De wereldberoemde schrijver Gabriel García Márquez is eergisteren gestorven.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik nooit van hem gehoord had. Ik heb nog nooit iets van hem gelezen, niet in het Spaans (hoewel dat met enige moeite voor mij misschien haalbaar zou zijn) en ook niet in vertaling. Een nog ergere bekentenis: ik verwacht ook niet dat ik in dit leven nog een boek van hem ga lezen, ook al schijnt hij erg bekend te zijn en heeft hij zelfs de Nobelprijs voor literatuur gewonnen, in 1982.
Allebei mijn ouders zijn nu overleden. Als ik net zo oud word als mijn vader, heb ik nog maar zo’n 5 jaar te gaan. Bereik ik de leeftijd van mijn moeder, dan resten me nog ruim 32 jaren. Daarin kan ik veel doen. Mits de gezondheid het toelaat.
Het is onbekend hoe het zal gaan, maar ik heb zoveel in de planning dat ik denk dat het lezen van boeken van Gabriel García Márquez er niet in past. Sorry. Dan maar een cultuurbarbaar. Een mens moet kiezen en prioriteiten stellen.
Wat ik dan weer zo vreemd vind, is dat diverse mensen, die merkbaar wel wisten wie de overleden schrijver was en zelfs fan van hem zijn, het de afgelopen dagen op de radio presteerden om in één, twee, zelfs drie componenten van zijn naam de klemtoon verkeerd te leggen. Gábriel Gárcia Marquez, GAbriejel GARsieaa marKES, hoorde ik bijvoorbeeld iemand zeggen. Niet onthouden wie.
Raar is dat. Want de Spaanse klemtoonregels zijn toch echt supersimpel:
Dat is het. Meer is er niet over te vertellen.
Wel kan ik het nog een keer vertellen, met iets meer woorden en voorbeelden en minder vaktermen. Of uitgelegde vaktermen.
Een kuut wordt ook wel accent aigu (Frans), acute accent (Engels) of acento agudo (Spaans of Portugees) genoemd. Met de kuut erop zien de klinkertekens eruit als á, é, í, ó, ú. Of als hoofdletters: Á, É, Í, Ó, Ú.
De kuut is het enige accent dat in het Spaans gebruikt wordt. Tenzij je het slingertje (de tilde, ~) op de ñ ook als accent wilt opvatten, maar dat heeft niks met de klemtoon te maken.
Als in een Spaans woord zo’n kuut voorkomt, valt de klemtoon altijd op de klinker waarop de kuut staat, ofwel op de lettergreep waarin de klinker met die kuut zit.
De kuut wordt niet altijd gebruikt om de klemtoon aan te duiden, maar ook wel om gelijkluidende woorden te onderscheiden. Voorbeelden staan hier: ‘cómo’ betekent ‘zoals’ maar ‘como’ ‘ik eet’. ‘El’ is het lidwoord met de betekenis ‘de’ of ‘het’, ‘él’ staat voor ‘hij’.
Is er geen kuut in het Spaanse woord, dan geldt:
De klemtoon valt op de klinker voor de laatste medeklinker. Anders gezegd, de klemtoon valt op de laatste lettergreep als het woord op een medeklinker eindigt, anders op de voorlaatste. Let op: ook de letter y geldt daarbij als medeklinker: estOY, paraGUAY en uruGUAY.
Voor deze regel telt een n of s aan het eind een woord niet mee: cantan (zij zingen) heeft de klemtoon op de voorlaatste (in dit geval tevens eerste) lettergreep. De n achteraan telt niet mee, dus geldt de t als laatste medeklinker, zodat de klemtoon op de ‘a’ daarvoor valt: CANtan.
Evenzo in het woord ‘casas’ (huizen): de laatste s telt niet mee, de voorlaatste s geldt wel zodat de ‘a’ daarvoor beklemtoond is: CAsas.
In de woorden CANta (hij/zij zingt) en CAsa huis zien we dat de letters n en s met nog een klinker erachter, zodat de n of s niet zelf achteraan staat (niet finaal is), wel tellen voor de regel “klemtoon op klinker voor laatste medeklinker”.
Als gezegd: de schrijver heet Gabriel García Márquez. In de Wikipedia staat de spelling (inclusief eventuele diakritische tekens zoals kuten) vrijwel altijd correct. Mocht er namelijk toch een foutje in gezeten hebben, dan is er altijd wel een lettertjesgekke nerd zoals ik die weet hoe het wel moet of dat in betrouwbare bronnen kan vinden, en die het dus verbetert.
Pas je op die naam Gabriel García Márquez de uiterst eenvoudige regels voor de Spaanse beklemtoning toe, dan krijg je: gabrJEL garSIEaa MARkès. (garTHIEaa mag ook, maar alleen in Spanje, en hij was een Colombiaan die in Mexico woonde.)
Zo makkelijk.
Toch wordt het bijna altijd fout gedaan. Vooral de neiging de -ez van Spaanse namen te benadrukken is schier onuitroeibaar. Maar als een latere leerder van het Nederlands het zou hebben over Spaanstálige literátuur zouden wij dat ook irritant vinden. Of charmant, of een beetje dom, of helemaal niet erg, dat kan ook.
(Oké, Spaanstálige met daar een hoofdaccent in plaats van een nevenaccent kan wel, namelijk als een tegenstelling benadrukt wordt: mijn onderwerp was niet Spáánse literatuur, maar Spaanstálige, dus inclusief Midden- en Zuid-Amerika. Hoewel, ook dat was niet mijn onderwerp. Maar het had gekund. Als ik daar iets van wist maar dat is niet zo.)
Copyright © 2014 van R. Harmsen, alle rechten voorbehouden, all rights reserved.