Ik wil het nog maar weer eens hebben over de Nederlandse 'twijfelfonemen' ch/g, s/z, en f/v. Minimaal verschillende paren zijn moeilijk te vinden, en die er zijn doen vaak wat kunstmatig aan, en/of bevatten woorden met sterk verschillende geschiedenis of zelfs regelrechte leenwoorden:
'ga, os' vs. 'chaos'
'vin' vs. 'Fin', 'fier' vs. 'vier' vs. 'wier', 'viervoud' vs. 'vier fout' vs. 'Vierwoudstedenmeer'
'de zee', vs. 'de C'

Maar wat nu te denken van het verschil tussen: 'anders zijn' en 'een ander zijn'?
(Ik ga even niet uit van een langzame, zeer nadrukkelijke 'oplees'-uitspraak van 'anders zijn', waarbij zowel de s als de z te horen zijn.)
Ik denk dat bij velen hier toch een duidelijk een verschil te horen is, een s in het eerste geval en een z in het tweede, en dat zelfs bij degenen die in beide gevallen een s gebruiken het horen van s en z (al dan niet onbewust) meehelpt om het betekenisverschil te onderkennen.

Maar hebben we nu dus twee aparte fonemen? Of zouden we die hebben als mijn voorbeelden op dit ene verschil na echt identiek zouden zijn? (Weet iemand een beter voorbeeld?) Of is er in het eerste voorbeeld nog steeds een gezamenlijk foneem s/z, dat in begin- en eindpositie verschillende realisaties (allofonen) kent, die hier tegen elkaar aan botsen, waarbij de eerste overheerst?
Vergelijk in het Nederlands 'valluik', en in Brits Engels woorden als 'dully' en 'foully' (twee soorten l, dik en dun, tegen elkaar aan), (maar niet in fully en totally), in Cockney Engels 'boat train' (eerste t wordt glottisslag, tweede niet), in sommige soorten Portugees nascer /naSser/ *).

Ook voor de middenpostie (tussen klinkers) zijn regels te formuleren in het Nederlands: stemhebbend na lang, stemloos na kort: lazen/lassen, laven/laffe, lagen/lachen. Stel we concluderen dat het steeds één foneem is en blijft, dat moet er dus in Herman Eldersons toenmalige (1997?) systeem steeds dezelfde letter gebruikt worden.
(Ik neem even de vrijheid te beweren dat de foneemtheorie een belangrijk basisprincipe is voor zijn systeem, wat hij als ik hem goed begrijp ook zelf toegeeft).
Welke letters kiezen we? Ik vind de voorbeelden er toch wat mallotig gaan uitzien:

Traditioneel:
lazen/lassen, laven/laffe, lagen/lachen

Volksspelling:
laasy/lasy, laafy/lafy, laaxy/laxy

Of:
laazy/lazy, laavy/lavy, laagy/lagy

Maar wat betreft het s/z onderscheid zijn er toch wel sterke voorbeelden: saai/zaai, en een hele rij van landnamen afgeleide bijvoeglijke naamwoorden resp. namen van vrouwelijke groepen resp. volkennamen in het algemeen: Angolese(n)/Angolezen, Chinese(n)/Chinezen, en hetzelfde voor Zaire, Kongo, Katanga, Canada enz. Ook ijzer/eiser.
Voor f/v zijn er de (weliswaar niet minimale) paren tafel, rafel vs. zwavel, kavel.

Ook opvallend is dat velen in het Nederlands een klankonderscheid maken tussen vier en veertig, vijf en vijftig, zes en zestig, zeven en zeventig: Het tweede woord wordt met een s uitgesproken, dus alsof er feertig, fijftig, sestig en seventig zou staan. Dit verschijnsel is terug te voeren op een t die er in het verleden voor heeft gestaan, vergelijk acht tegenover tachtig. De z resp. v is dan kennelijk door de stemloze t geassimileerd tot s resp. f. Die t zelf is echter behalve in tachtig allang verdwenen. Merkwaardig dat een dergelijk verschil, dat niet door de spelling of door moderne taalverschijnselen ondersteund wordt, en waarvan de meesten die het onderscheid maken zich niet eens bewust zijn, zich tot honderden jaren kan handhaven in een taal waarin dit onderscheid verder nogal zwak is!
Indrukwekkend is ook het feit dat vijftig wel die f-klank heeft, maar vijfenvijftig weer drie v's en een f vertoont.


*) Doet me denken aan een lied van de groep Quatro Ventos, geschreven door Emanuel Pessanha, op de cd Valsa de Lobos in het eerste nummer getiteld 'O meu jardim' (Mijn tuin), waarin de tekstwending voorkomt cresça e floresça. Zo'n simpel dingetje maakt voor mij al meteen het hele nummer!