Ewoud Sanders schreef op 29 november 2006 in een blog bij de NRC (dat ik nu op 27 augustus 2008 pas ontdek via deze niet direct gerelateerde discussie):
“Zó spreken en schrijven dat de meeste mensen je kunnen begrijpen, betekent in ieder geval dat je je niet bedient van archaïsmen, van woorden die in de algemene omgangstaal zijn verouderd.”
Ik zou nu weer mijn klassieke vraag kunnen stellen: “wie heeft dat gedaan dan, dat verouderen van die woorden?”. Maar dat wordt een beetje flauw en eentonig. En misschien is het ook wel onterecht. Want ook bij een werkwoordelijke, niet-bijvoeglijke interpretatie van ‘verouderd’ – en iets anders is niet mogelijk, gegeven de woordvolgorde – zou de betekenis ook een proces, een ontwikkeling kunnen zijn. Er staat dan ook niet “nu verouderd” of “inmiddels verouderd”. Dat kon wel eens een bewuste keus zijn van deze (zeer taalbewuste en taalvaardige!) auteur.
Twijfelgeval. Nee, weet je wat, gewoon goed. Schrappen dus, dit voorbeeld. Nee, ik laat het toch maar staan. Nuance is belangrijk.
Toevoeging 25-08-2010: maar zie actief/passief. ‘Verouderen’ is een onovergankelijk werkwoord dat met ‘zijn’ wordt vervoegd. Nog een reden waarom de gebruikte volgorde wel kan.
De Volkskrant van 14 augustus 2008, in een citaat van Anne-Corine Vlaardingerbroek, woordvoerster van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel:
“Natuurlijk komt het weleens voor dat er voedsel in de schappen ligt waarvan de ‘THT’, de te-houden-tot-datum, is verstreken. Maar dat betekent nog niet dat het is bedorven.”
Door wie is het bedorven dan?
Toevoeging 25-08-2010: maar zie actief/passief. Mijn vraag was onterecht en de volgorde was wel correct.
De NRC van 28 juli 2008:
“Vier van de tien baby’s die vorig jaar zijn geboren, hadden ouders die niet waren getrouwd.”
Hier is niet bedoeld wat de Duitsers noemen ‘geheiratet hatten’ maar wel ‘verheiratet waren’. In het Nederlands dus alleen de volgorde ‘getrouwd waren’, ter aanduiding van de toestand van de ouders, de aanwezige relatie, op het moment dat het kind werd geboren.
Die handeling van het trouwen is er, daarmee samenhangend, vast ook wel geweest, maar dat is in het artikel niet relevant.
Toevoeging 25-08-2010: maar zie actief/passief. ‘Zij trouwen’ en ‘Zij zijn getrouwd’ zijn correcte zinnen, met ‘trouwen’ als onovergankelijk werkwoord. Datzelfde werkwoord kan ook overgankelijk zijn, als in ‘De ambtenaar trouwde het paar’. Maar dat is hier niet bedoeld. Dus ik had ongelijk, de volgorde kan wel.
Toevoeging 21-11-2012: Dat zie ik inmiddels toch weer wat anders.
Cees Zoon in De Volkskrant op 5 juli 2008:
“Energiek davert Betancourt van de ene persconferentie naar de andere praatshow. Vanaf haar vrijlating domineert zij alle tv-zenders. Vanaf donderdagmorgen opgemaakt en goed gekleed maakt Ingrid de indruk van vroeger. Natuurlijk zijn er de buitengewoon emotionele hereniging met eerst haar moeder en later haar kinderen. Maar daarnaast bevestigt zij continu dat ook de politica in haar nog springlevend is. Het laatste wat ze deed voor ze gegijzeld werd, was een verkiezingstoespraak houden. Nu is ze terug voor de camera’s en doet ze wat ze was gewend en waar ze goed in was.”
Fout!
Het moet ‘gewend was’ zijn. Wel had gekund:
‘waaraan ze was gewend’,
‘waaraan ze gewend was’,
‘waar ze aan was gewend’ of
‘waar ze aan gewend was’,
maar in de hier gebruikte constructie is het wennen geen
handeling maar een toestand, zodat ‘was gewend’
dan naar mijn mening echt niet kan in het Nederlands.
Maar zie actief/passief. Ik had hier dus ongelijk.
Ook in het Nederlands van België (nl-BE) komt de fout voor:
“De verdeelcentrale van RWE te Brauweiler in Duitsland beslist de klok rond of de centrale van Vianden moet draaien. De machines worden ech- ter opgestart in het besturingscentrum van de cen- trale zelf dat zeven dagen op zeven, de klok rond, is bemand.”
‘Is bemand’ moet hier ‘bemand is’ zijn.
In de NRC van 24 juni 2008 stond te lezen:
“De EU besloot eveneens tot restricties tegen individuen en bedrijven die zouden zijn betrokken bij het Iraanse nucleaire programma.”
Het hoeft niet fout te zijn, zoals het er nu staat. Maar deze formulering legt wel de nadruk op een actieve rol van de Iraanse autoriteiten, die moeite hebben moeten doen om die individuen en bedrijven bij het programma te betrekken. Misschien wilden ze er eigenlijk liever niet bij betrokken worden, maar ze hebben toch maar toegegeven. En dat moeten ze nu bezuren.
Misschien is het zo gegaan, maar ik betwijfel of dat hier relevant is. Wat telt is dat die bedrijven en individuen in de toestand van het betrokken zijn verkeren of verkeerd hebben. Er is of was een actieve betrokkenheid. Hoe dat in het verleden zo gekomen is, hoe die betrokkenheid ontstaan is, dat doet er minder toe.
Daarom vind ik de formulering ‘die betrokken zouden zijn’ hier veel beter. Er wordt vermoed dat ze erbij betrokken zijn. Of ze er ook bij zijn betrokken en hoe en wanneer, daar gaat het niet over.
Op deze pagina van Reaal verzekeringen staat het goed:
“40% kans dat een ondernemer niet of nauwelijks verzekerd is.”
Maar in een radiospotje van juni 2008 werd het fout gezegd (ik citeer helaas uit mijn hoofd):
“xx% kans dat een startende ondernemers niet of nauwelijks is verzekerd.”
Zo geformuleerd suggereert het dat de ondernemer zelf bij dat verzekeren helemaal passief is. Het is de bedoeling dat het door een verzekeringsadviseur of -maatschappij, helemaal buiten de verzekerde om, allemaal wel geregeld zal worden. Totaal tegengesteld aan de slogan van concurrent FBTO, “Verzekeren kan je zelf”.
Ik denk niet dat dat de boodschap is die Reaal wil overbrengen. Maar dat is wel wat het radiospotje betekent, taalkundig gezien. Jammer.
Op 6 juni 2008 maakte nieuwlezer (en mogelijk ook tekstschrijver?) Jeroen Overbeek in het NOS-Journaal (hier nog terug te luisteren) de fout twee keer:
“In Turkije heeft de regerende AK-partij zwaar uitgehaald naar het Constitutioneel Hof. Dat bepaalde dat het dragen van een hoofddoekjes op universiteiten is verboden.”
Zoals het er staat, heeft dit Hof onderzocht of en waar de handeling van het verbieden heeft plaatsgevonden. Het heeft geconcludeerd dat dit het geval is, en wel dat het verbieden gebeurd is op universiteiten. Wie het dragen van hoofddoekjes heeft verboden staat er niet bij. Een vreemd bericht.
Maar dat is natuurlijk niet de bedoelde strekking van het niewsbericht. Bedoeld is dat het Hof vindt dat vrouwen op universiteiten geen hoofddoekjes mogen dragen. Deze dracht bevindt zich naar de mening van het Hof in de toestand van het verboden zijn, van het niet-toegestaan zijn.
Het gaat dus duidelijk om een toestand en niet op een handeling. ‘Toegestaan’ is dan een bijvoeglijk naamwoord en geen verleden deelwoord. De formulering met het koppelwerkwoord (niet hulpwerkwoord!) ‘is’ voorop is daarom in deze situatie echt fout.
Verderop, op ongeveer een derde van dezelfde uitzending, na het item over Bernhard, nog eens dezelfde fout:
“Deskundigen moeten definiëren wanneer embryoselectie is toegestaan, en niet de overheid. Dat vindt de Vereniging Klinische Genetica Nederland.”
Weer dezelfde fout. De gebruikte formulering zou betekenen dat genoemde Vereniging een onderzoek door deskundigen voorstaat, naar het tijdstip van het toestaan van embryoselectie. Maar bedoeld is natuurlijk dat ze wil dat deskundigen bepalen wanneer, d.w.z. in welke situaties, onder welke omstandigheden, dit toegestaan dan wel verboden is.
Net als in mijn voorgaande zin is dan in de bijzin alleen ‘toegestaan is’ mogelijk, en ‘is toegestaan’ is gewoon echt fout.
8 mei 2008, Paul Brill in de Volkskrant:
“Behr behoorde tot het slag verslaggevers dat de obstakels veeleer als een extra uitdaging zag. Hij was iemand die alles op alles zette om met twee idealistische Ierse artsen de jungle door te trekken naar een afgelegen gebied waar alle medische posten waren verlaten en vele honderdduizenden Congolezen al maandenlang waren verstoken van medische zorg.”
Wie had dat gedaan, dat versteken?
Copyright © 2008 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.