–1999
Algemeen Dagblad van 6 april 1999, pag. 6:
“Borovoi is een van de weinige Russische politici die menen dat de NATO-bombardementen op Joegoslavië zijn gerechtvaardigd.”
Door wie gerechtvaardigd? Door Borovoi? Door de Duma? Door de secretaris-general van de NAVO?
20:20, 10 maart 1999, TV-journaal:
“Ze hadden foto’s bij zich van mensen die zijn vermist.”
Is vermissen een werkwoord? Kun je iemand vermist hebben, als handeling, op een bepaald moment? Ik vind het twijfelachtig.
Toch ligt de zaak soms opeens weer anders. Ik hoorde laatst iets als:
“[...] van één vermiste wordt gevreesd dat hij is overleden.”
Ik veerde op, dacht weer een fout opgemerkt te hebben, en nog wel een erg duidelijke, omdat ‘overlijden’ dan wel een werkwoord is, maar al nauwelijks een actieve betekenis heeft. Maar er is een belangrijk verschil met andere voorbeelden: ‘is overleden’ is geen verkorting van ‘is overleden geworden’, dus geen lijdende vorm. Het werkwoord ‘overlijden’ hoort bij de groep waarvan ook ‘komen’ en ‘gaan’ lid zijn, van werkwoorden die niet met ‘hebben’ maar met ‘zijn’ vervoegd worden (of worden vervoegd (;-)).
In dit geval zijn ‘is overleden’ en ‘overleden is’ wat mij betreft equivalent, afgezien van een verschil tussen de zogenoemde rode en groene volgorde waarvan men beweert dat de eerste meer in spreektaal en in het oosten van het taalgebied, en de tweede in schrijftaal en het westen voorkomt.
Ik voel dat zelf niet zo duidelijk, maar het kan best waar zijn. Maar dan wel alleen voor echt werkwoordelijke voltooide deelwoorden, lijkt mij, niet voor bijvoeglijk gebruikte.
Een soortgelijk voorbeeld: Ik ga zo naar bed, als dit programma is afgelopen.
Het bovenstaande schreef ik op 10 maart 1999, dus nu ruim 11 jaar geleden. Vandaag ontdekte ik opnieuw wat ik toen ook al blijk te hebben opgemerkt. Alleen zie ik nu ook de consequentie ervan, namelijk dat veel van de voorbeelden die ik toen nog zou gaan ontdekken (maar niet allemaal) toch niet fout zijn!
Weer één: 13:00, 9 maart 1999, NOS radionieuws:
“[...] vrijgesproken in het proces [...] bloed dat met HIV was besmet.”
Er zijn twee dingen aan de hand: toen het transfusiebloed werd toegediend, was het besmet, bevond het zich in besmette toestand, en dat was tevoren niet gecontroleerd. Daar ging het proces over. Om in besmette toestand te raken, zal dat bloed ongetwijfeld ook ooit in de donor besmet moeten zijn geraakt (‘besmet’ niet als eigenschap, maar als gebeurtenis, als ‘handeling’), maar daar ging het proces niet over, tenzij ik het verkeerd begrijp, en het bloed na afname besmet is geraakt.
Even aannemende dat dat niet zo is, vind ik de volgorde ‘was besmet’ dus ook nu weer onjuist, en alleen ‘besmet was’ juist.
Een later soortgelijk voorbeeld:
15:00, 7 feb 1998, NOS radionieuws:
“De politie vermoedt, dat ook de man van de vrouw bij de moord is betrokken.”
Ik vraag me dan altijd af: ‘Door wie dan? Wie heeft hem erbij betrokken?’
Volgens mij is deze zin namelijk fout, tenminste in de betekenis die waarschijnlijk bedoeld wordt.
Bij ‘is betrokken’ moet ‘betrokken’ wel een verleden deelwoord zijn, dus een werkwoordsvorm. Het kan geen bijvoeglijk naamwoord zijn, vergelijk ‘... dat ook de man van de vrouw over de moord is verdrietig’. Dan kan het duidelijk alleen ‘verdrietig is’ zijn.
Dus ‘is betrokken’ is een werkwoordsvorm, er wordt iets verteld over een handeling, die daadwerkelijk door iemand verricht is, op een bepaald moment.
Maar dat is, denk ik tenminste, niet wat dit bericht wil uitdrukken. Het gaat er niet over wie dat ‘erbij betrekken’ dan wel gedaan heeft (hijzelf waarschijnlijk), het gaat om ‘erbij betrokken zijn’ als toestand, als eigenschap, als situatie; niet als handeling.
‘Betrokken’ is hier geen verleden deelwoord, maar een bijvoeglijk
naamwoord, of een als bijvoeglijk naamwoord gebruikt verleden
deelwoord. En daarom is de volgorde ‘is betrokken’ hier volgens mij
fout.
Van eventuele regels over de volgorde bij werkwoordsvormen, zoals in mijn vierde zin
boven ‘bedoeld wordt’ of ‘wordt bedoeld’ (kan m.i. allebei) staat
dit los: Die gelden alleen bij deelwoorden die echte
werkwoordsvormen zijn.
In het TV-journaal van 21 jan 1997:
“De minister gaat er van uit, dat abortus (alleen) in bijzondere gevallen is toegestaan.”
Volgens mij is de volgorde ‘is toegestaan’ hier fout, omdat die aangeeft dat ‘toegestaan’ een werkwoordsvorm moet zijn, en niet een bijvoeglijk naamwoord. Vervang maar eens ‘toegestaan’ door ‘verkeerd’, dan ontstaat een ongrammaticale zin, dan moet het duidelijk ‘verkeerd is’ zijn. Dit betekent dat ‘is toegestaan’ hier een lijdende vorm is, een verkorting van ‘is toegestaan geworden’, en dat er dus een handeling is geweest, de handeling van het toestaan, uitgevoerd door iemand.
Als ik dit hoor, denk ik daarom: ‘Wie heeft dat dan toegestaan, en wanneer?’. Maar dat is niet bekend, want het gaat niet over een concreet geval, maar over algemene situaties met eigenschappen. ‘Toegestaan’ is hier dus een bijvoeglijk naamwoord, het geeft geen handeling aan, maar een eigenschap.
Dus is de enige juiste volgorde ‘toegestaan is’.
Deze fout valt me altijd alleen op in het radio- en TV-nieuws. Waar komt dat toch vandaan? Een verkeerd toegepaste regel uit een redactiehandboek? Of voelen anderen dit niet als fout aan?
Copyright © 1997–1999 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.