Vanmorgen op Radio 1, over de bankencrisis op Cyprus. Het onderwerp begint op tijdstip 31m13s. Ik citeer Jan van de Putte vanaf 31m26s:
“De op een na grootste bank, de Laiki-bank, wordt op termijn geliquideerd, spaarders met meer dan honderdduizend euro zijn grotendeels hun geld kwijt.”
Dat klopt toch niet? Wie €105.000 bij een Cypriotische bank heeft staan, krijgt daarvan 100.000 euro vergoed en is 5000 euro kwijt, lijkt mij. Wie 200.000 had, kan naar de helft fluiten. Wie 10 miljoen had, is wel dat bedrag grotendeels kwijt, hij verliest dan namelijk €9.900.000. In zijn algemeenheid kun je dus niet spreken van ‘grotendeels’.
Of is de bedoeling dat een saldo van €99.000 nog net wel helemaal vergoed wordt, maar een van €101.000 helemaal niet? Dat zou dan wel heel erg afwijken van de regels van het Europees afgesproken DGS (DepositioGarantieStelsel).
En is het per rekening, per rekeninghouder, per rekeninghouder bij een bepaalde bank? Goed, dat zijn details die te ver gaan voor een kort nieuwsbulletin. Aan de andere kant, dat nieuwsprogramma bestrijkt vele uren, met alleen maar gesproken woord. Waarom dan niet eens de tijd genomen om een onderwerp echt uit te diepen, in plaats van steeds maar dezelfde korte zinnetjes over hetzelfde te herhalen?
Even later zei Jan van de Putte het wel goed, citaat vanaf 35m50s:
“Maar die redding van Cyprus, da’s ’t belangrijkste nieuws van vanochtend. Het zal ten koste gaan van grote spaarders, waaronder veel Russen. Door het faillissement van de Λαϊκή-bank raken de spaarders alles kwijt, boven de ton tenminste.”
Nog meer in mijn ogen onzorgvuldig taalgebruik: Joop.nl schrijft:
“Als gevolg van de splitsing en opheffing van de Laikibank verliezen spaarders hun vermogen boven de 100.000 euro. Dat schrijft de Volkskrant.”
Het komt inderdaad van de Volkskrant (waarom geeft Joop.nl geen hyperlink? This is internet, man!):
“Spaarders van de Cypriotische probleembank Laiki verliezen al hun vermogen boven de 100.000 euro.”
Hier geldt mijn bezwaar het woord “vermogen”. Bij bedrijven (volgens Annemarie van Gaal, op 19 maart te gast bij Pauw en Witteman, gaat het daar om een aanzienlijk deel om) heeft dat woord een heel specifieke betekenis, die hier niet van toepassing is.
Bij privépersonen worden tot het vermogen meestal de saldi (tegoeden, dat is ook een goed woord) op alle spaar- en andere bankrekeningen gerekend. Eventueel tellen ook nog huizen of auto’s mee, afhankelijk van wetgeving, en/of gaat er nog een vrijgesteld bedrag af, als het gaat om belastingheffing.
Ook bij de Volkskrant zien we weer dat woord “grotendeels” opduiken, zodanig gebruikt dat de tekst niet betekent wat die zou moeten betekenen:
“Het noodplan voorziet in de opsplitsing van de twee grootste banken van het land, waarbij spaartegoeden van meer dan 100.000 euro grotendeels verloren gaan.”
Dat klopt niet. Ze gaan alleen grotendeels verloren als het saldo ver boven de ton zit. Zo niet, dan wordt het spaartegoed grotendeels vergoed en gaat het grotendeels juist niet verloren.
Een verwant, ouder artikel.