Rente en stabiliteit (III)

11– (eigen vertaling uit het Engels)

Contact

Tot aan de voltooiing van de delen I en II van deze subserie (deel 12 en deel 13 in de complete serie) was er geen contact geweest met de auteurs van de Analyse waarover ik schreef.

Op 25 augustus om 20:28B stuurde ik echter een e-mail aan Marc Gauvin waarin ik hem wees op mijn twee artikelen. Sindsdien hadden we een levendige e-maildiscussie van zo’n 30 berichten, die duurde tot 28 augustus om 16:55B uur. We werden het niet eens.

Verschil van inzicht

Ik denk (maar Marc Gauvin is zelfs dat niet met me eens) dat onze verschillende zienswijzen voortkomen uit een andere benadering van het leven en de wereld.

Marc hanteert een erg theoretische benadering, stoelend op de wiskunde, een strikte definitie van ‘stabiliteit’ en de regeltechniek.

Mijn benadering is veel pragmatischer. Ik kijk naar praktische mogelijkheden en weeg nut af tegen risico’s.

Zoals Marc het ziet is een lening inherent instabiel omdat die uit de hand kan lopen, namelijk als de rente niet wordt betaald. Daarom (hoewel Marc dat niet met zo veel woorden zegt) zijn rentedragende leningen onbruikbaar en zouden ze uit de hele maatschappij geweerd moeten worden.

In mijn visie verlopen de meeste leningen probleemloos, omdat de rentetermijnen (en de aflossingen, voor zover afgesproken) volgens schema betaald worden. Dat in sommige gevallen de termijnen niet of te laat betaald worden, is een risico. Er zijn maatregelen mogelijk (die je kunt opvatten als deel van het ‘regelsysteem’) om dat risico te verkleinen, zodat er minder kans is dat het misgaat en om de gevolgen daarvan te beperken.

Als het nut van rentedragende lening, voor de maatschappij als geheel, opweegt tegen die beperkte risico’s, dan zeg ik: laten we ze houden, laten we ze toestaan.

Niets in dit leven is geheel zonder risico. Waar het om gaat is welke risico’s je nog acceptabel vindt. Hoe veilig is veilig genoeg? Als je een mathematisch aantoonbaar risico van nul eist, dan is niets meer aanvaardbaar en moet je alles vermijden. In het echte leven is namelijk niets 100% veilig.

Analogieën

Enkele parallellen kunnen dit hopelijk verduidelijken.

Handen aan het stuur

Als je in een moderne auto rijdt en je houdt consequent je handen van het stuur, dan blijft die auto nog tamelijk lang op de weg en in dezelfde rijbaan. Maar de meeste wegen zijn niet perfect recht, elke auto is wel een beetje zijwindgevoelig, de bandenspanning is niet in alle vier de banden exact gelijk, enz.

Dus uiteindelijk blijft die auto niet in de baan, hij kan andere auto’s raken waarbij gewonden of doden kunnen vallen, en zelfs als er geen ander verkeer is, kom je op die manier vroeg of laat in de berm en misschien wel in een sloot terecht.

Ik zeg dan: simpele oplossing: handen aan het stuur en bijsturen als het nodig is.

Maar vanuit een strikt wiskundige definitie van koersvastheid moet de conclusie luiden dat geen enkele auto inherent koersvast is, zodat het intrinsiek gevaarlijk is om erin te rijden. Daarom moeten we elke vorm van autoverkeer vermijden en verbieden.

In werkelijkheid maken de meeste mensen graag gebruik van auto’s, ondanks dat er regelmatig ernstige ongelukken met of zonder slachtoffers gebeuren (maar die ongelukken komen zelden doordat iemand reed zonder het stuur vast te houden).

Koorddanser

Kruipen over een touw

Een ervaring van mijn eigen militairediensttijd (1978–1979):

Het is mogelijk over een touw te kruipen (bij de oefening uiteraard altijd boven water gespannen, om het spectaculairder te maken), als je maar wel één been recht omlaag houdt, terwijl je met je andere been en je armen jezelf vooruit duwt resp. trekt.

De gemiddeld langere momentarm van de gewichtskracht op dat neerhangende been, in vergelijking met de kortere momentarm van de rest van het lichaam, zorgt dat het zwaartepunt van het lichaam als geheel iets onder het touw komt te liggen. Zo ontstaat een stabiel evenwicht, zodat het mogelijk is rustig verder te gaan, en zelfs even te rusten, zonder risico dat je van het touw afvalt.

Maar zodra het neerhangende been te veel omhoogkomt, kan het zwaartepunt boven het touw komen. Het evenwicht wordt dan labiel en het duurt niet lang meer of je komt onvermijdelijk onder het touw te hangen, waar je voortdurend spieren moet blijven spannen om voeten en handen om het touw te houden. Dat is een veel minder comfortabele positie, die uiteindelijk tot uitputting leidt.

Koorddanser

Een labiel evenwicht is dus ongewenst.

Maar een koorddanser bevindt zich ook in een labiel evenwicht, omdat het hele lichaam boven het koord is.

Toch kan een vaardige en ervaren koorddanser (ik niet!) veilig op het koord lopen en zelfs dansen, als hij of zij maar een balanceerhulpmiddel heeft, zoals een lange stok, de balanceerstang. Daarmee kan de koorddanser kleine correcties maken, en hoewel de situatie inherent instabiel is, is die hanteerbaar en relatief gemakkelijk veilig te houden.

Dus: inherente instabiliteit hoeft geen probleem te zijn, zolang correcties gemakkelijk aan te brengen en effectief zijn.

Handgranaten

Een ander voorbeeld (niet door mij bedacht):

Een handgranaat is inherent instabiel omdat hij na enige tijd ontploft als iemand de pin eruit trekt en de hendel niet meer vasthoudt. Toch kunnen handgranaten jaren in een wapenopslagplaats liggen zonder dat er iets misgaat. Eenvoudige voorzorgsmaatregel: laat de pin zitten, trek die er niet uit.

Niet dat ervoor ben om handgranaten te hebben of gebruiken, maar dat is een andere discussie.

Vuur

Nog een ander voorbeeld (ook niet oorspronkelijk mijn idee):

Een vuur kan worden uitgemaakt en dat gebeurt ook vaak, maar daarom is het nog niet stabiel. Vuur is altijd gevaarlijk. Sommige branden kunnen oncontroleerbaar worden, vooral bosbranden.

Toch aanvaarden de meeste mensen dat vuur voor allerlei doeleinden wordt aangewend. Het vermogen vuur te gebruiken en beheersen wordt algemeen gezien als een van de belangrijkste revolutionaire uitvindingen van de vroege mensheid.

Nuttig

Naar mijn mening is de mogelijkheid rentedragende leningen te verkrijgen, op dezelfde manier nuttig voor de maatschappij als geheel. Het betekent dat boeren kunnen ploegen en zaaien voordat ze oogsten. Er kunnen bedrijven worden opgestart of uitgebreid, voordat de verdiensten beginnen binnen te komen. Men kan bruggen en wegen bouwen. Mensen kunnen een huis kopen en er al in wonen, terwijl ze als het ware achteraf sparen om het te betalen.

De rente stimuleert andere mensen en bedrijven om hun overtollige geld ter beschikking te stellen om uit te lenen.

Problemen met leningen komen voor, maar de risico’s zijn te behappen.

Natuurlijk moeten huishoudens, bedrijven en regeringen voorzichtig en verantwoordelijk te werk gaan en niet te veel lenen.

Als ik de risico’s en voordelen tegen elkaar afweeg, dan zeg ik: laten we de mogelijkheid behouden om geld te lenen tegen rente, en laat dat door banken regelen vanwege hun transformatiefuncties.

Vervolg

Volgende artikel: Rente en stabiliteit (IV).


Copyright © 2012 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.