Mijn geboortejaar is 1955. Het zal dus rond 1958 geweest zijn dat ik voor het eerst bewust kennismaakte met het verschijnsel en begrip ‘winkel’. We gingen boodschappen doen, eten kopen, dingen halen, naar de winkel, naar de kruidenier, naar de Coöp.
Steeds met dat lidwoord ‘de’ erbij. Later bleef dat zo. De bakker, de slager, de groenteboer, de winkel, de Hema, (de) Albert Heijn, (de) Appie, de Edah, (de) Super de Boer, de C1000.
Bij winkelnamen die oorspronkelijk uit twee persoonsnamen bestaan, is er meestal geen lidwoord: kleren kochten we bij C&A. Afgeleid van Cornelis en weet-niet-meer Brenninkmeyer, vertelden mijn ouders wel eens, maar niet vaak want ik heb het niet goed onthouden: het was Clemens und August Brenninkmeyer. (Waarom is er van die Duitse pagina geen Nederlandse versie? Geen idee.)
Zo ook P&C, maar daar kwamen we niet vaak, bij Peek en Cloppenburg. Zonder ‘de’, net als in het geval van de V&D (het bedrijf, dan met ‘de’): je koopt iets bij V&D, of niet. De dichtstbijzijnde voor ons zit in winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht en daar komen we zowat nooit, dus niet. Maar als, dan zonder ‘de’. V&D dus bedoel ik.
Ook bij banken doet dit verschijnsel zich voor: mijn vader had een girorekening bij de PCGD (Postcheque- en Girodienst) en we spaarden bij de Rijkspostspaarbank. Later fuseerden die en handelden we alle geldzaken af bij de Postbank. Nog weer later heb ik korte tijd gewerkt bij de Rabobank en daar had ik ook een rekening. Tegenwoordig niet meer. Wel bij de Postbank, tegenwoordig (de) ING.
Ik blijk eind vorig jaar zelf spontaan geschreven te hebben:
“Misschien werkt het bij andere
banken dan ING anders?”
en
“Hebben andere banken dan ING zo’n
extra stap niet?”
Zonder ‘de’. Zou dat zijn omdat in de betekenis van ‘ING’ niet het woord ‘bank’ zit? ING betekent Internationale NederlandenGroep. Dat weet ik, maar verder bijna niemand meer, denk ik? Hoe dan ook, in hetzelfde artikel schreef ik toch ook, niet bewust bezig met het onderwerp van dit artikel:
“Bij de ING zit er op iDeal [...] nog een extra beveilingsslag [...]”.
Regels hiervoor zijn moeilijk te geven en taalgebruikers zijn niet altijd consequent. Andere moedertaalsprekers dan ik doen het in gelijke situaties misschien weer net anders. Ik ga vrijwel geheel af op mijn eigen taalgevoel en redeneer niet of nauwelijks.
In gesproken media, zoals radio- en tv-nieuws, actualiteiten en reclameboodschappen, merk ik de laatste jaren de tendens op om het besproken lidwoord weg te laten. Ik hou al jaren aantekeningen bij over het verschijnsel, maar de concrete aanleiding om er nu eindelijk eens een artikel over te maken vond plaats op 4 januari jongstleden rond half acht ’s morgens.
Ik citeer nieuwslezer Joeri Stubenitsky vanaf tijdstip 31m27s:
“En Hema breidt uit naar Spanje en Engeland. Topman Van Zetten verwacht over een jaar de eerste winkels te openen. Hema heeft al vestigingen in België, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg, en zo’n 500 in Nederland.”
Ik ervaar dat echt als fout. Het is volgens mij zo geen Nederlands. Het moet zijn ‘En de Hema breidt uit [...]’ en ‘De Hema heeft al vestigingen [...]’.
(In hetzelfde nieuwsbulletin was even eerder twee keer sprake van “de NSA”. Dat ervaar ik als correct. Maar als de neiging Nederlandse lidwoorden weg te laten, zoals ik vermoed, te wijten is aan invloed vanuit het internationale zaken-Engels, waarom dan bij deze Amerikaanse instelling NSA (waarover ik in ander verband dit schreef) weer wel een lidwoord? Omdat ze dat in het Engels bij zo’n niet-bedrijf ook doen? Dat weet ik eigenlijk niet precies, ik heb de Engelstalige media er niet over gevolgd.)
De avond van 3 januari had ik Hema-directeur Ronald van Zetten inderdaad op tv gezien over de voorgenomen uitbreiding van de Hema, en toen was me niks bijzonders opgevallen. Misschien zat ik ook ondertussen iets anders te doen, dat is vaak zo bij mij. Ik ga het niet naluisteren, maar reik de lezer de hand om dat desgewenst wel te doen. Starttijdstip is 7m32s.
Het weglaten is echt een trend, helaas. Circa een week na de uitzending zag ik in het blad Buitenleven, jaargang 12, nummer 1, januari/februari 2014, op blz. 13, onder het kopje “Geen excuus meer”:
“Geweldig idee: Hema komt met een goedkope versie van de doorgaans net even te dure naaimachine. Zo kun je aan je nieuwe hobby beginnen, zonder dat je er op [sic, niet ‘erop’; RH] leeg loopt.”
Dit ziet eruit als een advertorial, een als redactioneel bericht vermomde reclame-uiting. Dus niet alleen bij redacties heerst deze trend, ook bij de bedrijven en hun (interne of externe) reclamemakers. Zoals inmiddels duidelijk: ik vind dit echt fout en geen Nederlands: de Hema komt met iets, niet ‘Hema’.
Meer voorbeelden uit mijn notitiearchief:
28 maart 2013: KRO, programma Brandpunt Reporter, aflevering Poetin aan de Kraan. Ze hadden het consequent over “Gasunie” i.p.v. ‘de Gasunie’. Echt fout en storend vind ik dat. Russische invloed? Het Russisch heeft helemaal geen lidwoorden dus daarin heet Gazprom (ook in het Nederlands zou ik dat zonder doen, ik weet niet waarom) gewoon Газпром.
Maar in het Nederlands hebben wij toch niks met andere talen te maken? En al helemaal niet als het over onze eigen bedrijven gaat.
10 april 2010 had ik genoteerd dat de Keukenhof zichzelf in radiospotjes “Keukenhof” noemde. Ik herinner me die naam al van toen ik heel jong was. Ik wist nauwelijks wat het voorstelde en ben er ook zelden geweest, misschien maar één keer. Maar ik heb wel heel duidelijk onthouden dat het altijd ‘de Keukenhof’ was.
Wat voor reden kan er zijn om dat nu opeens anders te gaan doen? Ik snap het echt niet. De Keukenhof trekt veel toeristen. Als er dan in het Engelse, Japanse of Chinese promotiemateriaal ‘Keukenhof’ staat omdat Japanners en Chinezen niet snappen (vermoed ik) wat een lidwoord überhaupt is, dan hoeven wij toch niet daarom ook ons taalgebruik te gaan aanpassen? Dat staat toch los van elkaar?
PS Op 22 april 2014 heb ik het spotje weer gehoord, met consequent “Keukenhof” zonder ‘de’. Klinkt lelijk en on-Nederlands. Storend en ergerlijk ook.
De (jawel, de) NRC op 21 mei 2008:
Vliegtaks
lokt extra vliegen uit.
(Ik had als link genoteerd staan
http://www.nrc.nl/economie/article1095854.ece/Vliegtaks_lokt_extr
,
maar die doet het niet meer). Citaat:
“De voordeligste manier om met KLM naar New York te vliegen, is vanaf Düsseldorf. Wie daar aan boord gaat van een Fokker 50 van KLM en met een overstap via Schiphol doorvliegt naar de Verenigde Staten, is bijna 200 euro goedkoper uit dan wie rechtstreeks vanaf Schiphol vliegt (420 euro tegen 609 euro). Na de invoering van de ecotaks in Nederland per 1 juli worden de verschillen nog groter.”
Als ik met de KLM vlieg, vlieg ik met de KLM in een vliegtuig van de KLM. Daar ben ik een rare in, maar zo werkt dat in mijn Nederlands. In het Nederlands? Is mijn Nederlands niet meer het Nederlands? Is het Nederlands niet meer mijn Nederlands?
Gaan we het over een poosje ook over natuur en leven hebben, in plaats van de natuur en het leven, alleen omdat het in het Engels ‘life’ en ‘nature’ is?
Zoals inmiddels duidelijk: mij stoort het weglaten van ‘de’. Ik ervaar het als taalbederf.
Ben ik oud en voelen jongere taalgebruikers dit geheel anders aan? Of is het onzin van bedrijfsdirecties met internationale aspiraties, die alles naar het Engels willen richten? En modieuze mediaredacteuren en reclametijgers die ze gretig napraten?
In het Engels zijn de regels voor het lidwoordgebruik trouwens net als in het Nederlands heel ingewikkeld. Want het is (denk ik toch, even op gevoel zonder iets na te kijken) Selfridges, Woolworth, Wallmart, Citibank, Barclays Bank en Royal Bank of Scotland. Maar wel the BBC (tegenover ABC), the FBI en the CIA.
Vanaf 1970 toen ik veel van popmuziek hield en in de jaren 1980 en begin 1990 toen ik veel in computer manuals las, was Engels mijn favoriete taal en op andere talen, ook Nederlands, keek ik een beetje neer. Ik vond of dacht dat voor alle talen min of meer dezelfde regels voor grammatica, hoofdlettergebruik en interpunctie golden of anders maar moesten gelden, met het Engels als norm.
Vanaf circa 1994 begon ik steeds meer ook mijn eigen Nederlands actief schriftelijk te gebruiken, ging ik meer van die taal houden en zag ik steeds duidelijker in dat elke taal zijn eigen geschiedenis, gewoonten, conventies en regels kent. Nederlands is beslist geen Engels.
Als een Nederlands bedrijf groter en internationaler wordt, en daardoor Engels meer en meer de voertaal voor het hele concern wordt, is dat geen reden om dan maar ook voor de Nederlandstalige uitingen van dat bedrijf Engelse regels of gewoonten te gaan toepassen.
Ik vind het prima dat de Rabobank zich internationaal Rabobank noemt en de Hema Hema, en niet *the Rabobank* resp. *the Hema*, omdat dat inderdaad in het Engels mallotig klinkt. Maar dat geldt dan voor Engelstalige bedrijfsuitingen of interne concerncommunicatie. Voor Nederlandse teksten dient gewoon de Nederlandse manier te worden aangehouden, dus in die taal blijft het lidwoord meestal staan, op basis van het taalgevoel van vertalers of tekstschrijvers die het Nederlands als moedertaal hebben.
“Amsterdam Documentaire Filmfestival”, dat is geen Engels en dat is geen Nederlands, dat is niks, dat is rommel. Amsterdam Documentary Film Festival zou Engels kunnen zijn, in het Nederlands is dat het Amsterdams documentairefilmfestival.
“Wageningen University” is een goede naam voor internationaal gebruik, maar het is geen Nederlands. Nederlands is Landbouwuniversiteit (zo heette ze vroeger ook), of Universiteit van Wageningen, Wageningse universiteit. Analoog aan UvA, Universiteit van Amsterdam.
Een instelling hoeft toch niet voor alle talen dezelfde naam te hebben? De basis is de naam in de landstaal (indien dat er maar één is), en mocht dat voor buitenlanders echt te moeilijk zijn (maar waarom? ze leren het maar!) dan kan eventueel een internationale naam of aanduiding als ondertitel worden toegevoegd.
Det Norske Veritas heet internationaal ook Det Norske Veritas en niet *The Norwegian Truth* of zo (afgezien van mijn vermoeden dat dat niet de ware betekenis van de naam is). DB, die deutsche Bahn, heet in het Engels ook gewoon, eh, nee, kijk maar, DB Bahn, hebben ze ervan gemaakt. In alle talen. Rare jongens, die Germaniërs.
Zie ook Trouw en nog eens Trouw. En ook Trouw.
Net gezien, een groot bord: “Welkom bij Jaarbeurs”.
Dat is geen Nederlands, mensen, dat is gewoon fout. Goed Nederland is: ‘Welkom bij de Jaarbeurs’. Echt. Geloof mij maar.
In 1935 gingen de mensen volgens een lied van Louis Davids nog naar de Artis! Ik zou nu zonder aarzelen (weliswaar als principieel niet-Amsterdammer; maakt dat uit?) ‘naar Artis’ zeggen. En ‘naar Blijdorp’. Misschien omdat toen nog werd aangevoeld dat de volledige naam van de Amsterdamse dierentuin Natura Artis Magistra is?
Copyright © 2014–2024 R. Harmsen, alle rechten voorbehouden, all rights reserved