Vorig jaar oktober en november schreef ik over de maximumsnelheid van 130 km/h en over onduidelijke verkeersborden met 120 erop en een of meer onderborden “6–19h” en “bij gesloten spitsstrook”.
Inmiddels blijkt de ANWB er een meldpunt voor ingericht te hebben, waar mensen via e-mail of Twitter hun meningen en ervaringen kwijt konden. Dat was zelfs al begin september 2012, voor mijn eerste ervaring met het fenomeen op 6 oktober 2012. Kennelijk heb ik dus in september niet op zitten letten.
Hier een evaluatie van de ANWB over hun meldpunt, gedateerd 25 september 2012.
Gisteren meldde de NOS dat de SP Kamervragen gesteld had over de kwestie. Staatssecretaris Teeven vond het allemaal wel duidelijk. Ik nog steeds niet.
Reden voor een update.
Zoals ik op 19 november 2012 schreef, heb ik – indirect, via een korte en prikkelende verwijzing naar mijn stukjes – aan de overheid gevraagd wat die borden nou precies betekenden. Ik deed dat via de website Doe mee, zo blijkt nu ik het antwoord (van 21 november) weer bekijk. Wist ik niet meer.
Ik vond het maar een raar antwoord. Want er stond namelijk niet in wat die borden geacht werden te betekenen. Als de borden duidelijk waren geweest, hadden ze dat bij Postbus 51 toch gemakkelijk moeten kunnen navragen? Maar ja, ik blijk dat ook niet rechtstreeks gevraagd te hebben, dus eigen schuld.
Wel stond er in de antwoordmail:
“Rijkswaterstaat (RWS) is de
wegbeheerder voor de rijkswegen, de provincies voor de provinciale
wegen, de gemeentes voor de lokale wegen en de waterschappen voor
de waterschapswegen. Op de kaart Wegbeheer op de website van RWS
zijn alle wegen van Nederland opgenomen. U kunt hier zien wie
welke weg beheert. Ook vindt u er informatie over de maximaal
toegestane snelheid, hectometerring en contactinformatie van
de wegbeheerder.
De kaart Wegbeheer vindt u middels de onderstaande link.
http://www.rijkswaterstaat.nl/geotool/wegbeheerders.aspx?cookieload=true.
Een mooie, behulpzame kaart, dat wel. Maar de suggestie is een beetje dat ik, als weggebruiker, zelf moet gaan informeren en klagen over een onduidelijk bord, bij de betreffende wegbeheerder, specifiek over de borden op één bepaalde weg.
Dat was natuurlijk niet de bedoeling van mijn stukjes. Ik noemde concrete voorbeelden om niet vaag maar wat in de ruimte te zitten zwammen. Maar het ging me niet speciaal om die wegen, nee, ik wilde het probleem van gevaarlijke verwarring en onduidelijkheid in het algemeen aan de orde stellen.
Ik vond en vind dat de minister van verkeerszaken (concreet: Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu) daarvoor verantwoordelijk is, zodat het probleem op haar bord hoort. Dat ze de werkzaamheden delegeert en uitbesteedt is prima, moet zij weten, maar daar heb ik als burger en weggebruiker niks mee te maken. Zij moet indirect zorgen dat het in orde komt, dat de wegen veilig en verkeersborden en maximumsnelheden duidelijk zijn.
Ter verdediging van de Postbus 51- of andere voorlichters: in de e-mail blijkt ook te staan:
“Wij hebben uw bericht ter informatie doorgestuurd naar Rijkswaterstaat.”
Oké, dus dan konden die er iets aan doen. Wat later (maar ik rij niet zo veel) heb ik die borden met dat spitsstrookgedoe eronder niet meer gezien, maar de minder erge met “6–19h” wel.
Wat opvalt is dat ik die doorgifte aan Rijkswaterstaat nu in 2013 pas na herlezing opmerkte. Ik herinnerde me die niet spontaan zelf. Ik blijk dus geneigd te denken in problemen en niet in oplossingen, en ik onthoud beter wat mensen fout doen dan wat ze goed doen.
Dat is niet goed en daar wil ik van leren.
Terug naar de door de NOS gemelde Kamervragen. Een linkje staat er in dat bericht niet bij, dus ik ga de vragen zelf opzoeken. Iets schrijven over de concrete vragen en antwoorden is beter dan indirect in reactie op een mediabericht erover.
Dat zoeken blijkt niet eenvoudig. Overheid en parlement bieden allerlei verschillende sites (waarom niet gewoon één?) waar naar verluidt Kamervragen te vinden zouden moeten zijn, maar met het citaat uit het bericht van de NOS, “dat de nieuwe maximumsnelheid van 130 tot onduidelijkheid leidt” vind ik ze niet.
Ook bij de SP vind ik die vragen niet.
Goed, nou, dan toch maar reageren op het mediabericht. Ik citeer dus de NOS:
(Fred Teeven is staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, niet van Infrastructuur en Milieu. Het gaat nu namelijk niet over de wegen zelf, ook niet over maximumsnelheden, maar over de boetes bij overschrijding daarvan.)
“Volgens Teeven is het aantal overtredingen op wegen waar 130 gereden mag worden juist afgenomen.”
Ja, dat is nogal glad. Daar krijgen mensen alleen een bekeuring als ze bijvoorbeeld 140 rijden. Maar daar gaat het niet om. Het gaat om mensen die bijvoorbeeld 130 km/h reden en een prent kregen, omdat ze door de onduidelijkheid meenden dat 130 mocht, terwijl in werkelijkheid maar 120 of 100 toegestaan was. Daar gaat het om.
Ik blijf van mening dat het beter is om altijd expliciet aan te geven wat het maximum is. Mensen moeten achter het stuur niet hoeven denken en interpreteren en redeneren, ze moeten weten hoe het zit.
Een bord “120 6–19h” is en blijft onduidelijk, omdat dat je niet meteen weet hoe hard je dan mag als het niet tussen 6 en 19 uur is. Denk ook aan buitenlanders die de algemene aankondiging aan de grens gemist hebben of vergeten zijn, en/of al langere tijd in het land zijn en niet alle details van de Nederlandse politiek volgen.
Gewoon duidelijk zijn, dat is het enige dat duidelijk is. Alleen dat is duidelijk genoeg om veilig te zijn. En veiligheid is altijd prioriteit 1 op de weg.
Je ziet, in binnen- en buitenland,
wel eens van die automatische elektronische snelheidsmeters
langs de weg staan, met een bord “U rijdt nu
nn
km/h”.
Maar daar zetten ze dan NIET bij hoe hard je
dan WEL mag, zodat je niet zeker weet of je
wel te hard reed of dat dat ding altijd je snelheid meldt, en
indien wel te hard, hoeveel je moet afremmen.
(Opmerking 2/3 mei 2014: Toen ik bijna een jaar later dit schreef, wist ik even niet meer dat ik er hier al een alinea aan gewijd had. Anders had ik wel een link geplaatst. Nu alsnog dan maar.)
Iets heel anders: in het buitenland (bijv. België, Duitsland, Frankrijk) zijn gebruikelijke maxima in de bebouwde kom 40 en 60 km/h. Dat zijn handige snelheden om aan te houden, omdat je in de meeste auto’s dan nog net in de 3e resp. 4e versnelling kan rijden.
Ik doe namelijk al zo’n 30 jaar aan “Het nieuwe rijden”, ook al voordat het zo genoemd werd. Ik laat de motor zo veel toeren maken als nodig is (dus iets meer bij optrekken of op een helling; weinig op de vlakke weg met een constante snelheid), maar zeker niet meer. Want daarmee verspil je brandstof, vermoed ik.
Dan zijn 30 en 50 km/h, wat heel eigenwijs in Nederland de normale hoogste snelheden zijn, niet handig: bij de 2e resp. 3e versnelling loeit de motor dan irritant, en in z’n 3 resp. 4 hort en stoot de wagen – nou ja, dankzij het moderne motormanagement valt dat wel mee, maar echt gezond voor de motor lijkt zo’n toerental van ca. 1500 omwentelingen per minuut me ook niet.
Weer een vervolg.
© 2013 R. Harmsen, alle rechten voorbehouden