Het OM is één

Getuigen bij smaadproces?

Voor het smaadproces van 8 november 2007 tegen Maurice de Hond had deze o.a. Mr. H. N. Brouwer  *)  als getuige willen laten oproepen. De reden was dat Brouwer in het persbericht van 13 juni 2006 de naam van De Hond noemde. In het persbericht werden conclusies naar voren gebracht uit een oriënterend vooronderzoek inzake de Deventer moordzaak. Na dit persbericht werd De Hond geconfronteerd met verwijten over het beschuldigen van Michaël de J., waartegen De Hond zich moeilijk kon verweren, omdat het rapport van het onderzoek niet openbaar werd gemaakt. O.a. dat bracht hem ertoe wat hij wist in de publiciteit te brengen.

Afwijzing door rechter

De rechter (voorzitter van de meervoudige kamer) wees op de zitting van 8 november 2007 het verzoek van MdH af. Hij motiveerde dit o.a. als volgt: (ik citeer uit mijn geheugen, want in mijn notities, gemaakt vanaf de publieke tribune blijkt deze passage helaas niet voor te komen; *) noot 1):

“Om hier duidelijkheid over te krijgen, hoeft de heer Brouwer niet hier in de rechtszaal te komen, u kunt dat ook de hier aanwezige officier van justitie vragen. Het Openbaar Ministerie is namelijk één.”

Te binnen

Ik werd vanmorgen vroeg wakker en lag weer hierover na te denken, nadat het me gisteravond al opeens te binnen schoot, toen ik na een lange autorit doodmoe in bad half lag te slapen ( *) nogmaals noot 1).

“Het OM is één.” Ik vind dit achteraf een buitengewoon schokkende uitspraak. Het betekent namelijk dat het OM, zoals ik eerder al vreesde, inderdaad boven de wet staat en bij eventuele door leden ervan zélf gepleegde strafbare feiten, nooit ter verantwoording kan worden geroepen.

Het OM is één

Een aangifte tegen een officier van justitie, bijvoorbeeld deze van 8 oktober 2007 inzake de schrijfproeven, kan immers alleen in behandeling worden genomen door een andere officier van justitie. Het OM is één. Dus zo'n aangifte is ook een aangifte tegen die ovj zelf, zelfs al is het een andere. Een eventueel onderzoek naar de beweerde strafbare feiten wordt geleid door die ovj, maar het OM is één, dus het is een onderzoek naar zichzelf. Hij of zij zal dus niet geneigd zijn dit onderzoek uit te voeren, of als het wordt uitgevoerd, is er sprake van sterke belangenverstrengeling. Sterker nog, wettelijk is vastgelegd dat niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling, dus eigenlijk mag van een ovj helemaal niet verlangd worden dat deze zo'n aangifte behandelt en er onderzoek naar doet. Het OM is één, elke aangifte tegen een lid van het OM is een aangifte tegen elk lid daarvan.

Leemte

Dit is een ernstige leemte in ons rechtssysteem, die de rechtmatigheid en morele integriteit ervan tot in de wortels aantast. Ik heb hier, in andere bewoordingen, alle fracties van de Tweede Kamer al vele malen op gewezen. Zij schijnen echter dit probleem niet te zien en wensen er niets aan te doen. Sterker nog, ik kreeg op mijn vele e-mails nauwelijks antwoord.

Hoe is dit mogelijk? Zie ik het dan helemaal verkeerd? Waarom leggen de parlementariërs me dan niet eens helder uit waar mijn denkfout zit?
Of onderken ik het probleem wel goed? Waarom doen ze er dan niets aan? Dat is toch hun werk?

CDA

Onlangs kwam in het nieuws dat de fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer, de heer Van Geel, een parlementaire enquête voorstaat naar een mogelijke vervlechting van bovenwereld en onderwereld. Wordt crimineel verkregen geld geïnvesteerd in legale bedrijven of in onroerend goed? Moet en kan de Kamer, naar aanleiding van zo'n enquête eventueel maatregelen nemen?

Voorwaar een belangrijk onderwerp. Ook ik maak me hier zorgen over. Toch lijkt me dat onderzoek hiernaar bij uitstek een taak is voor de politie en het Openbaar Ministerie. Ik heb ook de indruk dat zulke onderzoeken al vele jaren plaatsvinden, en soms met succes. Waarom zou hier dan een rol zijn weggelegd voor de Tweede Kamer? En nog wel met zo'n zwaar middel als een parlementaire enquête?

Gewoon negeren

Daartegenover, in een geval waar wél echt een probleem zit in de inrichting van ons rechtssysteem, waar politie en Justitie het níét zelf kunnen oplossen, vindt de CDA-fractie (evenals alle andere fracties) geen parlementaire enquête nodig, ook geen parlementair onderzoek, nee, zelfs Kamervragen heeft het CDA hier nog nooit over gesteld. Nog ernstiger: burgers zoals ik (maar ik ben zeker niet de enige) die hierover steeds weer hun zorgen kenbaar maken, krijgen niet eens antwoord!


*) Noot 1:
Ik ga bijna in de voorzienigheid geloven. Is hier een bovennatuurlijke hand aan het werk, dat ik me deze passage van de rechtszitting dagen later opeens weer herinnerde, hoewel ik die niet had opgeschreven? Wordt dit het cruciale artikel dat het parlement nu eindelijk eens wakker gaat schudden?


Naschrift 13 november:

Anderen die 8 november jl. bij de zitting aanwezig waren, vertelden me dat de rechter de uitlating niet deed n.a.v. van De Honds verzoek Brouwer te mogen horen, maar dat het ovj Van der Meijden betrof. Ik denk achteraf dat ze gelijk hebben.

Ook is geopperd dat de rechter eerder een formulering gebruikte als “Het OM treedt op als één en ongedeeld”. Het zou heel goed kunnen.

Beide punten doen niets af aan de strekking van mijn artikel, dus die en ook dat handhaaf ik.