Update burger en parlement

GroenLinks

Dit is een detailpagina behorend bij Update burger en parlement.

Dat ik eerdergenoemde e-mails aan Pechtold ook kopie conform stuurde aan voorzitters en justitiewoordvoerders van andere fracties, had een klein wonder tot gevolg: ik kreeg zowaar een e-mail van Naïma Azough van GroenLinks. Dat was nog nooit eerder gebeurd.

20080626-15:28:19

Zij schreef mij op 26 juni 2008 om 15.28 uur:

“Geachte heer Harmsen,

Dank voor uw mail, er is wel aandacht voor de aangekaarte problematiek maar helaas tot nu toe onvoldoende ruimte om er serieus op in te gaan.
In het najaar zal in het kader van het wetsvoorstel rond de herzieningsprocedure het debat echt invulling krijgen.

Met vriendelijke groet,

Naima Azough

Lid Tweede Kamerfractie GroenLinks
[adres, telefoon en e-mail]

20080716-14:10

Ik wist even niet op welk wetsvoorstel zij doelde, en ik had het te druk om het uit te zoeken, waardoor ik pas weken later kort reageerde:

“15:28 26-6-2008 +0200, Azough N.:
>Dank voor uw mail, er is wel aandacht voor de aangekaarte problematiek
>maar helaas tot nu toe onvoldoende ruimte om er serieus op in te gaan.
>In het najaar zal in het kader van het wetsvoorstel rond de
>herzieningsprocedure het debat echt invulling krijgen.

Herzieningsprocedure en misstanden bij het NFI. Dat zijn toch twee totaal verschillende onderwerpen?”

Commentaar 16 augustus 2008

Over het betreffende wetsvoorstel schreef op 15 juli 2008 de NRC. Daar wordt verwezen naar dit persbericht van het ministerie. Dat eindigt met dit zinnetje:

Noot voor de redacties:
Het wetsvoorstel staat op de website van het ministerie van justitie: www.justitie.nl.

Dat is weer een typisch voorbeeld van het feit dat men in regeringskringen anno 2008 nog steeds niet begrijpt hoe internet werkt. Een rechtstreekse dieplink naar betreffend voorstel kon er niet af. We mogen zelf op een enorm grote site gaan opzoeken waar het staat. Na twee van de 25 bladzijden links te hebben doorgenomen, die ik kreeg met de zoekwoorden ‘wetsvoorstel herziening’, heb ik het opgegeven. Op de site ikregeer.nl kon ik het betreffende Kamerstuk ook niet vinden.

Hoe dan ook, uit het persbericht blijkt wel het volgende:

  1. Herziening wordt voor een veroordeelde iets makkelijker. Dat is een goede zaak.

  2. Een vrijgesproken verdachte kan in bepaalde gevallen opnieuw een strafproces krijgen over hetzelfde feit. Dit is keihard in strijd met het aloude principe ‘ne bis in idem’ en ik hoop dan ook dat de Tweede of anders de Eerste Kamer zo verstandig is dit gedeelte van het wetsvoorstel af te wijzen. (Als het de Eerste Kamer wordt, betekent dat dat het helemaal niet doorgaat, want de Eerste Kamer heeft geen amendementsrecht.)

  3. Met het tegengaan van eventuele misstanden bij het NFI heeft dit wetsvoorstel niets uitstaande.

  4. Het wetsvoorstel biedt ook geen enkele oplossing voor de steeds weer door mij opgeworpen, maar even zo vaak door politici genegeerde vraag:
    “Wie controleert het Openbaar Ministerie, wie vervolgt ze bij vermoedens van strafbare feiten gepleegd door het OM zelf?”

Vanwege de punten 3 en 4 mag ik me weliswaar gelukkig prijzen dat Naïma Azough mij nu eindelijk een e-mail waardig keurde, maar die bevatte dan wel weer een non-antwoord. Dat schiet dus toch weer niet op.