4 -
Bij aanvang van de regiezitting, op 25 april 2007, voor het strafrechtelijk smaadproces tegen Maurice de Hond legde hij nieuwe stukken aan de rechtbank voor, waaruit het volgende bleek:
Het verstrekte tactisch journaal was achteraf aangepast.
De ‘chain of custody’ van de blouse is aannemelijk gemaakt met een valse verklaring, onder ambtseed opgemaakt. Zo is het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch, dat deze uitspraak deed, misleid.
Meer info:
Persbericht Maurice de Hond (mirror).
Tactisch journaal is aangepast! (mirror)
Waar was de blouse echt tussen 1999 en 2003? (mirror)
Maurice de Hond stelt keihard dat de verklaring van de rechercheurs Ruiter en Oldenhof vals is. Dit zou dan zelfs een strafbaar feit opleveren volgens bijvoorbeeld artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht. Het schijnt dat enkele burgers ook al aangifte van dit strafbaar feit hebben gedaan.
Zelf denk ik dat Maurice de Hond hier wat te hard van stapel loopt. Het zou me niet verbazen als, mochten de aangiften tot vervolging en een proces leiden, het weer met een sisser afloopt, omdat de verklaring beschouwd wordt als naar de letter niet onjuist.
In de verklaring (mirror) staat immers:
Dit doosje met de blouse hebben wij met meerdere stukken van overtuiging afkomstig van het onderzoek plaats delict [...] verpakt in een grotere kartonnen doos. Wij hebben deze opgeslagen in het archief van de Technische Recherche te Raalte.”
Op welke datum dit precies gebeurd is, staat er niet bij. Misschien onder het motto “niet te veel details vermelden, dat kunnen ze je daar ook niet op pakken“? Hoe dan ook, het moet wel na 8 december 1999 geweest, de datum waarop het NFI in Rijswijk de blouse naar de Technische Recherche in Raalte stuurde, en voor 20 december 1999, de datum waarop Laarman volgens zijn verklaring een deel van de spullen (maar geen kleding en schoenen) ophaalde uit Raalte.
Ruiter en Oldenhof verklaarden verder:
“In het jaar 2000 zijn deze goederen, in verband met een op handen zijnde verhuizing van de Technische Recherche, verplaatst en opgeslagen aan het bureau van politie te Deventer.”
Het schijnt dat deze verhuizing van Raalte naar Zwolle was, niet naar Deventer, zodat dit niet verklaart hoe de spullen daar in 2003 konden worden teruggevonden. Maar er staat dan ook niet “tijdens de verhuizing” maar “in verband met een op handen zijnde verhuizing”. Het kan dus zijn dat ze verklaren wat ze vernomen hebben over de verhuizing van de doos, zonder dat ze daar zelf bij betrokken waren, en zonder te weten wat er precies in de doos zat en of er inmiddels iets uitgehaald was.
Het hoeft dan niet opzettelijk onjuist te zijn.
Los van hoe deze zaak puur juridisch ligt, vind ik als burger de mentaliteit van het Openbaar Ministerie die hieruit spreekt, niet deugen. Blijkens de brief van de officier van justitie aan de advocaat-generaal van 28 oktober 2003 was zij maar al te goed op de hoogte van mutatie 1094 uit het technisch journaal, en de problemen die dat gaf voor de toelaatbaarheid van de blouse als bewijsmiddel. Sterker nog, het was op dat moment volstrekt onbekend waar die blouse was. In de korte periode daarna werd die opeens teruggevonden, er werd voor Louwes belastend DNA (naar bewering delict-gerelateerd, wat inmiddels zeer twijfelachtig is geworden) op gevonden, en dat was het enige waarop hij veroordeeld werd. Geen motief, geen moordwapen, verder alleen een telefoontje dat er sterk op wees (maar andere verklaringen zijn mogelijk) dat hij in Deventer was, maar niet dat bewijst dat hij de moordenaar is.
Ik zie hieruit een beeld van een Openbaar Ministerie dat niet op een eerlijke manier bezig is een misdrijf te ontrafelen (een reconstructie van de moord moest bijvoorbeeld later door burgers (mirror) worden gemaakt (mirror) worden gemaakt), maar dat vooraf beslist wie de dader moet zijn, met uitsluiting van andere verdachten die om wat voor reden niet goed uitkomen, en dan het bewijs er bij maakt, met wat voor middelen dan ook, zo nodig op het randje van het strafbare, of als toch niemand het juridisch hard kan maken, ook een beetje over dat randje.
Het woord ‘bewijsconstructie’ is in dit verband veelzeggend, al weet ik ook wel dat daar bij gebruik in vonnissen niet iets oneerlijks mee bedoeld wordt.
Daar zit het probleem: bij de mentaliteit van het OM, de eigen visie op hun eigen taakstelling, en de invulling die ze aan die taak geven.
In beide gevallen (tactisch journaal en ‘chain of custody’) is het Gerechtshof bewust misleid. Dat is dan ook waarschijnlijk de reden dat Mr. Knoops deze informatie alsnog heeft voorgelegd aan de Hoge Raad, die in juni zal beslissen over het herzieningsverzoek.
Zoals het een advocaat betaamt bezigt Mr. Knoops beleefde, diplomatieke, juridische formuleringen als ‘belangrijke informatie onthouden‘ en ‘dat ernstig aan het waarheidsgehalte hiervan getwijfeld kan worden, maar dat maakt het niet minder kwalijk en ernstig.
Knoops heeft de feiten vervolgens in de publiciteit (mirror) gebracht met dit persbericht (mirror).
Het zou mij echter verbazen als de kwestie van de ‘chain of custody’ van de blouse door de Hoge Raad als novum wordt beschouwd, zodat die (mede?) een herziening zou rechtvaardigen. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch had op 16 september 2003 beslist van het technisch journaal van de politie aan het dossier moest worden. Bij de voorlaatste zitting op 8 dec 2003 gebeurde dat ook (eindelijk!).
Dat betekent dat op de laatste zittingsdag, toen de verklaringen van Laarman en van Ruiter en Oldenhof werden ingebracht, en ook bij het voorbereiden van de uitspraak, het gerechtshof toegang had tot mutaties 1094 en 1128, en dus hadden kunnen beoordelen hoe die zich verhielden tot de verklaringen (waaruit in de uitspraak vrijwel letterlijk is geciteerd), en wat dat eventueel had moeten betekenen voor de toelaatbaarheid van het DNA-bewijs.
De rechters hebben die discrepanties kennelijk niet opgemerkt – niet zo vreemd aangezien het TJ honderden bladzijden groot was, en gezien de beperkte tijd. Hierbij speelt natuurlijk ook een rol dat een rechter er niet bij voorbaat vanuit gaat dat met een op ambtseed opgemaakte verklaring van een politieman wel eens iets aan de hand kan zijn.
Maar het feit dat ze het hadden kunnen weten, omdat de informatie in het dossier zat, betekent waarschijnlijk dat er geen novum in zit. Zo onrechtvaardig werkt ons strafrecht. Zie dit ook in het licht van het feit dat dit een proces na herziening was, bij een gerechtshof, niet een rechtbank, zodat hoger beroep niet meer mogelijk was. Toch is Louwes veroordeeld op totaal ander bewijs dan eerder, iets wat de rechters in het vonnis eufemistisch aanduiden als “onder verbetering van gronden”. De Hoge Raad heeft dat later ook nog eens goedgekeurd Ik vind het onbegrijpelijk.
In de brief aan de Hoge Raad heeft Mr. Knoops blijkens zijn persbericht ook de schrijfproeven uit het oriënterend vooronderzoek meegenomen. Hij blijkt inmiddels eindelijk kopieën van de afzonderlijke processen-verbaal gekregen, die hij, na maandenlang aandringen, op 17 januari 2007 heeft mogelijk inzien, maar niet kopiëren.
De grote vraag is welke namen en (vervalste?) handtekeningen van de verbalisanten eronder staan. Alle vier de beweerde verbalisanten hebben immers verklaard van niets te weten, althans voordat ze een spreekverbod kregen opgelegd.
Hoe zou het toch komen dat Justitie drie en een halve maand nodig heeft
om vier simpele documentjes door een kopieermachine te halen en in een
envelop te stoppen? Misschien hebben ze getreuzeld in de hoop dat de
termijn voor het indienen van stukken voor het herzieningsverzoek
eind april 2007 al verlopen zou zijn, zodat hun fraude
daarbij door de Hoge Raad buiten beschouwing moet worden gelaten?
Ook hier weer: wat is dit voor mentaliteit?
Staat het OM in dienst van de waarheid en van onze
rechtsstaat, of is het een doortrapte veroordelingenfabriek?
En hoezo gelijke wapens?
Toevallig diezelfde 25 april 2007 werd schriftelijk uitspraak gedaan in de schadevergoedingszaak, waarbij Maurice de Hond veroordeeld werd om ruim een ton (plus kosten en rente) te betalen. Dat kwam uiteraard breed in de media, want als Maurice een hak gezet wordt, is het journaille er als de kippen bij. Naar goede gewoonte op de man, niet op de bal.
Aan de persberichten Maurice de Hond (mirror) en van Mr. Knoops (mirror) werd echter voorzover ik weet geen enkele aandacht besteed. Los van de eventuele juridische steekhoudendheid zijn dit toch voor de Nederlandse samenleving uiterst belangrijke documenten, waarvan je zou verwachten dat pers, radio en tv erin doken, er alles over wilden weten en er uitgebreid over rapporteerden. Maar nee!
Wel werd mij via de radio op zondagochtend 6 mei om acht uur medegedeeld dat in Frankrijk de stembureaus waren opengegaan. Nee, duh! Dat is nog eens nieuws! Dat er een tweede ronde in de presidentsverkiezingen zou komen was al weer een paar weken duidelijk, verkiezingen zijn in Frankrijk altijd op zondag, en in democratische landen gaan stembureaus altijd vroeg open en laat dicht, zodat iedereen de gelegenheid krijgt om te stemmen. En zulk ‘nieuws’ moet dan wel op de radio, maar twee persberichten plus begeleidende documenten, die dingen aan de orde stellen die raken aan het wezen van de rechtsstaat, dat is geen nieuws? Waar zijn journalisten toch tegenwoordig mee bezig?
Wacht, ik lieg, het Algemeen Dagblad besteedde er op 6 mei 2007 toch aandacht aan. Maar wat een flutartikel van Eddy van der Ley! Van het OM wordt correct vermeld dat hoofdofficier van justitie Vast [...] eerder al [moest] erkennen dat een van de vier betrokken rechercheurs abusievelijk de namen van twee van zijn collega's onder de proeven had gezet, zoals hij ook per ongeluk een paraaf had geplaatst in een kader dat niet voor hem was bedoeld. .
Als je die dooddoener van het OM vermeldt, dan mag je toch de andere kant van het verhaal, zoals niet aflatend door o.a. Wim Dankbaar aan de orde gesteld, je lezers niet onthouden? Wat zijn dit voor journalisten?
Ik hou me niet aan journalistieke regels doordat ik voortdurend objectieve feiten en mijn eigen persoonlijke mening (‘redactioneel commentaar’) door elkaar zit te klutsen. Ik doe dat bewust en ik ga het niet veranderen. Ik laat duidelijk merken wat wat is, o.a. door waar mogelijk de hyperlinks te geven naar de bronnen waarop ik reageer.
Traditionele kranten, met als journalist opgeleide journalisten, vermelden feiten wel apart van meningen, maar laten dan een heleboel feiten onvermeld, misschien wel omdat zogenaamd het artikel anders te lang werd. (Tja, dat de Franse stembureaus open gingen kost ook ruimte op de voorpagina, nietwaar?). Wat is misleidender? Wie is er dan echt objectief?
Ook Peter R. de Vries heeft nu aan den lijve ervaren hoe geïnteresseerd de Nederlandse media zijn in een integere, betrouwbare overheid. In zijn uitzending van 22 april 2007 stelde hij aan de orde hoe verdachten van illegale wapenhandel, waarbij wapens werden doorgesluisd naar criminelen, steeds maar niet vervolgd werden.
Hij ziet een verklaring in “de betrokkenheid van GLADIO, een duistere stay behind-organisatie, een soort geheime (overheids)dienst, die in de jaren negentig door Lubbers was opgedoekt, maar op één of andere manier nog steeds tentakels in dubieuze wapenleveranties en geheime wapenopslagplaatsen heeft.”
Zelf zie ik ook een andere mogelijke verklaring: de op de minister na hoogste baas van Justitie, Joris D., wordt er immers van verdacht al vele jaren chantabel te zijn. Wat is er mooier voor criminelen dan om hun wapenvoorziening langs deze weg met steun van de overheid te verzekeren? Simpel toch? Daar is geen Gladio bij nodig.
Allemaal speculatie natuurlijk, en iedereen is onschuldig zolang het tegendeel niet wettig en overtuigend bewezen is.
Zie ook deze column
van ex-rechter Wicher Wedzinga, die nu in Groningen een
advieskantoor heeft.
Zie voor recente ontwikkelingen (februari-maart 2008) ook
deze column.
Naschrift 12 februari 2008:
Zie ook Maurice de Hond met het stuk
Ambtseed in Kazachstan aan de Rijn.
© 2007-2008 R. Harmsen