Verdienmodel

Gistermiddag stond ik in de rij bij de kassa van de C1000, toen mijn oog viel op de aldaar tactisch opgestelde krantenrekken. Ik bekeek de voorpagina van het Algemeen Dagblad en was het heel erg niet eens met wat ik las. Daar schreef ik diezelfde avond nog dit artikel over.

Vandaag bleek mijn boosheid geheel of gedeeltelijk onterecht, waarover later elders meer.

Waar het hier nu om gaat, is dat ik in de kassarij al besloot de krant niet te kopen, hoewel ik al wist dat ik er een artikel op wilde baseren en uit die voorpagina citeren. Want, dacht ik, het staat vast ook wel op internet.

En dat is ook zo: namelijk hier. Maar dat bleek niet volledig en net een belangrijk stukje dat ik zeker letterlijk wilde citeren, ontbrak in die online versie. Je kon wel doorklikken naar de hele krant. Dat geeft een verkleind, onleesbaar plaatje van de volledig opgemaakte krant. Klik je daarop door, dan moet je eerst inloggen om verder te kunnen. Dat kost ongetwijfeld geld.

Op dat punt aangekomen besloot ik dan toch maar de papieren krant te kopen en ik wandelde speciaal daarvoor terug naar de supermarkt. De prijs bleek twee euro vijftig, wel een flink bedrag, maar daarvoor heb je dan ook een tamelijk dikke zaterdagse krant.

Dat zo’n krant geld kost, daar kan ik begrip voor opbrengen. Uit eigen ervaring weet ik dat het tijd en moeite kost om content te maken. Journalisten willen ook wat verdienen en er zijn nog meer kosten die moeten worden terugverdiend.

Begrijpelijk en slim ook dat men op internet wel delen van de krant gratis aanbiedt, maar niet alles. Door op tactische momenten te wijzen op de uitgebreidere betaalde mogelijkheden, haalt men hopelijk voldoende geld binnen om het nog decennialang te overleven.

De pers blijft belangrijk in een vrije democratische samenleving, of het nou letterlijk een pers is die inkt op papier drukt, of ‘pers’ bij wijze van spreken, die in werkelijkheid via internet te lezen is.


Copyright © 2011 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.