This concerto contains a nice example of why an A flat is not
the same as a G sharp, and audibly so. This means MIDI, which can distinguish
only twelve different notes in an octave, is insufficient for any interesting
(for me at least) music.
Khachaturian's Violin Concerto has three parts, Allegro con fermezza,
Andante sostenuto, and Allegro vivace. At the end of the second movement
the violin plays a long A flat, which is a minor third in the F minor chord
(F, A flat, C), but which then, while the orchestra changes to an A major
chord, becomes a major seventh in the scale of A, which means it can no longer
be an A flat, but has to be a G sharp.
Yet, effects like this don't seem to rely on changes from sharp to flat
notes, for something that sounds very much like it occurs in ....
Van Dik Hout, Vier Weken, "Uit het donker": (sorry, that's not
classical music)
@? Link this @?
And probably elsewhere in bluesy music too (I’d be grateful for
any hints to other occurrences).
Uitwerken:
Volgens de theorie zou er dan een flink hoogteverschil in moeten zitten: Ik ga even uit van f als 1:1, en as 6:5 (315.64 cent). Dan de grondtoon van het a-akkoord a op 5:4, en een grote septiem van 15:8 daar weer bovenop, is 75:32, ofwel 274.58 cent. Een verschil van maar liefst 41 cent, dat moet zeker hoorbaar zijn. Maar op de opname die ik ervan heb, speelt Leonid Kogan, met het Boston Symphony Orchestra, ze beide even hoog, hij wordt zeker niet lager. Zou hij misschien volgens de Pythagoras-stemming spelen?
Dan krijg ik een As op 32:27 ( 294.135 cent) (berekening: kwint 3:2, gedeeld door grote terts = twee grote secundes: 81:64), A op 81:64, Gis op 243:128 daar weer bovenop, dat geeft 19683:8192, ofwel 317.595 cent. Dan zou hij dus iets hoger moeten gaan spelen, hoor ik ook niet, maar een verschil van 23.46 is ook al wat lastiger te horen.
Na een keer of 10 luisteren meen ik inderdaad te horen dat hij iets omhoog gaat aan het eind, waarmee bewezen zou zijn dat hij inderdaad volgens Pythagoras speelt.