Althans door één redactie of persoon daarin blijk ik gelezen te worden! Waar een RSS-feed al niet goed voor is.
In het erover geschreven stukje (van 2 december al; ik had even niet opgelet) wordt geopperd dat er bij het uitspreken van het woord ‘puzzel’ als ‘puzel’ een verband met het Fries kan zijn.
Ik heb daar zelf geen aanwijzingen voor. Bij de vage herinneringen die ik heb aan het horen van die spontane uitspraakvariant zit niet de herinnering, zelfs geen vage, dat de spreker een Friese achtergrond zou hebben.
En ik kan Friese accenten toch vrij goed herkennen, hoewel er veel verschillende lijken te zijn. Een gemeenschappelijk kenmerk van sommige Friese accenten (zowel in het Fries als in het Nederlands) is een zeer zachte, stemhebbende z in de buurt van een d. Pas nog gehoord, toen heel even het elfstedentochtgektevuurtje vergeefs door de media trachtte te worden opgestookt. (Hmm, geen geslaagde formulering, maar lekker laten staan.)
Weet je wat, ik zoek het even na. Ik weet weer in welk programma het was, namelijk De Wereld Draait Door, doordat er ook een stukje onvervalste Friese humor bij zat. ‘Doordat’ in de zin van ‘dankzij associatief ontstane neuronenverbindingen in mijn hoofd’, die verder geen zinnig verband verraden.
Het blijkt gisteren (7 dec) te zijn geweest, hier het fragment. Vanaf ongeveer de derde minuut komt ene Luppo Wolthuis (nooit van gehoord) aan het woord. De Friese humor begint om 3m46s:
“Ik kan wel met iets positiefs beginnen, nou, dat is, dat de baan klaar ligt. Maar, het negatieve is: d’r is nog geen ijs.”
Helaas, deze Fries heeft niet dat accent dat ik bedoelde. Je moet er wat voor over hebben, want ik moest dus vrijwel het hele fragment herbekijken en ‑luisteren. Maar dan heb je ook wat. Het bleek om een beeldcitaat van DWDD van het (welk? een!) NOS-journaal van 8 februari dit jaar te gaan. In DWDD begint het op tijdstip 9m27s. In het oorspronkelijke programma … dat kan ik dus niet vinden.
Hier zit het ook niet in, hoewel aan het eind (3h00m06s) wel een interview wordt gehouden met ene Simon Schouten (nooit van gehoord, blijkt de verrassende winnaar, nee tweede, van de uitgezonden schaatstocht op natuurijs, ergens bij Emmen). Die heeft wel een beetje zo’n soort accent.
O wacht, dat is helemaal geen Fries, wel een West-Fries, uit Wervershoof. En bij nader beluisteren heeft hij ook dat accent niet.
Hoe dan ook, in het via De Wereld Draait Door getoonde, voor mij verder niet traceerbare fragment blijkt het te gaan om Auke Hylkema, die zei:
“Tien! Tien centimeter. Nou, dat is voor ons, is dat een heel mooie dikte!”
Die bedoel ik dus, ‘is dat’ uitgesproken als izz-dat, met die heel zachte z, die fonetisch nauwelijks een fricatief, maar eerder een approximant is. Dat is het, in articulatorische vaktaal, zoek zelf maar op wat het betekent. Geen wrijfklank maar een benaderklank, zoiets.
Nooit van iemand anders gehoord dan van Friezen. Dus als je iemand zo’n z hoort gebruiken in het Nederlands, dan weet je genoeg. Of ik wel in elk geval. Met mijn notoir onbetrouwbare en daarom benaderende accentlokalisatievermogen.
Copyright © 2012 R. Harmsen, all rights reserved, alle rechten voorbehouden.