Twitteraar Silver Surfer stelde op 18 maart 2018 een, ondanks de onserieuze stemming en sfeer in die draad, toch wel zinnige vraag, een soort raadsel:
“Dus, stel dat er nog geen geld is. De bank maakt uit het niets 100 euro aan. Die leent het uit aan een consument tegen 10%. De klant moet dus 110 euro terugbetalen, maar er is maar 100 in omloop. Waar komt de 10 euro vandaan die we missen?”
Hij (of zij, dat weet ik niet) drong later nog eens aan, op 6 juli 2018 en recent op 4 juli 2019.
Ik had de oplossing al vrij snel gezien, maar had geen tijd die netjes op te schrijven. Achteraf stond die ten tijde van het stellen van de vraag al bijna vijf jaar op mijn site, zoals ik o.a. op 17 maart 2018 al had aangegeven, en ik op 6 juli en 8 september 2018 herhaalde. Maar dat werd niet gelezen, niet begrepen of weggehoond. Hun keus.
Goed, hier dan nog eens de oplossing van het raadsel.
Die “consument”, of wie het ook is, eerder een ondernemer in mijn voorbeeld, die 100 euro van de bank geleend had, die koopt daarvoor tweedehands een fiets en een ladder, en begint een glazenwassersbedrijf. Zie je het voor je? Die glazenwasser op de fiets, met een vijf meter lange ladder op haar rug? Raar, maar het kan, en je moet ergens beginnen.
Haar eerste klant is toevallig weer die bank. Ze lapt een stuk van de ramen van het bankgebouw en ontvangt daarvoor 10 euro. Daarmee kan ze het eerste jaar rente betalen. Als ze nog meer ramen wast, bij die bank of bij andere klanten, kan ze daarmee ook aflossing en levensonderhoud verdienen.
Dus daar “komt de 10 euro vandaan die we missen”. Uit geldschepping door de bank, zodra die uitgaven doet. Zoals ik in artikel nummer 20 in 2013 al had uitgelegd. In de boekhouding: debet kosten onderhoud gebouw, credit bankrekening glazenwasser. Alleen die creditkant is per definitie geld, daar wordt iets bijgeboekt, dus er vindt geldcreatie plaats, er komt meer giraal geld in omloop.
Zo simpel. Als je het snapt.
Copyright © 2019 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.