Radio 1, 6 maart 2012, 23 uur, het journaal:
“De leden van de PvdA hebben
het liefst Diederik Samsom als nieuwe leider.
Dat blijkt uit een peiling [...].
[...]
Samsom is favoriet omdat hij volgens veel leden goed
is in het debat en een duidelijke visie en koers neerzet.
Ook denken veel leden dat hij het best is opgewassen tegen
PVV-leider Wilders. [...]”
Als het werkwoord ‘opwassen’ zou bestaan zou het intransitief, onovergankelijk zijn. Je was niet iets op, maar iets wast op, tegen iets anders. Dat ‘wassen’ betekent hier overigens niet ‘schoonmaken, reinigen’ maar ‘groeien’. We zien die oude betekenis nog in het woord ‘gewas’ en in de uitdrukkingen ‘tot volle wasdom komen’ en ‘het wassende water’. En in het bijvoeglijk naamwoord ‘opgewassen’, natuurlijk.
In het Duits is dit ‘wassen’ niet ‘waschen’ maar ‘wachsen’.
Zoals ik al zei, als ‘opwassen’ zou bestaan, was het onovergankelijk, waarmee voldaan wordt aan het criterium dat ik hier beschreef. Dat zou ‘is’ tot een hulpwerkwoord maken en de volgorden ‘is opgewassen’ en ‘opgewassen is’ zouden beide mogelijk zijn in een bijzin.
Bestaat het? Ik vind van niet. Van Dale vermeld het nog wel, maar citeert Karel van het Reve (uit welke publicatie? dat staat er niet bij):
“Van het werkwoord opwassen, waarvan tegenwoordig alleen nog het verleden deelwoord wordt gebruikt.”
Dat zie ik ook zo. Dat maakt ‘opgewassen’ m.i. tot een bijvoeglijk naamwoord. De dikke Van Dale vermeldt het ook als zodanig. Dat maakt ‘is’ tot een koppelwerkwoord in plaats van een hulpwerkwoord, waardoor in een bijzin alleen de volgorde ‘opgewassen is’ mogelijk en correct is.
Ik beoordeel de in genoemd radiojournaal uitgesproken zin daarom als fout. Juist was geweest:
‘Ook denken veel leden dat hij het best(e) opgewassen is tegen PVV-leider Wilders.’
Copyright © 2012 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.