Het juiste gebruik van -d, -t, en -dt is voor velen al moeilijk genoeg, bij de gebiedende wijs kan het nog lastiger worden.
(De gebiedende wijs heet ook wel imperatief. Het is als je iemand iets beveelt, maar het kan ook wel – veel vriendelijker – om een raad, advies, of verzoek gaan: ‘neemt u plaats’, ‘doe mee en win!’, enz.)
Zonder -t is het enkelvoud: ‘kom mee’, ‘doe het nou maar’, enz.
Met -t was vroeger meervoud: ‘komt allen tezamen’, ‘neemt u in acht’ enz. Maar dat wordt nu als ouderwets beschouwd en door stijlgidsen afgeraden.
Bij wederkerende werkwoorden *) is het weer lastiger, zeker met ‘u’ erbij. Het handigste is dan een werkwoord te nemen waar je verschil kunt horen.
‘Houdt u zich aan de regels’. Vergelijk: ‘vergist u zich niet’.
‘Houd u aan de regels’. Vergelijk: ‘vergis u niet’
In die onderste zinnen neemt ‘u’ de rol van ‘zich’ over, daarom werkt het anders dan in de bovenste voorbeelden.
Zie over deze materie ook de Schrijfwijzer van Jan Renkema. In de rode editie van 2002 wordt de kwestie behandeld op blz. 334/335, paragraaf 5.11.3 Werkwoorden.
Zie ook de Taaladviesdienst van de Nederlandse Taalunie.
*) Wederkerige of wederkerende? Het verschil weet ik nooit, in elk geval, van die dingen met ‘zich’. In de ANS (Algemene Nederlandse Spraakkunst) zijn zulke zaken wel terug te vinden.
Inmiddels is dit me door enkele behulpzame personen uitgelegd:
wederkerende werkwoorden hebben ‘zich’ bij zich
(of een andere vorm van het persoonlijk voornaamwoord,
die je dan wederkerende voornaamwoorden noemt: ik vergis me, enz.)
Wederkerige voornaamwoorden zijn elkaar, elkander, en mekaar
(in België, en in informele spreektaal ook in Nederland), en
verouderde vormen zoals ‘malkander’.
Copyright © 2007 van R. Harmsen, alle rechten voorbehouden, all rights reserved.