In de Usenet-nieuwsgroep nl.taal (maar overgewaaid vanuit nl.politiek en be.politics) kwam een Nederlandse uitdrukking voorbij die ik niet begreep.
De message-id (een uniek kenmerk) van het oorspronkelijke
bericht luidt
ip60o817kcm2jhbki2toeht1ljarsc1cl5@4ax.com
– ik
zeg het er maar bij, want de zoekinterface van
Google Groups
is tegenwoordig zo onhandig en tegennatuurlijk dat het
bericht zelfs met die identificatie nauwelijks terug te
vinden is. Met woordenreeksen uit de tekst evenmin.
Een werkende link maken lukt me daardoor ook niet.
Dan maar citeren uit mijn eigen archief – ik bewaar
lang niet alles, dit gelukkig wel.
Als subject had ooit iemand gegeven: “Majesteitsschennis”, maar het ging inmiddels allang weer ergens anders over.
Message-id nutvn899ofoa59gf7a4jqf73tnbal4b46u@4ax.com
:
Belgicus Simplex op Tue, 30 Apr 2013 18:57:54 +0200:
“Nee, dat vergat ik niet maar ik wou het voor die Hollanders niet té moeilijk maken. Dat 'Hasselt 1831' net zo'n opgeblazen ballon is in hun vaderlandse geschiedenis als 'Nieuwpoort 1600' is al pijnlijk genoeg.”
Message-id ip60o817kcm2jhbki2toeht1ljarsc1cl5@4ax.com
:
daarop Fustigator <Fustigator@xs4all.nl> op
Tue, 30 Apr 2013 22:53:32 +0200:
“En je vergat nog het zogenaamde
doelbewust opblazen van zijn schip door Jan van Speyk, terwijl
er per toeval een brandende peuk in het kruitvat aanbelandde.
Ik vind dat de werkelijkheid alle rechten heeft, tot spijt
van wie 't benijdt.”
Hoewel nl.taal, zoals de naam al aangeeft, over taal gaat, de Nederlandse taal ook vaak, zijn sommige onderwerpen er helaas toch niet waardevrij en serieus te bespreken. Vandaar dat ik dat liever hier op eigen site doe.
Ter illustratie: als de simpele observatie dat een uitdrukking niet door iedereen in het hele taalgebied van het Nederlands begrepen wordt, door sommigen wordt ervaren als het “doorslaan” van “Nederlandse stoppen”, dan vind ik dat geen basis van een zinvolle discussie.
Toegegeven, mijn eigen formulering was misschien ook niet zo vriendelijk, maar men kent mij daar langer dan vandaag – ik hang al een jaar of 18 rond in nl.taal, vroeger nlnet.taal – dus ik hoopte dat wel duidelijk zou zijn dat ik gewoon bedoelde dat de betekenis van de betreffende uitdrukking mij niet duidelijk was en dat ik een beperkte verspreiding in slechts een deel van het taalgebied vermoedde.
Ronduit gezegd: dat het Belgisch-Nederlands zou kunnen zijn. Maar dat mag je van sommigen niet zeggen, dat ligt gevoelig. Waarom begrijp ik nog steeds niet, maar dat zal wel aan mij liggen. Ik denk altijd: feiten zijn feiten, een waarneming is niet meer dan dat.
Goed, men oordele zelf, hier de citaten:
Message-id ip60o817kcm2jhbki2toeht1ljarsc1cl5@4ax.com
:
Fustigator <Fustigator@xs4all.nl>> op
Tue, 30 Apr 2013 22:53:32 +0200:
“Ik vind dat de werkelijkheid alle rechten heeft, tot spijt van wie 't benijdt.”
Message-id usd0o8ddjtvkshpuge22oljcl2jgl2d3va@4ax.com
:
Ruud Harmsen op Tue, 30 Apr 2013 23:30:10 +0200:
“Kan dit ondertiteld worden? Ik weet werkelijk niet wat dit betekent.”
Message-id sao2o8ln09q2jet66seiat2f7si4n57lav@4ax.com
:
daarop Belgicus Simplex op
Wed, 01 May 2013 20:39:58 +0200:
“Werkelijkheid zou ik vervangen
door waarheid.
Voor het overieg is het duidenlijk, toch?
Of kennen jullie de uitdrukking "tot spijt van wie het benijdt"
ook al niet? Nee, het zou kunnen want volgens Van Dale is het
algemeen Belgisch-Nederlands en dan gaan de Nederlandse stoppen
doorslaan zo te zien.
Maar nu heb je toch weer wat bijgeleerd.”
Nee, inderdaad ken ik die uitdrukking “ook al niet”, en hoewel ik op 2 mei of daaromtrent al woordenboeken heb geraadpleegd, is ze me ook nu op 14 mei weer niet “duidenlijk” [sic; tikfoutje waarschijnlijk, kan gebeuren].
Dat wil zeggen, ik kan me de betekenis ondanks het opzoeken niet herinneren, waarschijnlijk doordat de uitdrukking niet tot mijn taaleigen behoort, waardoor die niet gemakkelijk ‘blijft hangen’. En ook toen ik in de woordenboeken zag wat ermee bedoeld wordt, kon ik dat niet rijmen met de mij bekende betekenis(sen) van het werkwoord ‘benijden’, hoewel ik dat woord op zich wel degelijk ken, zowel passief als actief.
Nogmaals de woordenboeken induiken dus maar.
Het
Vlaams-Nederlands woordenboek
(hierna: VNW) legt uit, in het lemma ‘spijt’:
“tot spijt van wie ’t
benijdt, tot ergernis van wie het anders zou
willen”.
Van Dale 13
(hierna: VD13) geeft, eveneens bij ‘spijt’:
“tot spijt van wie ’t
benijdt, gezegd om zijn tevredenheid uit te drukken
over iets waarvan men aanneemt dat niet iedereen het
zal waarderen”.
In het Woordenboek der Nederlandsche taal (hierna: WNT) vind ik de uitdrukking niet, maar wel zie ik daar dat “tot spijt van” kan betekenen “in weerwil van, ondanks”. Dat verklaart al een deel van mijn onbegrip: ik had het zo opgevat dat het ‘het’ (meestal geschreven: ’t) uit de uitdrukking zou veroorzaken dat de ‘iemand die het benijdt’ iets zou gaan spijten, dat die iemand iets betreurde. Dat past ook bij die “ergernis” uit het VNW, ook al is ergernis niet hetzelfde als spijt.
Maar bedoeld is dus eerder, of ook, begrijp of vermoed ik nu: ‘ondanks die persoon’: ook al voelt hij dat zo, dat verandert niets aan de zaak, wij (de bezigers van de uitdrukking) blijven het zien zoals we het zien. Of voelen of opvatten of ervaren, enzovoorts.
Via het Engels (‘in spite of’) en Portugees (‘a despeito de’) begrijp ik deze betekenis wel, maar het was niet bij me opgekomen dat het in het Nederlands ook zo zou kunnen werken.
Dan het benijden. Als gezegd, dat woord ken ik wel en het is voor mij ook geen ongewoon of ongebruikelijk woord. Alleen, met de betekenis die ik ervan ken, kan ik niet de bedoeling van de beschouwde uitdrukking doorgronden.
Want iemand iets benijden betekent voor mij: iemand iets misgunnen, daarom jaloers zijn op die persoon. (Duits ‘neidisch’ betekent ‘afgunstig’, niet ‘nijdig’ = ‘boos’.)
Of omgekeerd: ‘ik benijd je niet’ wil zeggen: ‘ik zou niet graag in je schoenen staan, niet graag in jouw situatie verkeren, ik begrijp dat je het niet makkelijk hebt.’
Maar in de uitdrukking kan ik dat dus niet plaatsen. Kennelijk heeft ‘benijden’ nog een andere betekenis, waar ik niet tijdig aan denk of die in mijn soort Nederlands niet of niet meer courant is? Ook daarvoor moeten we de woordenboeken in.
Het VNW heeft er geen lemma voor, dus kennelijk geen verschil in betekenis tussen de twee buurlanden waar het Nederlands gesproken wordt.
In VD13 zie ik voor de huidige betekenissen van
‘benijden’ precies omschreven, hoewel natuurlijk
anders geformuleerd, wat ik hierboven zelf al aangaf. Wel
staat er over de oorsprong vermeld:
“1265–1270 ‘iets
niet kunnen velen, vijandig behandelen, benijden’
”.
In dat “vijandig behandelen” zit waarschijnlijk de sleutel.
Want bij lemma ‘nijd’, eveneens in VD13, zien we als betekenis 2 “vijandschap” en bij nummer 3 “bittere afgunst”.
Die combinatie van betekenissen, die kennelijk al oud is, verklaart het betekenisverschil tussen Duits ‘neidisch’ en Nederlands ‘nijdig’ – hoewel dat, alweer volgens VD13, gewestelijk ook wel ‘afgunstig’ kan betekenen.
Alles overziende denk ik nu dat ik de uitdrukking “tot spijt van wie 't benijdt” kan begrijpen als: ‘ondanks dat iemand anders zich er misschien boos over maakt’, ‘ook al is waarschijnlijk niet iedereen hier blij mee’, het is toch gewoon waar en ik blijf het toch zeggen.
En zo denk ik er ook over. Als ik opmerkelijke en interessante taalverschijnselen waarneem, blijf ik die benoemen, tot spijt van wie ’t benijdt.
We hebben een inhaker!
Copyright © 2013 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.