Groene golf

Idee: ontelbare malen in het verleden, zo ook 14 mei 2014; tekst:

Kalme berusting

Al weer dik een jaar wonen we in naburige gemeente IJ., na meer dan 30 jaar in N. gewoond te hebben. Gisteren waren we daar weer eens terug, niet met de fiets zoals wel vaker, maar met de auto. En meteen viel op waar ik me al die jaren al zo vaak aan geërgerd heb: die vreselijke stoplichten. Werkelijk ALLEMAAL gaan ze ALTIJD op rood net als je er aan komt rijden. Zelfs die paar die nauwelijks 100 meter uit elkaar zitten.

Tegenwoordig kan ik heel goed omgaan met irritatie, teleurstelling, ergernissen en stress. Ik bleef dus gisteren heel rustig en ontspannen, en liet de auto, al remmend en weer optrekkend, geleidelijk naar huis kabbelen. Niks aan de hand.

Stress, verspilling, vervuiling

Vroeger was ik daar minder goed in en zat ik soms geërgerd en gestrest achter het stuur, mede door die slecht werkende stoplichten. Irritatie in het verkeer is niet goed. Die kan zelfs gevaarlijk zijn. Dus moeten verkeerslichten zo min mogelijk hinderen.

Dit nog afgezien van de vele andere negatieve effecten:

Geavanceerd

Toen het stoplichtensysteem op drie verkeersassen in N. nieuw was – ergens in de late jaren 1980 of vroege 90’er jaren denk ik dat dat was – was de gemeente er heel trots op. Het was technisch namelijk heel geavanceerd. Niet alleen reageerden via sensors de verkeerslichten van elk afzonderlijk kruispunt op de aanwezigheid van verkeer in de zijstraten van de aders, zodat dat vlot de aders op kon; ook was een speciale centraal bedienbare voorziening om ambulances die naar het grote ziekenhuis in N. rijden, een groene corridor te geven.

Maar kennelijk was het te hoog gegrepen om deze op zich goede eigenschappen van de verkeerslichten te combineren met de mogelijkheid onder normale omstandigheden vlot met de auto door te rijden. Een groene golf dus.

Er waren al computers, maar niet zo goedkoop en krachtig als nu. Er is in de tussentijd ook veel gedaan aan het ontwikkelen van algoritmen. Is de combi er daardoor toen niet gekomen? Of speelde ook een mijns inziens fout verkeersbeleid een rol? Autootje pesten om het rijden te ontmoedigen? Ik weet het niet.

Overigens ben ik en zijn wij helemaal niet voor veel autoverkeer: we rijden erg weinig, lopen en fietsen veel en zijn ook af en toe aan te treffen in bus, tram, metro of trein.

Technische belangstelling

Mijn jeugd bracht ik door in een voor toen moderne buitenwijk N. van de stad S. Dat was tussen 1957 en 1967, ik was tussen de 2 en 12 jaar oud. Ergens in die periode werden de straatstenen van de lange laan waaraan we woonden vervangen door asfalt, en alle kruispunten en een paar losse voetgangers­oversteek­plaatsen kregen stoplichten.

Ik herinner me hoe ik over dat asfalt van de voor de werkzaamheden afgesloten laan naar school liep, ook aan diezelfde laan gelegen. In mijn herinnering was ik toen al vrij groot, en we hadden één keer in de week een uur Frans (anderen deden Engels). Ik zal dus ongeveer 11 zijn geweest, in 1966. Mogelijk waren de stoplichten er al eerder dan het asfalt. Of het was nieuw asfalt om kapotgereden ouder plaveisel te vervangen.

We woonden op de zesde verdieping in een flatgebouw, met uitzicht op o.a. zo’n kruispunt. Ik had toen al belangstelling voor techniek en ik vond die verkeerslichten heel interessant. Ook de lampen die je vanuit ons huis niet kon zien, hadden aan de achterkant verklikkerlampjes, waardoor je toch precies wist wanneer ze van groen naar geel en rood, en weer terug naar groen gingen. Dat gold ook voor de voetgangerslichten, die geen geel hebben maar knipperden. (Of was dat toen nog niet? Het is al zo lang geleden, ik durf daar geen eed op te doen.)

Die verkeerslichten, modern in 1966, reageerden niet op het verkeersaanbod, maar draaiden een vast programma af. Op een vaste tijd ’s avonds ging alles geel (wij zeiden toen: oranje) knipperen. In het weekend ook, geloof ik.

Detailgekke nerd als ik toen ook al was, kende ik na een tijdje dat hele programma van die verkeerslichten uit mijn hoofd. Ik zat vaak vele minuten naar beneden te staren, en zag dat alles weer precies verliep zoals ik wist dat het zou verlopen.

Achteraf gezien was, gezien de toenmalige stand van de regeltechniek, meer dan een vast programma nog niet mogelijk. In die tijd, of kort erna, waren er in heel Nederland misschien vier computers in gebruik, bij grote banken en bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ze kostten vele miljoenen guldens en namen hele zalen in beslag.

Wat nu normaal is, dat in zowat elk apparaatje wel een processor zit om het functioneren ervan in goede banen te leiden, dat was toen ondenkbaar. Zelfs een relatief dure verkeers­installatie zoals voor stoplichten had beslist geen besturings­computer. Alles werkte met relais en schakelklokken. Ik had er toen geen verstand van, maar achteraf beoordeel ik dat dat de enige mogelijkheid was. Er stond ook inderdaad een schakelkast bij elk kruispunt, en je hoorde daarin iets klikken. Dat moeten die relais geweest zijn.

Vroeger was alles beter …

Maar nu het mooie: die verkeerslichten in die lange laan in S. hadden in ca. 1965 al wel een groene golf! Als je netjes met de voorgeschreven snelheid van 50 km/h reed, dan stonden alle verkeerslichten op groen. En dat over de hele lengte van die weg, en die is lang: ruim drie kilometer.

En als ik me goed herinner – maar na zo lange tijd kunnen details van herinneringen vervormd raken – werkte die groene golf zelfs in beide richtingen! Op de een of andere manier, al dan niet gepland (de wijk is gebouwd vanaf ongeveer 1954) lagen de kruispunten en oversteekplaatsen, en dus de verkeerslichten, op dusdanige afstanden dat je bij die constante snelheid allebei de kanten op steeds groen licht had.

Hoe synchroniseerden ze eigenlijk de verkeerslichteninstallaties van al die kruispunten? Ik denk met uurwerken op een synchrone elektromotor. Omdat die allemaal op dezelfde 50 Hz van het lichtnet werkten, liepen ze niet uit de pas. We hadden thuis ook zo’n klok, dus die techniek bestond toen al.

Nu zouden ze dat misschien allemaal draadloos doen of via kabels of internet. Maar dat hoeft niet eens.

Met de in onze moderne ogen uiterst primitieve techniek van 1966 wist men dus toen een vernuftig, efficiënt, veilig en comfortabel systeem te bouwen: wie uit een zijstraat de hoofdweg op wilde rijden, moest een minuutje of wat wachten. Een of twee, in mijn herinnering, langer niet. Daarna had je alleen maar groen; als je niet snel weer afsloeg kilometers lang.

Ook de voetgangers konden na een heel redelijke wachttijd vlot veilig oversteken.

… en nu kan er niks

Ruim 50 jaar later is dat in onze vorige woonplaats N. kennelijk allemaal niet mogelijk, ondanks dat nu een processor ongeveer een tientje kost, de techniek van sensoren en telecommunicatie hoog ontwikkeld is en er ook op softwaregebied reuzenstappen zijn gemaakt.

Dat is toch jammer? Het moet anno 2017 toch haalbaar zijn een groene golf te realiseren in twee richtingen, én zijstraten groen te geven afhankelijk van verkeersaanbod, met veilig overstekende voetgangers, én wanneer nodig een groene corridor te verschaffen aan politie, brandweer en ambulances?

Een kwestie van prioriteiten onderkennen.