Op 11 december 2009 gingen we in Utrecht (’t Hoogt) naar de film Nothing Personal van de regisseur Urszula Antoniak. Al voordat die film een Gouden Kalf won, had ik hem genoteerd n.a.v. een krantenartikel, omdat ik veel verwachtte van een film met een prominente rol voor Ierse landschappen.
Omdat het in Utrecht lastig parkeren is en de sneltram een lange zit, gingen we op de fiets. Het weer was niet al te beroerd, het is een hele afstand maar het is te doen.
Van beide fietsen brandden zowel voor- als achterlicht, dus dat was goed geregeld. Maar aan het begin van de Herenstraat ging mijn voorlichtje uit. Rammelen hielp niet. Omdat het achterlicht, met ledjes, op batterijen loopt, deed ik de dynamo dan ook maar uit, zodat we verlost waren van het snerpende geluid. Verder prima fietsen die Puchs. Ja, het is een Puch en toch geen brommer. En niet Oostenrijks maar Frans.
Mijn vrouw reed links en ik aan de stoepzijde, zodat we onszelf toch redelijk verlicht en veilig waanden.
Zo'n driehonderdvijftig meter verder reden we in een politiefuik. Ik kreeg een bekeuring omdat mijn licht het niet deed. Snel onderdrukte ik mijn opkomende kwaadheid, (“wat een gezeik nou weer!”), op onze uitleg werd niet gereageerd, ik moest mijn rijbewijs laten zien (niet omdat je dat nodig hebt om een fiets te mogen besturen, maar bij wijze van identiteitsbewijs) en de bon werd geschreven (een heel werk is dat!) en ik snoot discreet mijn van de kou en bijna-mist druipende neus.
Mijn vrouw was ondertussen teruggefietst naar de toevallig vlakbijzijnde bouwmarkt, die die avond nog open was. Ze kocht daar zo'n ledlampje dat je aan jas of fiets kunt clippen. Dankzij een wetswijziging een jaar of wat geleden mogen die nu ook. Toen we weer langsreden waren de agenten net hun fuik aan het opbreken. Ik kreeg de kans niet om triomfantelijk te laten zien dat ik nu wel goed verlicht was. Hoeft ook niet, flauw.
Het gaat om onze veiligheid. Ze doen hun werk. Laten we er maar blij om zijn. Een stuk verderop zag ik iemand op een brug naast de fiets lopen, die er waarschijnlijk naar beneden (maar toen waren wij al voorbij) gauw weer op zou gaan zitten, zodra zhij uit het zicht van de bemensers van weer een andere fuik zou zijn.
Tot zover het gedeelte van dit stukje dat niet gaat over het eigenlijke onderwerp: klare taal. Dus nu snel ter zake. O ja, de film was mooi, alleen snapten we hem niet helemaal, omdat we door het oponthoud vermoedelijk een paar cruciale minuten aan het begin gemist hadden.
De agent had gezegd dat ik binnen zes weken iets thuisgestuurd zou krijgen. Op zich al idioot lang. Ik meen eens ergens gelezen te hebben, dat uit psychologisch onderzoek is gebleken, dat straffen alleen helpt (bij honden, of vast ook wel bij het zoogdier ‘mens’) als het kort na de zonde gebeurt.
Dan is zes weken veel te lang. Ik snap ook niet waarom het zo lang moet duren. Iemand moet dat formuliertje van die agent in een computer tikken. Vervolgens rolt de te sturen bekeuring er zo uit. Al bij al moet dat toch binnen drie werkdagen geregeld kunnen zijn.
Op 16 februari 2010 kwam het beloofde officiële stuk dan toch, “Beschikking” geheten. Even rekenen. Elektronische kalender erbij. Ik tel geen zes, maar negen weken en nog twee werkdagen extra. Waarom? Personeelsgebrek? Deel dan tijdelijk minder bekeuringen uit en werk eerst het stuwmeer af.
Ik hoef de boete ook nog eens pas uiterlijk voor 16 april 2010 te betalen. Twee volle maanden erbij. Weliswaar in mijn voordeel, maar via de belasting leggen we het renteverlies dat daardoor ontstaat (denk aan honderdduizenden bonnen maal tientallen euro’s, dat telt aan) er met z’n allen toch weer bij. Waarom moeten anderen, die niks misdaan hebben, of iets anders, de rente over mijn laat betaalde boete betalen? Denk daar eens over na, overheid!
Nog steeds ben ik niet, zoals ik wel beloofd heb, ter zake gekomen. Opschieten nu dus.
Wat stond er op de beschikking? Wat was mijn vergrijp? Het volgende:
geen voortd.tbv tegemoetk.weggebr.zich tbr.wt/geel licht voorzijde/zichtbr roo d licht tbv weggebr.achter voeren(fiets)
Ik heb alle spaties (en gebrek daaraan) exact overgenomen. Een deel van de afkortingen begrijp ik niet eens! En als ik uitvouw wat ik wel snap, komt er totale wartaal uit, geen lopende Nederlandse zin. Wat betekent tbr? Ter beschikking stelling regering? Twents bureau rijvaardigheidbewijzen?
Stel dat ik een immigrant of allochtoon was? Die moeten allemaal vooral Nederlands leren, hoor ik vaak zeggen, dat lost alles op. Zelf twijfel ik daaraan, maar daar gaat het nu even niet over.
Stel iemand is ijverig Nederlands aan het leren, probeert alles te lezen en wat niet duidelijk is in een woordenboek op te zoeken. En die krijgt dan zo'n bekeuring. Wat moet die dan met die wartaal die daarop staat?
Waarom zetten ze er niet gewoon op:
Er zijn mogelijkheden genoeg. Het is echt niet zo moeilijk om dit uit te leggen in taal die gewone mensen begrijpen.
Misschien is de wartaal een poging om uit een officieel wetsartikel te citeren. Misschien moet dat wel omdat de bekeuring, beschikking of wat het ook is, in elk geval iets waardoor je betalen moet, anders niet rechtsgeldig is. Dat zou kunnen.
Maar zet die wetstekst dan liever ergens onderaan en in kleinere lettertjes. En neem dan iets meer ruimte (op het papier zijn nog voldoende witte plekken; en wat kosten een paar bytes extra tegenwoordig nog?), zet de spaties waar ze horen en zet ze niet waar ze niet horen.
Achteraf snap ik wel wat er mis gegaan is met die tekst. In een of andere database zitten drie tekstregels van ca. 40 posities (38, 39 resp. 40, om precies te zijn; vreemd). Daarin heeft men met veel afkortingen en tegenelkaaraangeprop die juridische omschrijving geperst. Vervolgens zijn die drie regels afgedrukt als twee regels, waarbij er midden in woorden weer spaties bij zijn gekomen.
geen voortd.tbv tegemoetk.weggebr.zich tbr.wt/geel licht voorzijde/zichtbr roo d licht tbv weggebr.achter voeren(fiets)zat vermoedelijk in de database als:
geen voortd.tbv tegemoetk.weggebr.zich tbr.wt/geel licht voorzijde/zichtbr roo d licht tbv weggebr.achter voeren(fiets)
De afkorting “tbr”, waar ik eerst over zat te peinzen, staat er dus niet. Je moet “zich” en “tbr” aan elkaar lezen. Bedoeld is: ‘zichtbaar’!
Zeg dat dan!
De vertaling is dus:
Geen voortdurend ten behoeve van tegemoetkomende weggebruikers zichtbaar wit/geel licht aan de voorzijde, dan wel geen zichtbaar rood licht ten behoeve van weggebruikers achter voeren (fiets).
Nog altijd een onduidelijke en lelijke formulering, vooral door dat “voeren” helemaal achteraan.
Vandaar mijn advies aan de overheid:
Schrijf duidelijk!
Blink uit door helder taalgebruik.
Als tegenprestatie fiets ik dan voortaan helder verlicht door de donkere nacht.
Naschrift 8 maart 2010: Ze kunnen het wel!
Naschrift 6 oktober 2011: Altijd weer die fouten!