Zoals ik in mijn vorige artikel al vertelde, heb ik verbijsterd de citaten uit e-mails gelezen, die Raja Felgata gestuurd zou hebben aan Hassnae Bouazza. Die teksten vind ik walgelijk en niet goed te praten.
Wel kennen we als lezers niet meer context dan die gegeven is. We weten niet wat er nog meer in die e-mails stond, we zien alleen fragmenten. We weten ook niet wat voor e-mails er in de andere richting gestuurd zijn.
Het is moeilijk voor te stellen dat dat iets uit zou maken, want de afkeurenswaardigheid van de teksten zoals ze er staan is volkomen duidelijk.
Aan de andere kant, dat zou bij de uitspraken in de column van Raja Felgata ook zo lijken. Ik citeer haar indirect uit een uitspraak van de Raad voor de Journalistiek, gedateerd 23 juli 2010:
““Ik wilde je boek
eigenlijk helemaal niet lezen, maar ik was de enige
in Nederland, dus heb ik het toch gekocht. Ik was
benieuwd of de fuzz over Alleen maar nette mensen
klopte. Of het boek echt zo goed was. Of je
discrimineerde, racistisch was. Volgens mij
discrimineren alle joden.
Ik heb met je broertje gestudeerd. Journalistiek.
En tien jaar geleden heb je mij geïnterviewd voor Revu.
Toen vond ik je aardig. Toen ik je boek nog niet
had gelezen, vond ik je boek bagger. Maar dat was
een vooroordeel. Marokkanen hebben altijd
vooroordelen.” ”
en:
““Ik wilde je boek
kut vinden, omdat alle vrouwen in de Bijlmer boos
op je waren. Je bent vrouwonvriendelijk en dik.
Maar alle joden zijn vrouwonvriendelijk en meestal
dik. Maar dat komt omdat de meeste joden rijk zijn.
Welvaartsjoden zijn altijd
dik.” ”
Dit zijn ook duidelijk kwalijke teksten. Maar toch, als je weet dat het hier een parodie betreft, althans dat de schrijfster dat beweert, dan werpt dat er een ander licht op.
Peter Breedveld publiceerde dus niet de complete e-mails van Raja Felgata aan Hassnae Bouazza, en ook niet de e-mails van Hassnae Bouazza aan Raja Felgata die er mogelijk mede de aanleiding toe vormden.
Het is maar de vraag of zulk publiceren zomaar mag. Peter Breedveld stelt in zijn artikel Trol van 2 oktober 2010:
“Daarom heeft Laila
mijn webhost benaderd met een kulverhaal over een
mailwisseling tussen haar en haar boezemvriendin
Raja Felgata, die ik op Frontaal Naakt zou hebben
gepubliceerd, samen met haar persoonlijke gegevens.
Kennelijk hoopte ze dat deze fijne site van het
web gehaald zou worden, zodat niemand weet kan
krijgen van haar heimelijk genoegens.
Maar zo’n webhost vraagt dat natuurlijk even na,
dus ik heb dat verhaal kunnen ontkrachten.
Ik heb geen mailwisseling tussen de dames Nouamane
en Felgata gepubliceerd, maar een aantal fragmenten
uit
mails
van Felgata aan Hassnae.
Gestuurd aan Hassnae, dus Hassnaes eigendom en ze
is vrij te doen wat ze daarmee
wil.”
Dat laatste is onjuist. Het begrip ‘eigendom van een e-mail’ bestaat juridisch helemaal niet. Wel kan eventueel het auteursrecht en de privacy in het geding zijn. Je eigen – zelf getikte en zelf verstuurde – e-mails mag je wel altijd publiceren, maar wat anderen je sturen niet zonder meer.
Citeren uit een e-mail mag ook niet zomaar, omdat artikel 15a van de Auteurswet betrekking heeft op rechtmatig openbaar gemaakte werken. Ontvangen e-mails, waaruit iemand in het openbaar zou willen citeren, waren meestal nog niet openbaar gemaakt.
Meer over deze materie, geschreven door Arnoud Engelfriet, die ervoor doorgeleerd heeft en er dus veel meer vanaf weet dan ik, vindt u hier:
In de brief van het Openbaar Ministerie aan Raja Felgata, waarvan Peter Breedveld een afschrift heeft ontvangen en die hij op zijn website publiceerde (blad 1, blad 2, blad 3, blad 4) komt die kant van de zaak niet aan de orde. Logisch, want het is een OM-beslissing n.a.v. een aangifte, dus het betreft strafrecht, terwijl auteursrecht grotendeels civiel recht is, zodat aangiftes er niet aan te pas komen.
Zijn de gepubliceerde e-mailfragmenten wel authentiek? Zo niet, dan zou Peter Breedveld of Hassnae Bouazza ze hebben moeten zitten veranderen voordat Peter de fragmenten publiceerde.
Ik kan me dat nauwelijks voorstellen. Zo slecht denk ik niet over ze.
Volgens Peter Breedveld heeft Raja Felgata bij de politie hem wel van vervalsingen beschuldigd:
“Maar goed. Felgata heeft dus gewoon tegen de politie zitten liegen. Ze beweert, zo blijkt uit haar aangifte, dat ze Hassnae één mail heeft gestuurd naar aanleiding van mijn stukjes over haar, en dat ik haar zinnen ‘grammaticaal heb veranderd’ en op Frontaal Naakt gepubliceerd.”
Als het waar was, zou er juridisch wel wat mee te doen moeten zijn. Maar in de niet-vervolgingsbeslissing van het OM lees ik daar niets over. Dan denk ik, óf het is niet waar, óf Raja Felgata heeft geen goed e-mailarchief zodat ze de eventuele verschillen niet kan aantonen.
Wat niet bewijsbaar is, is juridisch niet waar. Dus is het niet waar. Daar hou ik het dan maar op.
Bij het beoordelen hoe aannemelijk het is dat Peter Breedveld en/of Hassnae Bouazza e-mails zouden hebben veranderd alvorens ze te publiceren, kun je de bewering betrekken van blogger Lagonda, als zou dit tweetal via gefingeerde gebruikersnamen op hun eigen site commentaren hebben geleverd en elkaar te hulp zijn geschoten als andere reageerders hen bekritiseerden.
Daarbij drie opmerkingen:
Lagonda beschikte naar eigen zeggen een tijdlang over een beheerderswachtwoord van Frontaalnaakt.nl en had daardoor toegang tot de logfiles. Hij schreef op 21 augustus 2008:
“En wat blijkt? Peter en Hassnae posten in de regel vanaf een viertal verschillende IP-adressen. Dat is op zich niets vreemds; alletwee een PC thuis, en alletwee een PC op het werk. Maar moet ú nou voor de aardigheid eens raden waar de posts van Anniek, Sanne, Latifa, Stekkie, Ronald, Rolf, Steef, Annette, Fouzia en Jamila vandaan komen? Nee, het is niet waar, Lagonda --- toch niet van dezélfde IP-adressen? Jazeker, kijkbuiskindertjes, van dezélfde IP-adressen.”
Ik weet niet of zo’n analyse wel betrouwbaar is. In een thuis-LAN (bedraad, met Wi-Fi® of beide) kunnen vele pc’s of andere apparaten naar buiten toe hetzelfde IP-nummer gebruiken. Bij kleine kantoren kan dat ook. Of het bij grotere bedrijven in de praktijk ook zo werkt, weet ik niet, maar technisch kan het.
Als iemand de proxy van de access provider gebruikt, komt in de logfiles van bezochte websites een IP-nummer te staan dat gedeeld wordt met honderden of duizenden anderen. Althans zo werkt het bij webserver Apache op mijn website – ik heb het uitgeprobeerd.
Omgekeerd veranderen IP-nummers nogal eens, ook bij dezelfde access provider. Zie bijvoorbeeld deze waslijst voor mijn eigen geval: drie verschillende IP-nummers door de jaren heen.
Vroeger bij de inbelmodems had ik altijd een dynamisch IP-nummer, per sessie opnieuw door de access provider toegekend. Sinds ik ADSL heb, was mijn nummer altijd vast. (Tot het weer eens veranderde omdat ik een ander soort abonnement nam of de provider technisch iets omgooide om voor mij onnaspeurlijke redenen.) Of dynamische nummers (per connect anders toegekend) bij ADSL- of kabelmodems ook voorkomen weet ik niet. Technisch is het voorstelbaar.
Uit alleen logfiles van een website kun je dus niet met zekerheid conclusies trekken. Wel als je ook de logfiles van de access provider van bepaalde gebruikers ernaast zou kunnen leggen, maar die krijgt alleen de politie als er een heel goeie reden voor is. En bovendien zou je de logs van de router van het LAN moeten kunnen bekijken, voor zover die überhaupt bewaard blijven.
Is het wel zo erg als iemand onder meerdere user names post? Is dat bedrog, of een vermakelijk gebruik van heteroniemen? (Zo heet dat, en niet alter ego’s, zoals ik ooit dacht.)
Ik heb zelf wel eens ergens in een forum of mailing list een stomme fout van mezelf op hardhandige wijze gecorrigeerd. Er stond gewoon mijn eigen naam bij, maar sommigen zagen dat niet en vroegen me of dat niet wat vriendelijker kon, ze vonden dat ik schold. Terwijl ik dus mezelf afbekte. Voor de grap. Tja, moeten ze maar beter opletten. Zoiets vind ik wel lachen.
Peter Breedveld heeft het gebruik van meerdere aliassen trouwens gewoon toegegeven, dus dan is de angel er eigenlijk uit. Als volgt, 22 augustus 2008:
“Hassnae en ik maken namelijk
wel eens gebruik van een pseudoniem, waaronder we reageren.
Welnu, guilty as charged.
Ik heb een tijdje terug
twee vrouwen in het leven geroepen, om te zien of er
verschil is in de manier waarop mensen reageren als een
Nederlandse en een Marokkaanse vrouw schrijven wat
Peter Breedveld doorgaans schrijft. Hassnae discussieert
(soms) mee onder pseudoniem omdat is gebleken dat een
zuivere discussie onder haar eigen naam nauwelijks
mogelijk is. Wat het onderwerp ook is, altijd beginnen
lieden te zeiken over haar Marokkaanse, islamitische
achtergrond en gaat het alleen dáár nog
over.”
Op basis van wat ik nu weet – alles puur gebaseerd op wat ik aantrof op internet – ben ik tot zover van mening dat het meest waarschijnlijke scenario is, dat Raja Felgata inderdaad onacceptabele, verwerpelijke e-mails heeft gestuurd aan Hassnae Bouazza.
Dat deugt niet.
Zie Voor de goede orde.