Tolos e tolices (opmerkingen van vertaler)

Inleiding

Ik geef hier overwegingen, vertaalalternatieven en zijdelingse opmerkingen bij mijn poging een blogartikel van J. Rentes de Carvalho uit het Portugees in het Nederlands te vertalen.

Opmerkingen


Bom dia, Portugal

Eerder deze week had ik bij het voorbereiden van de vertaling het origineel maar half gelezen, waarbij ik uit “esta manhã” afleidde dat de auteur het interview niet alleen zag op de dag dat hij het artikel schreef, maar ook dat het diezelfde dag zou zijn uitgezonden. Ik ging dus via internet de aflevering van 19 december snel doorbladeren. Gelukkig kun je door in de navigatiebalk steeds iets verder te klikken, vlot alles doorploegen, waarbij je zelden een onderdeel mist. Soms bekeek ik een stukje wat langer, wat ook goed is voor mijn Portugese luistervaardigheid.

Bom dia Portugal (letterlijk betekent dat, zoals u vast al geraden had, ‘Goedemorgen, Portugal’) blijkt een dagelijks ochtendprogramma van de Portugese publieke omroep RTP, dat elke dag van 7:00 tot 9:00 uur te zien is. Het is te vergelijken met vroegere of huidige Nederlandse programma’s als Koffietijd en Goedemorgen Nederland.

Er zijn vaste onderdelen, zoals nieuws, sport (vooral voetbal, maar ook handbal enz.), het weer, verkeersinformatie (met webcambeelden van bovenaf), politiek, economie, kunst, en de (voor mij nog altijd zeer leerzame) korte taalrubriek Bom Português (‘Goed Portugees’, daarin elke dag een spellings- of ander taalonderwerp).

Bij mijn zoekpoging in het programma van 19 december vond ik het interview met schrijver J. Rentes de Carvalho (want daar ging het over, weet u nog?; ik was al weer flink afgedwaald) niet.

Niet alleen had ik uit “esta manhã” een verkeerde conclusie getrokken over het uitzendtijdstip (de auteur kan het programma in plaats van in Portugal op tv, natuurlijk ook waar dan ook later op internet hebben bekeken, of op een andere manier ingeblikt); ook betekent domingo passado kennelijk niet afgelopen zondag in de zin van de zondag voor de maandag van schrijven, maar eerder ‘vorige week zondag’.

Na een mailtje aan de auteur en zelf ook wat googelen vond ik de juiste aflevering, namelijk van zondag 11 december 2011. Het interview met J. Rentes de Carvalho is daarin te zien vanaf lokaal tijdstip 8:32 (zie aanduiding rechtsonder in beeld), overeenkomend met 32:42 in de videotijdbalk.

Het interview duurt ongeveer 7 minuten. Het wordt afgenomen door presentatrice Carla Trafaria.

Handiger is deze afzonderlijke weergave van alleen dit interview. Daarin, van tijdstip 1:20 tot 2:33 is inderdaad de gewraakte bewering te zien, die de aanleiding vormde voor het stukje dat ik vertaalde en waar ik nu commentaar bij schrijf. Er staat:

O autor vive há décadas na Holanda onde recebeu em 1997 o "Prémio Erasmus".
ofwel:
‘De auteur woont al tientallen jaren in Nederland, waar hij in 1997 de "Erasmusprijs" ontving’.

Jacques Delors

Dat is dus onjuist. Niet J. Rentes de Carvalho heeft in 1997 de Erasmusprijs gewonnen, maar Jacques Delors. De schrijver droeg toen een tekst bij, die, in het Engels vertaald, deel ging uitmaken van een boek dat ter gelegenheid van de uitreiking van die prijs aan Jacques Delors, hem werd aangeboden.

Eenvoudig googelen (ik kan dat wel, zodat ik nu wel weet wat de Erasmusprijs is, hoewel ik daar eerder ook nooit van gehoord had) levert al snel een vindplaats op van de betreffende tekstbijdrage.


In hun hoofd gezet

Letterlijk

Ik vertaalde: Waar halen ze dat nou toch vandaan?, maar letterlijk staat er “Que se lhes terá metido na cabeça?”.

Wat dat letterlijk nou precies betekent, dat vind ik moeilijk te bepalen. Het woordje ‘se’ kan ‘zich’, ‘elkaar’ of ‘men’ betekenen (en ook ‘als, indien’ maar dat past hier niet, lijkt mij).

Grammaticaboek erbij

Olga Mata Coimbra en Isabel Coimbra onderscheiden in hun boek Gramática activa 2 (IBSN 978-972-757-173-4), in Unidade 34 op blz. 74 drie situaties:

Welk geval is in de beschouwde zin, “Que se lhes terá metido na cabeça?”, nu van toepassing?

Wederkerend?

Bij 1a is ‘se’ nooit het onderwerp. Wat dan wel? De redactieleden (met een in de werkwoordsvorm ingebouwd onderwerp, zodat dat kan in talen als Spaans, Portugees en Russisch)? In de volgende zin wordt in het meervoud naar hen verwezen: “Sabem, os que fizeram a asneira [...]”. Maar de persoonsvorm ‘terá’ is enkelvoud. Dus dat kan niet.

Is dan ‘que’ het onderwerp? ‘Wat heeft zich hun (aan hen, bij hen) in hun hoofd gezet?’?, ‘Welk idee heeft zich daar vastgezet?’?, ‘Welk idee heeft daar postgevat?’? Misschien is dat het.

Of had er in plaats van ‘que’ (wat) ‘quem’ (wie) moeten staan? ‘Wie heeft ze dat wijsgemaakt?’ Nee, klopt niet. Dan zou ik eerder verwachten ‘Quem lhes terá metido isso na cabeça?’

Wederkerig?

1b dan? ‘Wat hebben ze elkaar in hun hoofd gezet, wat hebben ze elkaar wijsgemaakt, die twee reactieleden of redactieassistenten?’? In de “Ficha técnica” staan er inderdaad twee genoemd, Sérgio Gomes en Carlos Manuel.

Maar deze interpretatie is niet mogelijk, want bij geval 1b staat de persoonsvorm altijd in het meervoud en ‘terá’ is enkelvoud.

Terzijde: ik vertaal ‘terá’ in mijn letterlijke weergavepogingen hier steeds met een tegenwoordige tijd, maar het is toekomende tijd die (denk ik) een onzekerheid, een suggestie uitdrukt. Een vergelijkbare uitdrukking is ‘Será que [...]?’ met de betekenis ‘Wellicht is het zo dat’ of ‘Het zal toch niet zo zijn dat [...] of toch wel?’. Maar daar gaat het me nu niet om, dat aspect was me meteen al wel duidelijk.

Passiverend?

Que se lhes terá metido na cabeça?

Bij ‘se’ als partícula apassivante neemt het min of meer de rol van het onderwerp over, dat zelf niet genoemd wordt, d.w.z. het onderwerp wordt in het vage gelaten. Ik kende dit gebruik van de blauwe maandag dat ik wat Spaans probeerde te leren (in 1973 of zo), maar ik heb de indruk dat men er in die taal makkelijker mee omgaat, dat men dat grammaticale middel vaker gebruikt dan in het Portugees.

Je zou dat letterlijk in het Nederlands kunnen vertalen: ‘Wat heeft men zich in het hoofd gezet?’. Maar dan zet ik op de plek van ‘lhes’ het wederkerend voornaamwoord ‘zich’. Zou dat in het Portugees ook de situatie zijn? Omdat ‘se’ al als partícula apassivante gebruikt is, gebruikt men in dezelfde zin niet nogmaals ‘se’ als wederkerend voornaamwoord (pronome pessoal reflexo), maar vervangt dit door ‘lhe’ of ‘lhes’? Ik weet niet of dat wel kan of moet.

Poging tot conclusie

Misschien is het wel zo dat voor de native speaker de gevallen 1a en 2 gevoelsmatig tegelijk van toepassing zijn, zonder zich druk te maken over het exacte verschil of over wat de grammaticaboekjes ervan vinden. Tenslotte had ik zelf van meet af aan het gevoel dat ik de zin wel begreep in de context. Ik handhaaf daarom maar mijn vertaling Waar halen ze dat nou toch vandaan?, ook al is dat misschien niet de letterlijke betekenis. Het gaat erom dat het past in het verhaal en goed klinkt in de doeltaal van de vertaling.


Alles door elkaar

Weer een mooi stukje idioom: in het origineel staat: “e meteram [...] os pés pelas mãos”. Letterlijk, denk ik: ‘ze zetten hun voeten door hun handen’, hoewel ik dan het vaak lastig vertaalbare voorzetsel ‘por’ (hier in de combinatievorm ‘pelas’ van een ouder ‘polas’ (nog zo in het Galicisch), ontstaan uit ‘por las’ met verlies van de r in plaats van de l) mogelijk verkeerd weergeef.

Gelukkig heb ik veel Portugese woordenboeken, zodat er bijna altijd wel eentje tussen zit waarin het idioom wél verklaard wordt. (Dat zijn helaas meestal niet de eentalige, zoals ik hier al opmerkte.)

In het Langenscheidt Taschenwörterbuch Portugees-Duits-Portugees staat bij het trefwoord ‘mão’: “meter os pés pelas ~s = den Kopf verlieren”. Zo kwam ik, door de letterlijke betekenis en de context erdoorheen te klutsen, tot de vertaling ‘hebben ze [...] alles door elkaar gegooid’.


Welke klas precies?

[...] ao findar a quarta classe da primária ” heb ik letterlijk vertaald met ‘aan het eind van de vierde klas lagere school’.

Ik refereer daarmee aan de vierde klas van de lagere school zoals ik die zelf tussen 1961 en 1967 in Nederland heb doorlopen. Daarbij gingen kinderen in hun zesde levensjaar naar de eerste klas. Later is in Nederland de kleuterschool met de lagere school gecombineerd tot de basisschool, en werden de klassen groepen. Ik ken dat systeem omdat al mijn kinderen het meemaakten, maar ik vind het toch nog steeds onwennig. In dat nieuwe Nederlandse systeem is de vierde klas groep 6, die men afsluit op ca. 10-jarige leeftijd.

In Wikipedia is heel wat te vinden over hoe dat in Portugal geregeld is, of belangrijker in dit geval, geregeld was. Ik noem de artikelen: Ensino primário, Educação básica, Ensino secundário. Ik heb het allemaal vluchtig doorgelezen, en daarbij bekroop mij het vermoeden dat J. Rentes de Carvalho misschien ook wel zo’n 10 jaar oud geweest kan zijn bij het afsluiten van “o ciclo elementar (da 1a à 4a classes)”.

Zeker weet ik het niet, maar voor de strekking van zijn betoog maakt de exacte leeftijd ook niet uit. Het gaat erom dat hij op volwassen leeftijd nooit een prijs gewonnen heeft, maar alleen als kind.

Wij zouden zo’n afsluitend cadeau (ik heb zelf ook nog ergens een stichtelijk boekje in de kast staan van toen ik op mijn twaalfde de zesde klas had afgesloten) in het Nederlands niet snel een ‘prijs’ noemen, maar het Portugese woord ‘prémio’ heeft kennelijk een ruimere betekenis: “distinção conferida por certos trabalhos ou certos méritos”, ofwel in het Nederlands: beloning, bekroning.

Maar om het hier essentiële verband met de Erasmusprijs niet kwijt te raken, heb ik die woorden in de vertaling toch niet gebruikt.


Escudos in vroeger tijden

Boekje

Of “caderneta da Caixa” echt spaarbankboekje betekent (voor de jongere lezers: dat was zoiets als een spaarrekening, maar dan moest je het gespaarde contante geld echt naar de bank brengen en werd het tegoed letterlijk bijgeschreven in dat boekje, met vervolgens een stempel eroverheen als bewijs dat het echt door de bankbediende gedaan was), dat heb ik niet in woordenboeken bevestigd kunnen vinden.

Maar “Caixa” staat met een hoofdletter en een ‘caixa de depósitos’ is een spaarbank. Deze spaarbank met letterlijk de naam ‘Algemene Spaarbank’ (Caixa Geral de Depósitos) wilde hier het sparen bij kinderen stimuleren door te zorgen dat “todas as crianças receberam uma caderneta da Caixa” (ik lees dat als ‘alle kinderen ontvingen een spaarbankboekje’). Daarom durf ik toch wel aan te nemen dat dat in het te vertalen stukje bedoeld is.

Misschien is het ook een soort kasboek, om uitgaven en inkomsten in bij te houden. Of een combinatie van beide.

Kidzânia zal wel een grappig bedoelde naam zijn, zoiets als Kidsland of Kinderland.

Bedrag

50 escudos tegen de koers bij de introductie van de euro zou vrijwel gelijk aan 25 eurocent zijn. Een verwaarloosbaar bedrag nu. Hoewel, als ik het me goed herinner kon je in 1999 nog een weliswaar piepklein kopje sterke koffie, een (in sommige delen van het land) zogeheten ‘bica’ kopen voor 35 escudos. Maar daarna werden ze snel duurder, zeker in de grote steden. Ik meen dat ik in 2004 of zo in Porto of Lissabon ook wel eens 100 escudos heb betaald, of nee, die waren toen al afgeschaft, was het dan 50 eurocent of een hele euro? Ik weet het niet precies meer. (29 december: zie naschrift.)

Hierbij hou ik natuurlijk geen rekening met de inflatie, en verder naar het verleden met devaluaties. Bij de girale introductie van de euro in 1999 was een escudo vrijwel evenveel waard als een Duitse pfennig (iets meer dan een Nederlandse cent dus), maar eerder was dat meer.

(Het woord ‘escudo’ betekent trouwens oorspronkelijk ‘schild’: “antiga arma defensiva, geralmente circular, para livrar dos golpes da espada ou da lança”.)

Bij de introductie van de escudo in 1911 werd de waarde gelijkgesteld aan die van 1000 stuks van de oude munt real, vandaar de oude naam milréis (variant van ‘mil reais’ waarin ‘reais’ het meervoud van ‘real’ is). Dit staat o.a. hier beschreven.

Over historische inflatie vond ik hier gegevens: relatief stabiel in de 19e eeuw, tussen 1910 en 1925 een enorme inflatie van gemiddeld 23,8% per jaar, waardoor de prijzen over die hele periode in totaal 23 keer zo hoog werden. In de periode 1926-1973 was de inflatie beperkt tot een jaarlijkse 2,4%, maar na de anjerrevolutie van 1974 liep die weer op: 11,2% per jaar.

Als deze cijfers kloppen, zou 50 escudos rond 1940 overeenkomen met 112 escudos in 1974. In 2007 zou dat door de veel hogere inflatie zijn opgelopen tot 3721 escudos, of omgerekend naar euro’s (koers 200,482): ruim 18,50 euro. Wel een leuk bedrag voor een schooljongen om een spaarrekening mee te openen.


Citaten

Hier wat citaten uit het betreffende interview.


Naschrift 29 december 2011

Dit krantenartikel in het Jornal de Notícias vertelt me dat koffie nu in het noorden van Portugal gemiddeld 60 eurocent per kopje kost en in Lissabon zelfs 70. Als de escudo er nog was zou dat (tegen de toenmalige introductiekoers) overeenkomen met 120 tot 140 escudos.

Voor Nederlandse begrippen is dat nog steeds erg weinig, want hier betaal je eerder zo’n €1,80 tot €2,30; maar dan wel voor een veel grotere kop.