Dit is een latere opmerking bij deel 2b, net als die eerdere.


Aan toekomstige taalvorsers (2d)

24, 28 en

Waarom toch?

Soms blijken delen van mijn website onverwacht populair, wat me nieuwsgierig maakt naar het waarom en waarvia. Zo ook op 19 januari dit jaar. Opeens meer aandacht dan anders voor ../../gold/fr.stm.

Gaat over goudklompjes, in het Frans – althans mijn Frans, dus het zal wel rammelen. Wat hebben mensen daar te zoeken? Dus ik ging eens in de logfile van webserver Apache kijken – die is niet openbaar, maar ik als webmaster kan er wel bij.

Zoekmachinetest

Zo ontdekte ik dat Babylon (bekend van de niet zo beste machinevertalingen) ook een zoekmachine is of heeft. Die wilde ik wel eens uitproberen. Dat doe ik altijd met de zoekwoorden ‘portuguese pronunciation’.

Ik vind namelijk – ik wil niet arrogant doen, maar het is gewoon de waarheid – dat ik daarvan de beste uitleg op het web heb staan (althans wat het Europese Portugees betreft). In een goede zoekmachine hoort die dus bovenaan te staan – zo niet, dan deugt die search engine niet. Die van Babylon.com deugt niet, want ik kom pas op de tweede bladzijde.

Toekomst en verleden

Maar mijn zoekactie was niet voor niks, want op die tweede bladzijde zag ik een link naar een interessante discussie met de titel “Where European Portuguese pronunciation is heading”, ofwel ‘Waar het met de uitspraak van het Portugees van Portugal naartoe gaat’. Dat past bij het thema van deze artikelserie: talen nu, vierhonderdvijftig jaar geleden en over vierhonderdvijftig jaar. En als voorbeelden gebruik ik het Nederlands en het Portugees.

Nog boeiender vond ik de link in die discussie, naar een hoofdstuk “Evolução fonética do português europeu do século XIV aos nossos dias” (‘fonetische ontwikkeling van het Europese Portugees, van de 14e eeuw tot in onze tijd’) in wat een Frans boek blijkt van Paul Teyssier, uit 1980, in 1982 uitgekomen in een Portugese vertaling (of eigenlijk, blijkt uit het voorwoord door de oorspronkelijke auteur, een verbeterde bewerking) door Celso Cunha, onder de titel “História da Língua Portuguesa”.

Ja, dit is het!

De weergave bij Scribd is niet compleet, ongetwijfeld om redenen van auteursrechten. noot 1)

Uit wat ik wel zag was mij meteen duidelijk dat dit een boek is dat ik al een tijd heb gezocht (zonder concreet te weten van het bestaan van dit specifieke boek): het geeft antwoorden op vragen die heel lang bij mij leven, over hoe de uitspraak van het Portugees geworden zoals die nu is, en hoe en wanneer de huidige verschillen tussen de uitspraak in Portugal en in Brazilië ontstaan kunnen zijn.

Auteur Paul Teyssier maakt gebruik van opmerkingen in oude boeken, iets wat ik zelf ook geprobeerd heb, maar zonder Luís António Verney te ontdekken met zijn Verdadeiro Método de Estudar uit 1746. Dat boek gaat niet specifiek over het Portugees of de uitspraak daarvan. Ik moet nog uitzoeken waar precies de uitspraken van Verney staan waarop Teyssier doelt.

Teyssier heeft meer bronnen gebruikt die ik niet kende, bijvoorbeeld een leerboek Italiaans, in 1734 door D. Luís Caetano de Lima – de auteur kende ik wel – geschreven voor Portugezen.

Niet doorgedrongen

Achteraf had ik het al kunnen weten, uit discussies, of wist ik het al maar was ik dat vergeten. Of het is niet goed tot me doorgedrongen of ik heb er geen notities van gemaakt.

In elk geval ben ik jaren geleden al op het bestaan en de interessantheid van het boek van Paul Teyssier gewezen. Kijk maar: in deze draad met een reactie van “Jan 20, 3:23 am”. Een zoekactie leidt naar 19 november 2005 en 19 oktober 2006. En zelfs al in 1995, op 30 september.

Slingertjes en punten

Waar ik het eigenlijk over wou hebben – maar door het gebruikelijke afdwalen en de omhaal van woorden duurde dat even – ook Paul Teyssier gebruikte een slingertje (een cedille of iets wat erop lijkt, nee, eerder een ogonek, die is andersom) onder de e en o (resulterend in ę en ǫ) om relatief open klinkers (met lage tongstand) aan te duiden: fonetisch [ε] en [ɔ].

De geslotener klanken (hogere tongstand) [e] en [o] gaf hij aan met een stip onder de letter: ẹ en ọ.

Het blijkt onder andere achterin het boek, net voor de noten, onder de kop “Transcrição fonética”.

De relatief gesloten <a> (fonetisch vaak aangegeven met [ɐ], maar ik vind [ɜ] beter) codeert Teyssier met twee punten boven de letter: ä. (Dit moet niet verward worden met een Duitse umlaut!).

De hoge centrale klank (uniek voor Europees en Afrikaans Portugees; in Brazilië gebruikt men die niet) staat in het boek als ë. Fonetisch is dit [ɨ] (centraal) of zelfs, verder naar achteren, [ɯ].

Kringen

In elk geval die ogonek voor open klinkers en de enkele punt onder de letter van een geslotener klinker, die zijn dus kennelijk gebruikelijker dan ik wist of dacht, in kringen van lusitanisten, scandinavisten, en onderzoekers van Rijnlandse dialecten.


Noot 1

28 januari 2013

Er blijken bij Scribd.doc ook versies van het boek van Paul Teyssier aanwezig te zijn, die wel compleet zijn. Zelfs blijkt het mogelijk tegen een geringe vergoeding het hele boek als PDF te downloaden! Dat heb ik dus nu gedaan.

Op 23 en 26 januari ben ik het hele boek gaan lezen in de Universiteitsbibliotheek van Utrecht. Die is openbaar, dus niet alleen voor studenten toegankelijk, maar ook voor grijze oude mannen zoals ik!

Dat was achteraf niet nodig geweest, omdat ik nu dus de PDF op mijn laptop heb. Maar ik ben toch blij dat ik gegaan ben. Het was boeiend de bijzondere sfeer te ervaren van zo veel boeken en honderden studenten – de eerste dag dat ik er was, was de voorlaatste van een tentamenweek, begreep ik pas later – die zwijgend, lichamelijk rustig maar geestelijk ijverig, collectief maar individueel in geleerde boeken of dictaten zaten te staren. Of naar schermen, al dan niet zelf meegebracht.