of eerder
Een webstek maken kan op allerlei manieren:
(WYSIWYG = What you see is what you get -- Wat je ziet dat krijg je ook).
Eén manier is om een programma te gebruiken waarin je de bladzijde ziet
als een webpagina, en daarin meteen ook, in hetzelfde scherm, wijzigingen
kan aanbrengen. Dit lijkt in het begin makkelijk,
maar als er bij een wat grotere site frames, links (verwijzingen), en
HTML-bestanden in verschillende subdirectories aan te pas komen, is het
vaak toch niet handig, doordat de organisatie van de achterliggende
HTML-code
niet in beeld is.
Ik heb mijn kinderen bewust gestimuleerd om het wel met zulke tools te proberen, omdat ik ze mijn beroepsmisvormingen als C-programmeur niet wou opdringen. Maar toch werken twee van de drie nu uit zichzelf met tools waarbij je de HTML wel zelf ziet.
Er gaan geruchten dat met WYSIWYG-gereedschappen soms browser-specifieke code ontstaat (die bijvoorbeeld alleen goed werkt met Microsofts Internet Explorer, niet met producten van Netscape of vanaf een computer met Linux of een andere soort UNIX erop, en dat er ook nodeloos ingewikkelde code wordt aangemaakt.
Voorbeelden van zulke hulpmiddelen:
Microsoft Publisher. Dit programma is inbegrepen bij sommige varianten van MS Office. Ik heb er zelf nooit mee gewerkt, maar volgens mijn kinderen (geb. 1984, 1985 en 1988) werkt het op den duur toch niet prettig.
Microsoft Word. Vanaf Word 97 is er de mogelijkheid om bestanden
in HTML-indeling
op te slaan. De aangemaakte bestanden zijn dan rechtstreeks op in de bladerprogramma (browser) te gebruiken. Mijn
jongste dochter heeft hiermee haar eerste stappen op
het web gezet.
Bij het bekijken van de resulterende HTML-code (die zij dus zelf nooit gezien heeft) viel mij op dat
steeds weer de grootte en de kleur van het font wordt herhaald. Ik dacht
dat dat inefficiëntie van Microsoft was, maar bij nader inzien zit het probleem
in de semantiek van deze taalelementen in HTML:
Als je bijvoorbeeld de corpsgrootte verandert moet je ook weer vertellen wat de kleur en het lettertype was,
want anders vallen die terug naar verstekwaarden (defaults). Het was m.i. handiger geweest als men had
afgesproken dat wat niet wordt vermeld blijft zoals het was, totdat het expliciet veranderd wordt.
Dit probleem is te vermijden door geen lettertypes op te geven, en de grootte op andere manieren te regelen.
Om Word te gebruiken voor het maken van HTML moeten wel de filters voor dat bestandstype geïnstalleerd zijn. Bij de installatie is een keuze gemaakt welke onderdelen allemaal meegeïnstalleerd zijn, dus het kan zijn dat het openen en opslaan van HTML niet mogelijk is. In dat geval moet die mogelijkheid er vanaf de cd-rom nog achteraf bijgeïnstalleerd worden.
MS FrontPage. Ik heb er zelf nooit mee gewerkt. Volgens de geruchten verandert FrontPage bestaande HTML-code aanzienlijk, en maakt het code volgens specifieke MS-uitbreidingen aan.
Netscape Composer. De nieuwere browsers van Netscape,
bijvoorbeeld Netscape Communicator versie 4.5, bevatten een
component genaamd Composer. Daarmee kunnen pagina's bekeken
en gewijzigd worden.
Ik heb er zelf nooit mee gewerkt, maar wel geruchten gehoord
over "messy" code.
Later heb ik Composer 4.5 uitgeprobeerd op een van mijn eigen bestanden. Hij veranderde de code volledig, en verving zelfs relatieve verwijzingsadressen naar andere bestanden, die bedoeld waren om overdraagbare code te schrijven, die zowel lokaal als op het publieke internet werkt, onafhankelijk van de domeinnaam, door absolute adressen waarin de driveletter C voorkwam!
<A TARGET=_top HREF="../../index.htm">Top menu</A> werd: <a href="../../../../c%7C/internet/homepage/index.htm" TARGET="top">Top menu</a>
Volkomen onaanvaardbaar gedrag.
Bovendien zette Composer commentaar, dat ik geplaatst had om
beter mijn weg te vinden, neer op heel andere plaatsen in het
bestand.
Geen aanrader dus, om het beleefd uit te drukken.
Dit zijn teksteditors, maar met ingebouwde hulpfuncties om bepaalde
HTML-constructies snel op het scherm te toveren. Je werkt dus
rechtstreeks op de HTML-code. Maar ze hebben ook een venster waarin
het resultaat, dus de bladzijde zoals die er in een browser gaat
uitzien, wordt afgebeeld. Een combinatie dus van WYSIWYG en directe
controle over de code.
Er zijn veel voorbeelden van zulke programma's:
ArachnoPhilia
Gebruik ik zelf wel eens, vooral
aan het begin van een pagina, als ik de syntaxis van een stukje HTML
vergeten ben.
SiteAid
Mijn oudste
dochter (deze site samen met haar jongere zus)
gebruikt dit vaak, maar soms ook wel ArachnoPhilia.
Cat's Cradle van Stormdance.
Bij deze manier schrijf je rechtstreeks zelf de HTML-code in een programma dat tekstbestanden kan bewerken, en bekijkt het resultaat in een browser (bladerprogramma). Daarvoor is natuurlijk wel wat kennis van HTML nodig.
Als teksteditors komen in aanmerking:
Kladblok (Engelse naam: Notepad).
Zit standaard bij Windows. Snel, simpel, klein. Nadeel: wat grotere
bestanden kan het niet aan. Maar als een HTML-bestand groot is, is
het vaak ook onoverzichtelijk, en laadt het ook langzaam, dus dan
wordt het misschien toch al tijd eens aan opsplitsen te gaan denken.
Ook het programma Edit, waarvan versies bij alle niet te oude versies van MSDOS, is geschikt.
Wordpad.
Zit ook standaard bij Windows 95 en 98. Kan grotere bestanden aan.
Kan ook eenvoudige opmaak verzorgen, maar dat hebben we in dit
geval niet nodig, omdat dat via de HTML geregeld wordt.
Word (versies 2, 6, 95, 97, 2000 voor
Windows; ook diverse versies voor MacIntosh).
Het is wel belangrijk om de HTML op te slaan "als tekst", dus niet als
Word-bestand of in een ander formaat. Bij het opslaan staat het
bestandstype onderaan in het dialoogscherm aangegeven, dat moet de
eerste keer even omgezet worden, want anders kan de browser het
bestand straks niet interpreteren.
Let er ook op dat Word vaak zo ingesteld is dat hij zelf het bestand opent
in het formaat dat volgt uit de bestandsnaamextensie (d.i. het laatste
deel van de naam, achter de punt). Als het HTML-filter geïnstalleerd is
zal een bestand met een naam die eindigt op ".htm" of ".html" dan meteen
als HTML geïnterpreteerd worden, en zal de HTML-code niet zichtbaar worden.
Dit is te voorkomen door een optie als "Conversie bevestigen bij openen"
aan te vinken. Deze optie zit bij Word 6 in de dialoog voor het openen
van een bestand, bij Word 97 onder Opties/Algemeen. Hierdoor vraagt Word
bij het openen van een bestand of het bestandstype dat hij denkt te
herkennen inderdaad het gewenste is. Bij een HTML-bestand komt hij dan, als
het conversiefilter beschikbaar is, met het voorstel HTML, maar dat
veranderen we dan voor de hier beschreven rechtstreekse methode in
"Alleen tekst", zodat we de onderliggende HTML-code te zien krijgen.
Met andere tekstverwerkers, zoals WordPerfect zal het waarschijnlijk ook wel kunnen. Ook hierbij (net als bij Word, maar ook Wordpad) is het weer belangrijk op het document op te slaan in tekstformaat!
Ook allerlei andere editors zijn te gebruiken, bijvoorbeeld een die bij een Pascal-, Delphi- of C-compiler zit. Ook teksteditors op andere platformen (UNIX, Linux, MacIntosh) zijn bruikbaar, omdat het steeds gewoon over tekst gaat. Het is dus ook mogelijk in de ene editor te beginnen, en later in een andere verder te gaan.
Browsers zijn bijvoorbeeld:
Netscape Navigator. Tot versie 3.0 heette deze bekende browser zo.
Netscape Communicator. De nieuwere versies 4.5 en 4.7 heten zo. Hij staat vaak op allerlei cd's, en is ook hier op te halen, bij Netscape zelf.
Internet Explorer. Is inbegrepen bij (of ingebouwd in / geïntegreerd met, naar wordt beweerd) Windows vanaf versie 95.
Mozilla. Een soort gemoderniseerde versie van wat ooit Netscape Navigator was.
Opera. De liefhebbers vinden deze browser kleiner, prettiger en sneller. Gemaakt door Opera, en is hier te downloaden. Shareware, 35 USD.
Nadeel van het werken met twee aparte programma's, een browser en een editor, is dat je af en toe moet overschakelen om het resultaat te bekijken. Dit gaat als volgt, bijvoorbeeld bij gebruik van Windows, Word en een browser van Netscape:
Een beetje omslachtig inderdaad, maar het voordeel is dat je de aandacht voor inhoud (de tekst) en vorm (structuur, links, plaatjes, opmaak) wat van elkaar kan scheiden.
HTML is rond 1991 uitgevonden door Tim Berners-Lee, die toen bij CERN in Genève werkte (hij zit nu ergens in Amerika). Internet, met email, FTP en newsgroeps, bestond toen al veel langer, maar het World Wide Web werd pas mogelijk door HTML en de browsers. Toen pas werd internet bij het grote publiek bekend.
Tegenwoordig is er een speciale organisatie die definities van de HTML-taal
(ook de omvattende voorloper SGML, en het nieuwere XML) beheert:
World Wide Web Consortium. Daar is
ook een HTML-controleprogramma
(validator) te vinden.
Zie hierover ook
Dan's Web Tips:
Validators (in het Engels).
HTML = Hyper Text Markup Language.
"Markup language" wil zeggen opmaaktaal, dus een taal waarin je de tekst kan
formuleren, en ook hoe het eruit moet gaan zien, met plaatjes, en met links.
Links zijn verwijzingen naar andere pagina's en sites, over de hele wereld;
vandaar WWW = World Wide Web: elk document kan naar elk ander verwijzen,
(ook naar een genoemde plek in het zelfde bestand)
zodat alles als een gigantisch web aan elkaar komt te hangen.
Hyper Text: Het is meer dan tekst, want er zijn ook verwijzingen bij,
naar andere teksten en naar plaatjes.
HTML is een tamelijk eenvoudige taal. HTML bestaat gewoon uit tekst, met af en toe wat commando's omsloten door < en >.
Voorbeeld: wat tussen <b> en </b> staat is "bold", dus staat in vetdruk. Dus <b>geeft aan dat "bold" begint, en hetzelfde met de slash /, dus </b>, geeft aan dat het weer stopt.
<i>Dit stuk tekst staat cursief, in het Engels italic, vandaar de i. Hetzelfde commando met de slash erbij stopt het weer.</i>
<u>Underline: onderstreept.</u>
<p>Het commando p heeft het begin en einde van een "paragraph" (Nederlands: alinea), dus wat in een tekstverwerker een harde return is.</p>
<P>Hoofdletters of kleine letters maakt hierbij niet uit, dus P mag ook, en dat geldt ook voor alle andere HTML-commando's.</P> (linknames, bestandsnamen en mapnamen uitgezonderd).
<br> is een break: begin op een nieuwe regel, maar blijf binnen dezelfde alinea.
Binnen HTML mogen naar believen spaties, tabtekens en
nieuwe-regeltekens staan, voor het resultaat maar dat niet uit.
Dus ook met wat extra spaties
of
ieder
woord
op een aparte regel: de browser maakt er wel weer vloeiende tekst van,
met een enkele spatie tussen elk woord.
Er zijn cursussen op het web te vinden die alles stap voor stap uitleggen. Ik had er ooit een gevonden van Paul Russel, ergens hier of hier in de buurt. Maar daar staat nu niks meer.
Iets soortgelijks is "A Beginner's Guide to HyperText Markup Language", door Gregg Martin.
Hier is er nog een: Getting started with HTML by Dave Raggett. En deze voor gevorderden: Advanced HTML.
En deze is in het Nederlands.
Verder is het boek "Webdesign in de praktijk" van Peter Kentie (2003 of 2005) aan te raden. Zie ook deze toelichtende notitie.
Ik heb ook veel geleerd door te kijken hoe anderen het doen: als je op een site iets ziet dat lijkt op wat je zelf zou willen maken, dan kan je de browser vragen te brontekst (source code), dus de HTML-code waarmee het gerealiseerd is, te laten zien.
Hier zijn lijsten te vinden met links naar beginnersinfo:
Princeton
Bij een wat grotere site is het verstandig het materiaal te verdelen
over meerdere bestanden, en uiteindelijk ook in verschillende subdirectories
te plaatsen. Het beginpunt van de site kan het beste index.htm of index.html
heten. De meeste webservers (programma bij de ISP dat de opgevraagde gegevens
beschikbaar maakt aan de browser) zijn namelijk zo afgericht dat als er geen
bestand in de URL (Universal Resource Locator, het webadres dus) genoemd is,
maar alleen een domeinnaam of directory en geen bestandsnaam, ze zullen
zoeken naar een bestand met de naam index.htm of index.html.
Voorbeeld: ik kan mijn eigen site voluit opgegeven als
http://utopia.knoware.nl/~rharmsen/index.htm, maar met alleen maar
http://utopia.knoware.nl/~rharmsen/ werkt het ook.
(Die laatste slash weglaten geeft meestal ook niet eens problemen,
maar laat die voor de veiligheid toch liever maar staan).
Bij gebruik van frames zal het index-bestand een FRAMESET-commando bevatten.
Zolang je met een eerste versie van je site aan het experimenteren bent hoef je hem nog niet zichtbaar te maken voor de hele wereld, dus op het web. Je ziet het resultaat in het bewerkingsprogramma, of je opent in de browser niet een weblocatie, maar een html-bestand op je eigen computer.
Wil je na een tijdje wel iets publiceren dan moeten de HTML-bestanden, en
eventuele plaatjes (JPG of GIF en degelijke) overgezet worden naar
de computer van de ISP (Internet Service Provider). Je moet dan een plek
weten waar ze moeten komen te staan op de computers van de ISP, daar
leveren ze gewoonlijk wel instructies voor.
Sommige browsers hebben zelf mogelijkheden voor het overzetten, onder de
noemer publiceren. Het is mij niet duidelijk of ze daarbij ook FTP
gebruiken, of hoe goed dit werkt als er meerdere bestanden en/of
directories zijn.
Zelf gebruik ik een los FTP-programma (FTP = File Transfer Protocol), namelijk CuteFTP. Dit is een shareware-programma.
Vroeger gebruikte ik versie 2.0 van WS_FTP, een gratis programma. Dat was simpeler, maar werkte niet altijd even duidelijk. Tegenwoordig is hier een shareware-versie van, waarschijnlijk ook uitgebreider en beter dan de vroegere. Een probeerversie voor 30 dagen is hier op te halen.
Er zit ook een programma ftp.exe bij Windows 95 (en hoger?) geleverd, maar dat werkt met commando's, die je dan dus eerst moet leren. Voor wie al vertrouwd was een FTP-programma van UNIX (want daar komt het vandaan) kan dat wel handig zijn.
Met frames verdeel je het scherm in horizontale en/of verticale
vlakken. In ieder vlak kan je een andere inhoud laten verschijnen,
bijvoorbeeld om een menu en de gekozen onderwerpen steeds tegelijk
in beeld te houden.
Voorbeeld van een FrameSet-commando:
<FRAMESET cols="40%,60%" framespacing=0 frameborder=1 border=2> <FRAME NAME="links" SCROLLING="auto" SRC="linker.htm"> <FRAME NAME="rechts" SCROLLING="auto" SRC="rechter.htm"> </FRAMESET>
Dit geeft een smaller linkergedeelte en een iets breder rechtergedeelte. De HTML voor elk gedeelte staat in de afzonderlijke bestanden linker.htm en rechter.htm. De namen (in het voorbeeld "links" en "rechts") verschijnen bij sommige tekstgeoriënteerde browsers in een soort keuzemenu op het scherm (zo werkt dat bijvoorbeeld bij Lynx, een niet-grafische browser voor UNIX-systemen), en het is mogelijk om bij verwijzingen (links) elders via de aanwijzing TAG=name te sturen waar de nieuwe pagina overheen moet komen te liggen.
In plaats van een indeling in twee delen is ook een verdeling is drie of meer stukken mogelijk. Op de plaats van een FRAME-instructie kan ook weer een nieuwe FRAMESET staan, zodat een horizontaal schermdeel verticaal verder onderverdeeld kan zijn, of omgekeerd, enz.
Zoals altijd is veel meer over Frames te leren door veel te experimenteren, en te kijken hoe anderen het doen. Het hele World Wide Web is tevens cursusmateriaal!
Copyright © 2000 by R. Harmsen.
Wijzigingen 3 maart 2000; 20 januari 2012: donatielink eruit