Eergisteren wees ik op het
reactieformulier
van het ministerie van Binnenlandse Zaken
(mevrouw Ter Horst is immers o.a. politieminister) op mijn artikelen van
22 maart
en
28 augustus
2007. Ik stelde daarbij de retorische vraag:
“Mogen politiemensen van hun minister eerlijk zijn?”.
Reeds een dag later, keurig op tijd, kwam het antwoord van Postbus 51. Het is op zich al krom dat Postbus 51 zich hiermee bemoeit. Ik heb me daar al eerder over verbaasd.
Postbus 51 is een instantie voor publieksvoorlichting. Mensen kunnen er vragen stellen over hoe dingen moeten, welke regelingen er zijn, wat voor formulieren nodig zijn, bij wie je waarvoor terecht kan. Ze krijgen dan een passende folder thuisgestuurd, waarin dat allemaal haarfijn uitgelegd staat. Een nuttige instelling, prima dat die er is.
Maar door Postbus 51 ook de online reactieformulieren van de landelijke overheid te laten afhandelen, wordt de boodschap gegeven dat wij als burger een beetje dom zijn, het allemaal niet zo goed weten, hun hulp nodig hebben. Dat het ook wel eens andersom kan zijn, dat burgers iets voor te leggen hebben aan een minister, iets belangrijks onder de aandacht willen brengen, daarop is de communicatieorganisatie van de landelijke overheid niet ingericht. Toch is dit het kabinet Balkenende IV, dat zegt zo graag naar signalen uit de samenleving te willen luisteren.
Het lijkt een beetje op softwaremakers, waarbij soms bugmeldingen worden afgehandeld
door een afdeling die er goed in is om mensen uit te leggen welk knopje ze moeten
indrukken, waar op welk scherm het gezochte staat, waar je moet klikken om iets
voor elkaar te krijgen.
Dat sommige gebruikers niet iets willen vragen, maar iets willen
mededelen, namelijk dat er een fout in het programma zit, en waar en wanneer
die fout precies optreedt, dat komt niet bij ze op.
De Nederlandse overheid heeft ook veel bugs.
Het ‘antwoord’ van Postbus 51 luidde:
In verband met de mogelijke verspreiding van virussen via e-mail openen wij uit voorzorg geen bijlagen of links. Wij vragen u daarom de tekst van de bijlage in de e-mail te plakken of duidelijk te omschrijven waar het om gaat.
Ik heb dan maar bereidwillig de tekst van de artikelen ook opgestuurd
— maar de opmaak en de hyperlinks komen dan niet goed over, zodat
het geheel redelijk onleesbaar wordt.
Tegelijk vond ik de reactie bijzonder ergerlijk
omdat die volkomen onterecht was en getuigt van onkunde en onwetendheid.
Ik had namelijk helemaal geen e-mail gestuurd, en al helemaal geen e-mail
met bijlage. Ik link uiteraard beslist niet naar sites met
‘malicious code’, en bovendien betwijfel ik of je via sites
die die wel hebben virussen kunt oplopen. Wel andere, minder gevaarlijke
narigheid (mits je een verouderde browser gebruikt met
‘security holes’),
maar uiteraard niet op mijn site.
Ik had dus geen e-mail gestuurd, maar een reactieformulier ingevuld, waarna de software op die site, van het ministerie zelf, dus in principe beveiligd, de e-mail genereerde en naar een vragenafhandelaar stuurde. In mijn bericht stond alleen die retorische vraag voor de minister, en twee regeltjes met alleen de URL'en naar mijn artikelen van 22-03 en 28-08). Ik wou juist niet drammen door hele lappen tekst te plaatsen, maar hield het kort en bondig.
Als je je zo opstelt als Postbus 51 hier deed, zou je in principe nooit meer kunnen surfen en wordt het hele ‘world wide web’ onbruikbaar.
Betekent dit dan dat alle artikelen, waar ik in de loop van vele maanden ministers wel eens op heb proberen te wijzen, gewoon niet gelezen zijn? Papieren brieven worden met dooddoeners afgewimpeld door ambtenaren, zonder dat de minister ervan weet. E-mails worden afgevangen door Postbus 51. De vele info op het web wordt botweg genegeerd.
Als het zo zit, dan dekken de ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie en Algemene Zaken dus niet fraude door het Openbaar Ministerie bewust af, maar ze weten gewoon, door gebrek aan moderne communicatievaardigheden, niet wat er onder hun eindverantwoordelijkheid voor ongerechtigs gebeurt, hoewel ze daar door vele burgers regelmatig indringend op gewezen zijn.
Ik kan niet zo goed kiezen welke van die mogelijkheden ik erger vind.
© 2007 R. Harmsen