Zoals in het eerste hoofdstuk al gesteld is, kent de vzajku-*)religie geen persoonlijk God. God wordt weerspiegeld in de natuur, dus God is in de mens. De verhouding van mens tot God is in essentie de verhouding tot zichzelf, tot de geestelijk aspecten van de mens. Dat is de reden dat de vzajku-religie zich voornamelijk bezighoudt met de manier waarop de mens zijn eigen leven en eigen gedrag bestuurt, en religie wordt grotendeels identiek met ethiek.
Het is belangrijk om de morele regels niet slechts op te vatten als verplichtingen waaraan je je moet houden, omdat dat sterke inwendige weerstanden zal oproepen. De regels moeten geaccepteerd worden als persoonlijke doelstellingen, zodat de nadruk wordt verlegd van “moeten” naar “willen”.
Het is onnodig om tot God te bidden, omdat God niet een persoon is, waar je tegen kan praten. Maar als iemand er behoefte aan heeft te bidden, dan is daar niets op tegen. Vanwege de belichaming van God in de mens is het zo dat als bidden communicatie inhoudt tussen mens en God, het dus communicatie binnen jezelf is, dus eigenlijk contemplatie. Als zodanig kan het nuttig zijn, maar de vzajku-religie schrijft het niet voor.
Omdat God rondom je en in je is, heb je altijd toegang tot God. Om Hem te bereiken zijn geen bemiddelaars nodig, zoals bijvoorbeeld de katholieken, ondanks hun veronderstelde monotheïsme, vinden in Jezus, Maria en in een menigte heiligen.
*) uitgesproken als “wzaajkoe”
Een kerk, een organisatie, een priesterstand, een hierarchie zijn allemaal niet nodig. De vzajku-religie spreekt rechtsstreeks ieder individu aan. Er kunnen organisaties bestaan met diverse doelstellingen die mede op de vzajku-religie geïnspireerd zijn, maar die moeten niet als enige bedoeling hebben de religie zelf te vestigen.
Er zijn geen erediensten of vormen van aanbidding. Er is geen heilige dag van de week. Alle dagen zijn evenzeer heilig, en het leven zelf wordt de eredienst. Het is echter verstandig om met regelmatige tussenpozen een dag of dagen rust te nemen, en dat is waarschijnlijk ook de oorspronkelijke bedoeling achter geboden over een heilige dag die we in andere religies aantreffen.
Een verlossing, als zoiets al mogelijk is, kan alleen bereikt worden door de eigen inspanningen van de mens. Er komt geen goddelijke genade aan te pas, en er hoeft ook niet iemand voor te lijden en sterven, zoals bij de kruisiging van Jezus Christus, waar het christelijk geloof op berust.
De vzajku religie bevat geen ideën over een leven na de dood. Het kan bestaan of het bestaat niet, maar er is geen manier om daarachter te komen. De zaligheid moet niet na de door verwacht worden, maar moet een doel in ons leven hier op aarde zijn. Het wereldlijk leven is door God geschapen, is een deel van Gods wonder, en het is daarom een godslastering als het wordt afgewezen, zoals het Boeddhisme doet, dat een uitdoving van alle verlangens tracht te bereiken. Dezelfde tendenties treffen we aan in bepaalde takken van het christendom en de islam.
Vzajku beveelt geen bijzondere positie aan voor mannen of vrouwen, ze hebben allen gelijke rechten. Hoewel het moeilijk of zelfs onmogelijk is dit wetenschappelijk te bewijzen, lijkt het duidelijk dat er intrinsieke verschillen bestaan tussen man en vrouw. Het kan in orde zijn [dat] dit tot bepaalde specialisaties leidt, vooropgezet dat die op vrije, individuele keuzes berusten.
De vzajku-religie roept niet op tot geweld, maar wijst het bijna volledig af. *). Niemand mag ooit anders dan door redelijke argumenten worden overgehaald deze religie aan te nemen. Helaas is dat bij vele andere godsdiensten niet het geval. De christelijke kerk inspireerde de kruisvaarders, die echte legers vormden. De inquisitie veroordeelde en executeerde onschuldige mensen. Tegenwoordig halen in Noord-Ierland beide partijen inspiratie uit [het] hun religie, wat een voortdurende schande voor het christendom is.
De islam voerde het begrip jihād of heilige oorlog in, hoewel veelal wordt gesteld dat dat niet als een echte oorlog moet worden begrepen. Desondanks worden in Libanon al jarenlang verscheidene onschuldige mensen in gijzeling gehouden, wat een immens wrede vorm van marteling is, zowel voor de slachtoffers als voor hun familie. Dit betekent zeker niet dat de islam als geheel een misdadige religie is, maar iedere moslim die deze gruweldaden niet duidelijk afwijst, maakt zich medeverantwoordelijk.
Heilige boeken, die [de] basis vormen van vele religies, zijn inderdaad geïnspireerd door God, omdat ze door mensen geschreven werden vanuit hun wijsheid, die deel uitmaakt van Gods heilige schepping. Maar ze zijn niet onfeilbaar, de geërfde goddelijke verantwoordelijkheid van de mensheid maakt het tot een verplichting om die heilige boeken kritisch te bekijken, en eruit te nemen wat goed is, maar om te verbeteren, en zonodig verwerpen, wat ontoereikend is.
*) Er zijn uitzonderingen, zoals zelf-verdediging, of getuige zijn van een verkrachting.
Hoofdstukken 3.4–3.7
Hoofdstuk 5 ontbreekt in de Nederlandse versie.
Copyright 1989, 2022, R. Harmsen, all rights reserved.