8 november 2012, radionieuws Radio 1, 8 uur, nieuwslezer Dorald Megens. Letterlijk citaat vanaf 03m52s.
“Het dodental van de aardbeving voor de kust van Guatemala is opgelopen tot 48, hebben de autoriteiten bekendgemaakt. Het dodental kan nog oplopen omdat sommige plaatsen van de buitenwereld zijn afgesloten, en nog een aantal mensen wordt vermist.”
Over ‘vermist’ ga ik het niet hebben, dat woord is al eerder aan de orde geweest. Zie de delen één en twee van deze serie.
Maar dan ‘afgesloten’. Zoals het er staat, met in de bijzin het hulpwerkwoord voorop, moet het een handeling inhouden.
Zo’n situatie is voorstelbaar. Die had je bijvoorbeeld in Japan na de tsunami van 11 maart 2011. Door de gevolgen van de schade aan kerncentrales werden het stralingsniveau op veel plaatsen te hoog en was er besmettingsgevaar. De autoriteiten hebben toen gebieden afgesloten. Slagbomen op wegen, politiebewaking erbij. Ook maanden later zag je dat nog in reportages op tv.
Maar nu in Guatemala? Ik heb over die aardbeving weinig meer gehoord, maar gelukkig weet Wikipedia bijna alles.
Het lijkt mij logisch dat de afsluiting in dit geval niet bewust en opzettelijk door iemand gedaan is, maar dat er onbereikbaarheid is ontstaan, als toestand, als gevolg van schade aan wegen. De wegen werden onbegaanbaar, telefoonlijnen knapten, zodat gebieden onbereikbaar werden. Daardoor geraakten die gebieden, en de mensen die er wonen, in de toestand van afgesloten zijn van de buitenwereld.
Zoals de Spaanstalige Wikipedia het vertelt: “carreteras fueron bloqueadas por deslizamientos”. Wegen waren (of ‘werden’, dat kan het in het Spaans ook betekenen, denk ik) geblokkeerd door aardverschuivingen.
In dat geval is naar mijn mening in het Nederlands in een bijzin alleen correct: ‘omdat sommige plaatsen van de buitenwereld afgesloten zijn’. Met “zijn afgesloten” is het fout.
Of je moet in gedachten de natuur, de aardbeving, de aardverschuivingen personifiëren, ze voorstellen als een soort bovennatuurlijke wezens met niet altijd even goede bedoelingen. Zoals de Germanen vroeger de bliksemgod Wodan en de dondergod Donar hadden.
Zulke gepersonifieerde natuurkrachten zouden dan actief, mogelijk zelfs bewust en opzettelijk, die afsluitingen hebben bewerkstelligd. Dan zou de gehoorde variant taalkundig juist zijn.
Maar zo’n wereldopvatting met personificaties ligt natuurlijk niet op de weg van een neutraal nieuwsmedium. Dus zo kan het niet bedoeld zijn.
Ik had, onder het onderkopje boven het bovenstaande, ‘personaliseren’ gebruikt waar ik ‘personifiëren’ bedoelde.
Het was me gisteren bij de spellingscontrole, via Word 2007, al opgevallen dat de woorden ‘personaliseren’ en ‘gepersonaliseerde’ werden afgekeurd. ‘Personaliseren’ staat inderdaad niet in de Woordenlijst (maar wel in de dikke Van Dale editie 13), hoewel personalisatie wel in de Woordenlijst staat.
Vanochtend bekeek ik het lijstje met nooit eerder door mij gebruikte woorden, dat me vannacht om kwart voor drie was toegemaild vanaf de webserver. Ik zag die woorden en moest weer denken aan de onterechte afwijzing van gisteren door de spellingscontrole. Uit argwaan pakte ik nu toch de dikke driedelige erbij, en wat blijkt: ‘personaliseren’ en ‘gepersonaliseerde’ zijn wel bestaande woorden, maar ze betekenen niet precies (of eigenlijk: helemaal niet) wat ik ermee bedoelde.
Dus nu veranderd in ‘personifiëren’ en ‘gepersonifieerde’, en verderop de zin wat veranderd zodat ook ‘personificatie’ in de tekst voorkomt.
Je moet als schrijver dus wel oppassen met woorden die je denkt te kennen. Eigenlijk moet je alle woorden nakijken in het woordenboek, ook die van je moedertaal. Ik merkte dat eerder al bij ‘alter ego’ waarmee ik ‘heteroniem’ bleek te bedoelen.
Copyright © 2012 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.