Het voortschrijden der tijd (1)

Vonnis

In het vonnis van 9 februari 2004, waarin Ernest Louwes wederom veroordeeld wordt voor de moord op mevrouw Wittenberg, gaat de rechtbank behalve op het DNA ook in op de kwestie van het mobiele telefoontje dat Louwes die avond pleegde met de weduwe, kort voor de moord.
Louwes houdt vol dat hij tijdens dat telefoontje op de snelweg bij 't Harde was, maar het is ontvangen door een paal in Deventer. Dat maakt hem verdacht, ook al bewijst het op zich volstrekt niet dat hij de moord gepleegd zou hebben.

In het vonnis staat:

Resumerend is het hof van oordeel dat het niet aannemelijk is dat de verdachte het telefoongesprek op 23 september 1999 om 20:36 uur heeft gevoerd vanaf de A28 nabij afslag ’t Harde. Het hof is in tegendeel van oordeel dat het feit dat dit gesprek is gevoerd via basisstation 14501 te Deventer er op duidt dat de verdachte op het genoemde tijdstip in of nabij Deventer was.

Propagatie

Eén theorie is dat Louwes bij 't Harde kon zijn, terwijl zijn telefoontje toch in Deventer werd opgepikt, door bijzondere atmosferische omstandigheden waardoor de radiosignalen zich over ongebruikelijke afstanden konden voortplanten.

Het hof heeft hierover deskundige meningen ingewonnen:

2.3.7. (Rapport d.d. 30 december 2003 van prof. F. Jondral, hoogleraar aan en directeur van het Instituut voor communicatietechniek van de Technische Universiteit van Karlsruhe:)
Volgens deze deskundige is het in principe mogelijk, maar hoogst onwaarschijnlijk dat een mobiele telefoon op de A28 nabij 't Harde met een zendvermogen van maximaal 2 Watt vanuit een voertuig zonder carkit en buitenantenne verbinding met basisstation 14501 te Deventer kan maken. Dat geldt eveneens wanneer met het hoogteprofiel tussen Deventer en 't Harde rekening wordt gehouden. Een dergelijke verbinding zou slechts mogelijk zijn indien er sprake is van bijzondere propagatie­verhoudingen, bijv. weers­omstandig­heden - prof. Jondral noemt onweer - en indien er geen basisstation in de buurt van de gsm te vinden was dat een betere verbinding tot stand kon brengen dan basisstation 14501 te Deventer.

2.3.8. Het hof tekent hierbij aan dat van dergelijke bijzondere weersomstandigheden niet is gebleken. Weliswaar is op de avond van 23 september 1999 sprake geweest van onweer, maar dat bereikte, blijkens een rapport van het KNMI van 8 oktober 2002, de A28 nabij afslag Harderwijk pas omstreeks 21:45 uur, komend vanuit het zuidwesten en trekkend naar het noordoosten.

Even verderop in het vonnis staat:

2.3.9. (Rapport van 5 januari 2004 van prof. Dr. Ir. G. Brussaard, gespecialiseerd in het onderzoek van bijzondere effecten van radiopropagatie en de eigenschappen van antennes:)
Volgens deze deskundige kunnen bijzondere elektrische verschijnselen in de atmosfeer op grote hoogte (de ionosfeer), als gevolg van uitbarstingen van de zon leiden tot abnormale propagatie (lees: voortplanting) van radio­golven op de korte golf, bij radiogolven met frequenties van 3 MHz tot 30 MHz. Echter in de frequentiebanden van de gsm-radiosignalen (900 MHz c.q. 1800 MHz) hebben verschijnselen in de ionosfeer in het geheel geen invloed op de signaalsterkte. Ontvangst over abnormaal grote afstanden op de gsm-frequenties kan alleen optreden door bijzondere buigings­verschijnselen in de atmosfeer op de hoogte van zender en ontvanger, dus van grondniveau tot maximaal enkele tientallen meters hoogte. Dit kan optreden bij zeer stil weer - zoals stille zomernachten of dagen met grondmist of smog - waarbij zich in de atmosfeer vlak bij de grond stabiele luchtlagen vormen met temperatuur-inversie. Zulke luchtlagen kunnen radiogolven afbuigen of weerkaatsen zodat ontvangst voorbij de horizon kan optreden. Deze weersomstandigheden waren op 23 september 1999 geheel afwezig (rapport KNMI d.d. 8 oktober 2002).

Ik vraag me toch af of de deskundigen en het hof wel voldoende rekening hebben gehouden met alle mogelijke vormen van bijzondere propagatie. Bij het schrijven van mijn artikel over de visuele horizon vond ik informatie over heel veel verschillende soorten bijzondere propagatie, ieder met hun eigen mogelijkheden en eigenaardigheden. Sommige daarvan heten tot ca. 30 MHz te kunnen werken, maar toch maakte ik zelf twee gevallen mee op ca. 100 MHz (weliswaar over een veel grotere afstand, 300 en 2000 km). Ongetwijfeld waren dat geen zenders van maar 2 watt, maar de afstand was dan ook veel groter, ruim 20 keer wat de ontwerpers zich hadden voorgesteld. Toch kwam het geluid normaal hoorbaar door, op een gewoon transistorradiootje met slechts een sprietantenne van voor de golflengte (3 meter) niet optimale lengte.

Er staan ook diverse opmerkelijke ontvangsten (zie Notable Receptions) genoteerd op veel hogere frequenties, o.a. een op diezelfde 20 juni 2003 als waarop ik in Portugal Schotse zenders hoorde. Brillie (blader naar 11 november 2006, "Leken moesten hun mond houden") maakt gewag van een opmerkelijke verbinding op 1296 MHz (iets hoger dan de 900 MHz van Louwes' mobiele telefoon) tussen Noord-Frankrijk en Goes in Zeeland, nota bene op diezelfde avond van 23 september 1999.

Het bewijst allemaal niet dat tussen 't Harde en Deventer zo'n propagatie heeft plaatsgevonden, maar uit te sluiten valt het ook bepaald niet. De argumentatie van bovenstaande in het vonnis geciteerde deskundigen vind ik veel te simpel en daarom niet overtuigend. Juist daarom waren de TA-gegevens onontbeerlijk, in tegenstelling tot wat het hof stelt.

Keuze basisstation

We zien dus dat een verbinding tussen Louwes bij 't Harde en een paal in Deventer, voorbij de visuele horizon, niet waarschijnlijk is, maar ook niet onmogelijk. De volgende vraag is dan: als het kan, is het dan ook gebeurd? Ook hier heeft het Hof zich over gebogen, en daarbij deskundigen geraadpleegd. En in dit geval onderschrijf ik hun zienswijze wel:

Het hof citeert uit een brief d.d. 1 december 2003 van J.D. Rijnders aan de advocaat-generaal.

Het bakensignaal van basisstation 14501 werd in september 1999 uitgezonden via radiokanaal 3. Dit kanaal werd toen ook gebruikt door de bakens van basisstations 10515 (Nunspeet) en 14768 (Zwolle). Deze stations liggen veel dichter bij de A28, afslag ’t Harde dan station 14501. Deze afstanden zijn 6,6 km (Nunspeet), 17,4 km (Zwolle) en ruim 24 km (Deventer).

[...]

Ten gevolge daarvan kon een mobiele telefoon ter hoogte van 't Harde het bakensignaal van basisstation 14501 niet hebben ontvangen en zolang dat niet het geval was kon er geen verbinding via basisstation 14501 worden opgebouwd.

Overbelasting

Hierbij speelt echter ook de mogelijkheid van overbelasting van basisstations een rol. Dat komt diverse keren aan de orde:

2.3.6. (Brief d.d. 1 december 2003 van J.D. Rijnders aan de advocaat-generaal:) Elk basisstation heeft een uniek bakensignaal, waarmee dat basisstation wordt geïdentificeerd. Mobiele telefoons selecteren, in geval van een "handover" naar een ander basisstation, met behulp van het systeem van bakensignalen de juiste basisstations. De uiteindelijke keuze van dit station wordt gedefinieerd aan de hand van een "lijst van nabijgelegen basisstations" die zich in elk basisstation bevindt. In deze lijst wordt exact afgebakend naar welk volgend basisstation - dat in de lijst moet staan vermeld - de gsm-verbinding moet worden doorgeschakeld

Direct naast de afslag A28 't Harde bevindt zich KPN-opstelpunt 1221. Daarop bevinden zich de basisstations 14793, 14794 en 14795. De aanwezigheid van sterke radiosignalen, afkomstig van dit opstelpunt, maken het logisch dat gsm-verbindingen in die omgeving over dit opstelpunt worden geleid of eventueel, onder de invloed van de "lijst van nabijgelegen basisstations" via naburige basisstations.

Ook indien sprake zou zijn van verhoogde radiopropagatie is het niet aannemelijk dat in de omgeving van 't Harde een basisstation uit Deventer kan voorkomen op de "lijst van nabijgelegen basisstations".

Bovendien blijkt uit de lijst van basisstation-instellingen in september 1999 - welke lijst is gevoegd bij de brief d.d. 4 december 2003 van J.D. Rijnders aan de heer Emaus, overgelegd ter terechtzitting van het hof van 8 december 2003 - dat het basisstation 14801 niet is vermeld - evenmin als basisstation 14501 - op de lijst van nabijgelegen basisstations die geldt voor de basisstations op KPN-opstelpunt 1221 ('t Harde). Een verbinding van een mobiele telefoon bij 't Harde met basisstation 14801 te Wezep is dus, om de hiervoor genoemde redenen, niet waarschijnlijk.

(Die meneer Emaus schijnt trouwens een neef van Henk R. te zijn, die een uitermate eigenaardige rol speelde in deze zaak. Maar dat is natuurlijk puur toeval.)

Tot zover

Even recapituleren wat we nu weten, want het is toch nogal ingewikkelde materie:

Capaciteit

Hoe groot is de kans op overbelasting? Vrij groot denk ik. Volgens Wikipedia was de ruimere 1800 MHz-band weliswaar vanaf 1998 al in gebruik, maar Vodaphone en KPN (met die laatste aanbieder belde Louwes) mochten die band toen nog niet gebruiken, om andere operators de kans te geven hun net op te bouwen. De 900 MHz-band is betrekkelijk klein, en KPN had daarin slechts 62 kanalen. (Maar Wikipedia is onduidelijk, want eronder in de tabel staan er nog 12, dus laten we even aannemen dat er 78 kanalen waren.)

In elk kanaal (d.w.z. twee, een voor telefoon naar mast en een voor mast naar telefoon) kunnen acht gesprekken tegelijk plaatsvinden. Juist daarom is de beroemde timing advance-regeling nodig, waar ik later nog op terugkom. Dat geeft dus een capaciteit van toentertijd 78 x 8 = 624 mobiele KPN-gesprekken tegelijk. Dit lijkt mij logischerwijze een begrenzing die niet geldt voor een enkel basisstation, maar voor een heel gebied waarin de basisstations elkaar kunnen 'zien'. Zouden ze namelijk eenzelfde kanaal gebruiken, dan storen ze elkaar. Het is dus ook niet waarschijnlijk dat een enkel basisstation is uitgerust met zend- en ontvangapparatuur voor al deze kanalen, omdat die toch niet tegelijk inzetbaar zouden zijn. De gesprekkencapaciteit per station is dus waarschijnlijk nog een stuk kleiner, misschien maar 100 of 200 gesprekken tegelijk. De kans dat dat af en toe volloopt lijkt me redelijk groot. Bedenk dat het donderdag was, dus koopavond in grotere plaatsen, en Deventer, Zwolle en Apeldoorn liggen niet al te ver af. (Zie kaartje op deze pagina.) Er was ook nog een file geweest, maar die was eerder bij Harderwijk. Maar wel alle kans dat het hele mobiele net in de regio die avond intensief gebruikt werd, ook al waren mobiele telefoons in 1999 minder gemeengoed dan in 2006. Maar dan was er bijpassend natuurlijk ook minder capaciteit dan nu.

Getrapte doorschakeling

De kans op doorschakeling wegens overbelasting van 't Harde is dus aanwezig. Alleen, zoals we al zagen, niet naar Deventer en zelfs niet naar Wezep, want die stonden gewoon niet in het lijstje. Maar nu komt er een cruciaal punt.
(Het idee is niet van mij, ik las het een tijd geleden al ergens op een blog, maar ik weet niet meer waar. Ik hou me aanbevolen voor tips, dan voeg ik de bronvermelding alsnog toe.)
Als een mast wegens overbelasting een gesprek overzet ('hand-over') naar een andere mast uit het lijstje, zou die nieuwe mast dan bijhouden dat hij maar 'tweede keus' is, en daarom het gesprek niet meer verder doorschakelen als hij zelf ook overbelast is of raakt? Lijkt me niet nuttig, niet logisch, en daarom niet waarschijnlijk. Stel nu dat die volgende mast het gesprek wel verder overzette, en mogelijk een volgende nog weer verder, enz. Uiteindelijk kan, gezien de algehele drukte in het net (koopavond) er een bij hebben gezeten die wél Deventer (of toch Wezep, met nummerverwisseling) in zijn doorschakellijstje had staan.

Normaal komt zo'n meervoudige doorschakeling niet ver, omdat je al snel uitkomt bij basisstations die te ver weg zijn, dus buiten de visuele horizon liggen. Maar in combinatie met bijzondere propagatie-omstandigheden is het dan denkbaar dat Louwes die avond toch vanaf de snelweg bij 't Harde contact heeft gekregen met de gsm-mast in Deventer!

Toegegeven, mijn redenering berust op een combinatie van mogelijkheden, die allemaal niet heel waarschijnlijk zijn. Maar onmogelijk zijn ze ook niet.
Er zijn veel vragen. Werkt de doorschakeling wel echt zoals ik denk? Er kunnen hand-overs plaatsvinden tijdens een gesprek, als het toestel een ander station hoort dat beter doorkomt. Maar 16 seconden is erg kort. Vinden hand-overs wegens overbelasting misschien al plaats vóórdat het gesprek tot stand gekomen is, als het ware terwijl het nummer ingetoetst wordt of de kiestoon overgaat? Of nog eerder al?
Overbelasting ontstaat immers door een gebrek aan gesprekskanalen. Het máken van de verbinding wordt via andere, speciale kanalen uitonderhandeld (allemaal volautomatisch natuurlijk, de gebruiker heeft er geen weet van en geen invloed op). Dan ligt het voor de hand vooraf al een geschikt basisstation te zoeken – eventueel via doorschakelingen – één dat wél een gesprekskanaal (met daarin minstens een van de 8 time-slots) vrij heeft.

We weten het allemaal niet. Het is door de rechtbank kennelijk niet onderzocht, niet in voldoende detail nagevraagd bij de deskundigen.

Timing advance

Als de TA-gegevens bekend waren geweest, dan had dat ook niet gehoeven, want dat wisten we het allemaal gewoon zeker. Zo kom ik weer bij het oordeel van de rechter:

Overigens is naar het oordeel van het hof het ontbreken van de timing advance gegevens gecompenseerd door uitvoerig onderzoek door verschillende deskundigen naar de mogelijkheid dat verdachte het bewuste telefoongesprek heeft gevoerd vanaf de A28 nabij ’t Harde.

Eerder staat vermeld:

Op de terechtzitting van 26 januari 2004 heeft prof. Brussaard, gehoord als deskundige, zijn rapport van 5 januari 2004 nader toegelicht en daarbij gepersisteerd.
Hij heeft er aan toegevoegd dat de zogenaamde timing advance gegevens niet nodig zijn om uitsluitsel te kunnen geven over de door hem beantwoorde vraag.

Daar ben ik het, gezien het voorafgaande, dus heel erg mee oneens. Het Hof baseert zich nu op waarschijnlijkheden, vermoedens, speculaties. Toegegeven, ik doe hier zelf niet anders. Maar met de TA-gegevens was dat allemaal niet nodig geweest, dan hadden we het geweten. Dat iemand op het tijdstip van de moord in Deventer was, bewijst volstrekt niet dat hij een moord gepleegd heeft. Het omgekeerde, dat eventueel aangetoond zou kunnen worden dat hij niet in die stad was, zou hem een keihard alibi verschaffen. (Letterlijk, want alibi = elders.)
Daarom is het verschil tussen een sterk vermoeden en keihard bewijs wel degelijk cruciaal. Het Hof slaat hier de plank naar mijn mening volkomen mis. Vanwege het ontbreken van de TA-gegevens had het hele gsm-bewijs terzijde gelegd moeten worden. (Dit is mijn mening als logisch redenerend burger; ik ben geen jurist.)

Bedenk dat dit telefoonverhaal eigenlijk de enige harde aanwijzing is die Louwes verdacht maakt. Hij zegt dat hij die avond niet in Deventer was en zich tijdens het telefoongesprek op de snelweg bij 't Harde bevond. Maar het telefoontje kwam op de mast in Deventer binnen. Bewijst niets over de moord, maar het zou betekenen dat hij liegt. Dat is verdacht.

Al het andere is allang door een rechtbank verworpen, flinterdun of er zijn sterke vermoedens van fraude en vervalsingen door politie, justitie of NFI: het mes dat het moordwapen niet was, de geurproeven waarmee hoogstwaarschijnlijk gefraudeerd is, het motief dat berust op redeneren achteraf, het bloedvlekje dat eerder niet opgemerkt was maar plotseling cruciaal bewijs werd. Eigenlijk hebben ze helemaal niks tegen Louwes. Alleen, hij loog dat hij niet in Deventer was. Dus is het cruciaal als bewezen had kunnen worden dat hij inderdaad niet in Deventer was.

Het hof schrijft verder in het vonnis:

Uit het verhoor van G.H Emaus (Bureau technische ondersteuning van de politie) ter terechtzitting van 8 december 2003 is gebleken dat het team dat belast was met het onderzoek in de onderhavige zaak in november 1999 aan hem, Emaus heeft gevraagd te onderzoeken of het mogelijk is een mobiele telefoonverbinding op te bouwen tussen de A28 bij ’t Harde en het basisstation in Deventer en dat pas bij zijn contact met de provider (KPN) is gesproken over de timing advance waarden, maar dat toen die gegevens niet meer beschikbaar bleken te zijn.

2.3.14. De verdediging heeft voorts aangevoerd dat, indien zou worden beschikt over de timing advance gegevens van 23 september 1999, het mogelijk zou zijn om precies de locatie vast te stellen van waar af de verdachte het bewuste telefoongesprek heeft gevoerd. Dat de politie de timing advance gegevens toen niet heeft onderzocht, terwijl ze thans niet meer beschikbaar zijn, acht de verdediging een ernstige omissie in het opsporingsonderzoek die niet ten nadele van de verdachte mag werken.

2.3.15. Het hof overweegt hieromtrent dat niet is gebleken dat de politie de timing advance gegevens welbewust buiten het opsporingsonderzoek heeft gehouden om de positie van de verdachte daardoor te verzwakken. De verdachte is niet aanstonds na het delict, maar eerst op 19 november 1999 aangehouden.

19 november is minder dan twee maanden na de moord, want die was op 23 september 1999. Men zegt dat de TA-gegevens steeds drie maanden bewaard worden. Zou de politie die gegevens nou werkelijk niet tijdig hebben opgevraagd? Ik kan het bijna niet geloven. Zou er niet een register zijn bij de KPN, een journaal, waarin chronologisch met volgnummer en datum vermeld staat welke gegevens wél aan justitie of politie moesten worden verstrekt? Tenslotte zal zo'n verstrekking geen alledaagse gebeurtenis zijn, want het gebeurt alleen als er een ernstige verdenking tegen iemand is. Stel dat ze wel opgevraagd zijn, maar in een kluis gestopt zijn omdat ze onwelgevallig waren (samen met het vest dat de weduwe droeg tijdens de moord?). Dan zou dat via zo'n KPN-register alsnog aantoonbaar zijn.

Ik vind het niet opvragen daarom zo onwaarschijnlijk, omdat het telefoontje van Louwes via die mast in Deventer op zich helemaal niets bewijst. Het zou kunnen bewijzen dat hij in Deventer was, maar daar waren tienduizenden mensen, die allemaal niets met die moord te maken hebben.

Het is toch werkelijk niet voorstelbaar dat een politieman genoegen neemt met alleen het gegeven dat er gebeld is via die bepaalde paal? Nee, die wil natuurlijk óók zo snel mogelijk de TA-gegevens erbij hebben, zodat duidelijk is (binnen enkele honderden meters, of in stedelijk gebied vaak minder) op welke tijdstippen de verdachte waar was. Welke route nam hij die avond? Bleef hij na de veronderstelde moord nog een tijd in of bij het huis, bijvoorbeeld om sporen uit te wissen? Of verdween hij snel weer? Waar ging hij daarna heen, mogelijk om zich te ontdoen van het moordwapen? Waar is het kansrijk daarnaar te zoeken? Kloppen de TA-gegevens met zijn verklaringen in de verhoren?

Het gaat er bij mij echt niet in dat een onderzoekende politieman die gegevens niet meteen opvraagt of laat opvragen. Dat maak je mij gewoon niet wijs.

Dus: waar zijn die gegevens gebleven? In welke kluis liggen ze? Als ze alsnog boven water komen zou het meteen tot invrijheidstelling van Louwes kunnen leiden. Want nogmaals, verder heeft justitie in wezen niks.


Noten:


Timing advance

TA betekent timing advance. De titel van dit stuk is een verwijzing daarnaar: het voortschrijden der tijd. In één en hetzelfde gsm-kanaal kunnen acht telefoons tegelijk 'praten'. Ze zenden om de beurt, zodat ze elkaar niet storen. Radiosignalen gaan heel erg snel, maar door de ook snelle omschakeling maakt de afstand wel uit: als een telefoon zich verplaatst, komt hij dichter bij of verder van het basisstation, zodat hij iets later of iets eerder moet zenden.

Daarom peilen basisstations de telefoons om de zoveel tijd (een paar minuten of zo) uit, in samenwerking met elkaar, zodat ze door kunnen geven hoe de synchronisatie moet zijn zodat een toestel niet door een ander heen zendt. Uit die gegevens, die enkele maanden bewaard worden, is de positie van elk ingeschakeld gsm-toestel tamelijk nauwkeurig te bepalen, ook achteraf.

Opmerking: bovenstaande werkt technisch waarschijnlijk in twee opzichten anders.


Timing advance voortdurend?

Ik ben er niet helemaal zeker van of het uitpeilen, dus het bepalen van de timing advance, alleen gebeurt tijdens een gesprek, of voortdurend zolang het toestel aanstaat en in het 'zicht' is van meer dan één basisstations. Ik vermoed het laatste. Dat heeft uiteraard een grote invloed op de bewijswaarde van de TA-gegevens. Of alleen bekend had kunnen zijn waar Louwes was tijdens dat ene telefoontjes, of ook op allerlei tijdstippen daarvoor en daarna, dat maakt nogal wat uit.

Dit patent gaat uitgebreid op deze materie in, maar ik haal er niet met zekerheid uit of dit nu tijdens en vlak voor gesprekken plaatsvindt, of ook in stand-by. Ook is niet duidelijk of dit patent daadwerkelijk zo in GSM-netwerken werd en wordt toegepast.

Opmerking: bij nader inzien waarschijnlijk tijdens een gesprek.


Statistiek achteraf?

Het lijkt me technisch mogelijk met recentere gegevens (liefst in het zelfde jaargetijde alsnog na te gaan hoe vaak het voorkomt, dus hoe waarschijnljk het is, dat gesprekken tamelijk ver worden doorgeschakeld. Komt het vrijwel nooit voor? Komt het regelmatig voor? Jammer dat zulk onderzoek niet gedaan is.


Tijdstip van de moord

Het tijdstip van de moord staat niet eens met zekerheid vast. Men heeft technische mogelijkheden om dit nauwkeuriger te helpen vaststellen (bijv. oogvocht) onbenut gelaten, en enkele getuigen menen het slachtoffer de dag na het vermoede tijdstip van de moord nog levend te hebben gezien. Als het tijdstip beter bepaald was, kwam het alibi van alle verdachten (onderzocht en niet onderzocht) misschien wel in een heel ander daglicht te staan.


Mobiele telefoons – Van afluisteren tot plaatsbepaling
Justitie wil opsporen via gsm
Overview of the Global System for Mobile Communications
Das Mobilfunk-Glossar: Merkwürdige Begriffe verwirrend erklärt...
GSM (Nederlandse Wikipedia)
GSM (Duitse Wikipedia)
De valkuilen van ons denken

Toevoeging mei 2007, link naar een rapport van maart:
Samenvatting Rapport over GSM-gesprek van Ernest Louwes op 23-9-1999 om 20:36
(mirror)