Dit is een latere opmerking bij deel 2b. Er is ook een nog latere opmerking.
Het gebruik van slingertjes onder de letters e en o, zoals hier besproken, trof ik op 28 december vorig jaar ook aan in besprekingen van de Oud-Noordse fonologie en de dito grammatica: ę en ǫ.
Ook daar duiden ze kennelijk relatief open klanken aan, dus [ε] versus [e] resp. [ɔ] versus [o]. Deze tekens zullen dan in bepaalde kringen van taalkundigen wel normaal zijn.
Bij het uitzoeken hoe het teken ǫ te coderen, stuitte ik vandaag op het mij tot nog toe onbekende notatiesysteem Rheinische Dokumenta.