Geschreven te Clémensat (63 Puy de Dôme) op .
Licht bewerkt en op de site gezet op 21 en 22 juni 2007.
Toen ik 35 jaar was geworden, of binnenkort zou worden, dat weet ik niet precies meer, ontving ik van het blad Intermediair een briefje dat mijn gratis abonnement beëindigd zou worden. Ik was te oud. Ik kon wel betalend abonnee worden.
Ik ben over deze leeftijdsdiscriminatie lange tijd heel erg kwaad geweest. Misschien heb ik ook wel een boze brief aan de uitgever geschreven. In die tijd stond in personeelsadvertenties ook vaak die leeftijdsgrens van 35 jaar. Wie die leeftijd eenmaal bereikt had, kwam kennelijk voor geen enkele andere baan meer in aanmerking, en moest tot zijn pensioen toe blijven zitten waar hij zat. Een carrièremove of carrièreswitch (wat een lelijke woorden! baanwissel dan maar?) zat er niet meer in.
Vijf jaar later ben ik toch zelfstandig geworden. Best riskant eigenlijk achteraf, want ik was toen enig kostwinner en we hadden opgroeiende kinderen van 11, 10 en 7. Extra riskant dus omdat de weg terug naar een baan in loondienst volgens Intermediair voorgoed afgesneden was.
Tegenwoordig schijnt leeftijdsdiscriminatie in personeelsadvertenties niet meer te mogen. Je ziet ook zelden meer grenzen, hoewel het me niet zou verbazen als bij ontvangst toch een voorselectie op geboortejaar plaatsvindt, al was het maar omdat oude bokken en oude geiten volgens personeelszaken (sorry, dat heet tegenwoordig Human Resources, ook in Nederlandse bedrijven) niet in het jonge, ambitieuze, dynamische team passen, ook omdat ze onvoldoende driven zijn om voor de targets te gaan.
Maar hoe weet ik wat er nu in wervingsannonces staat, als ik Intermediair nooit meer lees? Uit pure kwaadheid en verongelijkte afgewezenheid heb ik namelijk nooit meer een exemplaar gekocht en ook in de openbare leeszaal (waar ik bovendien niet vaak kom) in al die jaren misschien hoogstens twee keer een exemplaar opengeslagen, om er een minuutje wat in te bladeren. Intermediair was immers mijn blad niet meer. Het had mij beledigd.
Het antwoord is simpel: mijn studerende dochter krijgt het veelgelezen vacatureblad wel gratis, en zij neemt wel eens een stapeltje uitgelezen Intermediairs voor ons mee. Ik heb er zelden tijd voor, maar nu is het vakantie. Zo kwam het dat ik half juni de uitgave van 23 februari 2007 las.
Op blz. 57 citeert Hugo Logtenberg in een artikel over luie journalisten het Leefbaar Rotterdam-raadslid Hennie van Schaik die het heeft over een “ ‘mes dat aan drie kanten snijdt’ ”. Zulke messen bestaan inderdaad niet.
Maar er zijn meer dingen die niet bestaan.
Op blz. 13 schrijft KV (volgens
het colofon is dat vermoedelijk Kees Versluis) in het artikel
‘Wolf als contraceptie’ dat herten bij de aanwezigheid van wolven
in hun leefgebied
“veel kieskeuriger [worden] bij het zoeken van
drink- en graasplaatsen: ze mogen daar niet te gemakkelijk in de klauwen
van een wolf vallen.
”
Plausibel verhaal, maar fout beeld: wolven hebben helemaal geen klauwen!!
Tenminste, dat denk ik. Ik heb nooit een wolf van dichtbij aanschouwd, de kortste afstand was een meter of 30, in een dierentuin. Maar honden zijn sterk verwant met wolven. Misschien zijn het zelfs wel wolven, met alleen een klein genetisch weeffoutje dat ze tam maakt. En honden hebben eeltknobbeltjes onder hun poten, met daarvoor cilindervormige, stomp afgesleten nageltjes. Vastgrijpen kunnen ze daar niets mee, ook geen herten. Wel kunnen ze dingen, waaronder gehele of gedeeltelijke herten, ermee van zich af duwen, bijvoorbeeld tegen de grond, om dan met hun tanden er stukken vlees af te scheuren. Maar dan moet het hert wel eerst (bijna) dood zijn en niet meer weglopen.
Probleem: waar is de plant ‘wolfsklauw’ dan naar genoemd? Naar een vang- en martelwerktuig? Nee, dat is een wolfsklem. Volgens de dikke driedelige Van Dale (ik heb zelf de papieren editie 13 van het Groot woordenboek) is de plant ‘wolfsklauw’ wel degelijk genoemd naar de klauwen van een wolf, en dat is ook een mogelijke letterlijke betekenis van het woord. Ik heb dus ongelijk. Of hebben de makers van de dikke Van Dale niet nagedacht en ook maar wat opgeschreven? Bij de verklaring van het woord ‘klauw’ vind ik geen enkele betekenis die past bij het idee dat een wolf klauwen zou hebben. Er staat juist het voorbeeld: “een kat heeft klauwen, een hond nagels”. Ik kan me niet voorstellen dat een wolf genetisch zoveel van een hond verschilt dat die plotseling wel scherpe nagels heeft. Iemand ooit dicht genoeg bij zo’n beest geweest om dat zeker te weten? Dan graag een berichtje.
Wacht even, het is altijd handig om in meer dan één woordenboek te kijken. De Hedendaagse, die ook online te raadplegen is, legt uit dat een wolfklauw de “vijfde teen van een hondenpoot” is. Dan lijkt al een stuk zinniger. Dat is dan zo'n gedegenereerd evolutionair overblijfsel dat hoger aan de poot zit. Ik kan me best voorstellen dat wolven dat net zo hebben als honden. Jammer dat de dikke driedelige 13 daar zo onduidelijk over is.
Maar dan nog, met een dergelijk rudiment zie ik een roofdier nog geen prooi grijpen. Het beeld is en blijft dus onjuist.
Op de site Natte neuzen worden o.a. hondenschoentjes aangeboden. Nogal hilarisch vind ik dat, want heeft zo'n beest dat nodig? Hondenpoten zijn toch van nature al ontworpen om ook in ruw terrein te lopen? Hoe dan ook, bij stap 4 staat daar de instructie:
Probeer ook indien mogelijk de band 1 keer boven en 1 keer onder de hubertusklauw te laten lopen.
Kennelijk is ‘hubertusklauw’ dus een synoniem van ‘wolfsklauw’ in deze letterlijke betekenis. De dikke 13 kent dit woord wel, maar verbindt het niet met ‘wolfsklauw’. Wikipedia is beter op de hoogte.
Copyright © 2007 by R. Harmsen, all rights reserved. Alle rechten voorbehouden.