Kook ik ook een keertje. Mislukt. Want ik moest mededelen: “De aardappelen zijn vastgekookt, dus die zijn niet meer te eten.”
Maar ja, dat was wel de instructie, voor bij de supermarkt: vastkokende aardappelen.
Binnenkort maar eens wat vastgeverfde ramen aanpakken.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Hier speelt ook weer een klemtoonverschil: vastKOkende of VASTkokende?
Maar dan alleen bij het losse adjectief of bij predicatief gebruik, want bij attributief gebruik, dus met “aardappelen” er meteen achter zoals in mijn verhaaltje, is het in beide betekenissen: VASTkokende.
Moet je dan in de wel door de supermarkt bedoelde betekenis niet schrijven ‘vast kokende’? Ik weet het niet.
Ingewikkeld? Ingewikkeld.
Copyright © 2014 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.