Even een besparingstip voor de Nederlandse belastingdienst, geheel gratis door mij aangeboden en ter beschikking gesteld:
Als iemand een voorlopige aanslag in termijnen betaalt, is het NIET nodig na elke deelbetaling in een nieuwe blauwe envelop een nieuwe mededeling met een nieuwe euro-acceptgiro te sturen.
Dus stuur ze niet. Dank u.
Want ik durf toch wel de voorzichtige schatting aan, op basis van helemaal niets, dat van alle mensen in Nederland van 58,3 jaar of jonger bij benadering ca. ± 98,15% elektronisch bankiert. Al die mensen hebben dus die papieren acceptgiro’s helemaal niet nodig.
Ze zetten geen handtekening en sturen die acceptgiro nooit meer over de post naar de bank.
Het enige dat nog van belang is, zijn gegevens. Het rekeningnummer van de begunstigde – de belastingdienst dus, die naar buiten ca. twee nummers hanteert, een bij de ING (vroeger de giro) en een bij de Rabobank. Het juiste rekeningnummer heeft iedereen dus al jaren in zijn adresboek van het elektronischbankiersysteem staan.
Dan het bedrag: dat is het totaalbedrag van de aanslag (dat de belastingdienst netjes vermeldt) gedeeld door het aantal termijnen (staat ook keurig op de aanslag). De uitkomst staat er heel onhandig niet bij, en je moet zelf gaan hannesen met afrondingen. Maar dat is op te lossen. Kwestie van een rekenmachientje van 5 euro bij een goedkope winkel. Of even op computer, tablet of smartphone.
Het enige echt belangrijke gegeven, dat de belastingplichtige van de belastingdienst medegedeeld moet krijgen, is het betaalkenmerk van maximaal 16 cijfers. Als de belastingdienst alleen dat nummer gewoon in de aanslagbrief zet, dan is de acceptgiro, dat dure speciale formulier uit de betalingsverkeerstechnische oudheid, niet meer nodig.
(In het betaalkenmerk zit het sofinummer verwerkt – zinloos herbenoemd tot burgerservicenummer – en er zit een controlecijfer in dat eenvoudig na te rekenen is. Dus zelfs als de belastingdienst het betaalkenmerk niet zou verstrekken, zou de belastingplichtige het bijna zelf kunnen bepalen. Maar dat is niet slim natuurlijk, het is inderdaad beter dat de belastingdienst vertelt welk nummer ze graag willen zien voor hun administratie en dat de belastingplichtige dat precies zo overneemt. Dan is het maar duidelijk.)
En wat nu zo mooi is: van elk van de termijnen van een voorlopige belastingaanslag is het betaalkenmerk telkens precies hetzelfde. Het verandert niet, er komt niet steeds een nieuw nummer, er zit geen termijnvolgnummer in.
Dat betekent dat de belastingbetaler maar één keer (eventueel twee, vanwege de afronding) met de computer een opdracht hoeft te geven aan de bank, om bijvoorbeeld elke maand, tot aan een einddatum of een vooraf bepaald aantal malen, een bedrag over te maken. En dan gaat verder alles vanzelf.
APO, Automatische Periodieke Overboeking, noem(d)en ze dat, al toen ik rond 1981 bij de Rabobank werkte. Elektronisch bankieren bestond nog niet, al helemaal niet via internet of smartphone. Pc’s waren er nog nauwelijks en die er waren konden weinig. Dus die APO’s gingen met een papieren formuliertje. Maar het principe van de eenmalig door te geven periodieke opdracht is al oud.
Dus, geachte belastingdienst: logistiek en organisatorisch hoeft er niks aangepast te worden. Het is een kwestie van een paar berekeningen en voorwaarden inprogrammeren. Een statement of 20 in totaal, schat ik vanuit mijn vroegere ervaring als IT’er. Het gevraagde gegeven is: op welke peildatums moet welk deel van het totaalbedrag al binnen zijn, give or take een paar dagen?
Belastingplichtigen die keurig op schema liggen (of een paar euro of een paar procent achterlopen, dat komt wel weer goed), die hoef je niks te sturen. Pas als er een echt duidelijk achterloopt – zhij betaalt te laat, te weinig of niet vaak genoeg – DAN kan het verstandig zijn eens een overzichtje te sturen, als stille hint, met de actuele stand van zaken, en inderdaad die handige acceptgiro erbij, die die enkeling die nog via de post bankiert, zelf met de hand ondertekenen en opsturen kan. Achterwaarts compatibel.
Papierkosten, printkosten, inktkosten, snijkosten, enveloppeerkosten, portokosten, sorteerarbeid, bezorgarbeid, schrikreactie, ‘hé, een blauwe envelop!’, terwijl er niks aan de hand is. Dat alles maal zoveel honderdduizend of miljoen.
Belangrijke financiële en maatschappelijke besparingen. Gewoon even doen. Meegaan met de tijd. Simpel, praktisch en efficiënt denken. Jullie kunnen het. Bikkels.
Zie ook dit verwante onderwerp, “Indammen”.
Zie ook Twee brieven.
Zie ook Indammen (2).
Copyright © 2013 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.