

Als dat OM namens het volk optreedt, moet het dus ook gecontroleerd worden door het volk, en verantwoordiging afleggen als er dingen fout gaan. En hoe controleert het volk, hoe verlangt het verantwoording? Via het gekozen parlement, dat immers de volksvertegenwoordiging is.

Kan het parlement rechtstreeks verantwoording afdwingen van personen of instanties? Normaal niet, alleen bij een parlementair onderzoek of parlementaire enquête.

Voor de rest gaat het via de regering, in dit geval de minister van Justitie. Maar dan moet er natuurlijk wel een gezagsverhouding bestaan tussen die minister en het Openbaar Ministerie, want anders is de controleketen verbroken. En het parlement moet genegen zijn om hun controlerecht ook te gebruiken, en dus zo zonodig vragen te stellen of een debat te houden.

Niet bevoegd!?!?

Ik hoorde laatst over een gesprek bij het ministerie, over de slepende kwestie van de schrijfproeven. In die kwestie bestaan sterke vermoedens van en aanwijzingen voor strafbare feiten gepleegd door het Openbaar Ministerie zelf, de hoeder van onze strafwetten. Er is al diverse keren aangifte over gedaan en er zijn klachten ingediend en door de instanties heen en weer geschoven.

In het gesprek stelden de ambtenaren van het ministerie van Justitie dat ze weinig tot niets kunnen doen, omdat ze niet bevoegd zijn tot opsporing van strafbare feiten.

Machteloos

Dat is natuurlijk de wereld op z'n kop. Het betekent dat als het OM binnen de wet blijft opereren, de minister hier nog enige sturing op zou kunnen hebben via het geven van aanwijzingen. Overtreedt het OM echter zelf de wet, dan staan minister en ambtenaren machteloos: deze menen dan niet te kunnen optreden, omdat het strafrecht voorbehouden is aan het OM zelf.

Hiermee wordt het principe van de scheiding der machten, de trias politica, met de zo belangrijke checks & balances, ernstig geweld aangedaan. Er ontstaat een instantie met een zeer grote macht, die niet aan enige controle onderwerpen is: het Openbaar Ministerie, een staat in de staat.

Constructiefout

Dit is een fundamentele constructiefout in de Nederlandse rechtsstaat. Of die fout in de wettelijke verankering van een en ander zit, of in een onjuiste interpretatie van op zich wél juiste wetten, dat weet ik niet. Maar dat het zo niet deugt, dat weet ik wel.

Wanneer gaan regering en parlement dit nu eindelijk ook eens inzien? Het is bepaald niet de eerste keer dat ze erop gewezen zijn. Maar men houdt zich graag doof.

Volk

Zonder mezelf en medestanders nu op één lijn te willen stellen met het moedige volk van de toenmalige DDR, scandeer ik hier toch al typend ook:

“Wir sind das Volk!”

En wij van het volk willen dat het OM namens ons de strafwetten uitvoert door verdachten te vervolgen en voor het gerecht te brengen. Maar wij willen ook dat het OM zich zelf aan de wet houdt, en bij twijfel daarover zich voor de rechter en/of het ministerie, en indirect aan het parlement, dus aan de kiezer, verantwoordt. Zoals de zaak nu in Nederland georganiseerd is, gebeurt dat niet. Dat is onacceptabel.

Artikel 13 Sv

In het gesprek waarover ik hoorde werd ook gesuggereerd dat artikel 13 Sv in deze kwestie uitkomst zou kunnen bieden.

Dit artikel verwijst naar 510 Sv. Dat regelt dat een “rechterlijk ambtenaar”, als die eventueel terecht zou moeten staan voor de rechtbank of het hof waar deze zelf werkt, ergens anders kan worden berecht.

Wie ‘rechterlijke ambtenaren’ zijn, is geregeld in artikel 1 RO. Officieren en hoofdofficieren van justitie vallen daar inderdaad ook onder.

Maar deze wetsartikelen lossen het probleem niet op, want nog steeds is het het OM zelf dat vervolgt. Er staat niet voor niets in 510 Sv: “het openbaar ministerie naar de gewone regelen met de vervolging belast” .

Belangenverstrengeling

Hier is dus hoe dan ook, zelfs al zou het wel tot vervolging komen, sprake van een zeer ernstige vorm van belangenverstrengeling, want het OM is één.
Het Nederlandse recht voorziet doodgewoon niet in de situatie dat het OM of leden daarvan zelf in het beklaagdenbankje staan of zouden moeten staan.

Verzaking

De enige instanties die in dit geval iets zouden kunnen doen zijn het ministerie van Justitie, de minister-president en het parlement. Alle drie weigeren die echter, ondanks herhaald aandringen door ‘Het Volk’, om hun werk te doen. Ze verzaken hun plicht.

Wat moeten we hiermee?