20–
Henk Bres is een petitie gestart om de Nederlandse wetgever ertoe te brengen de wet zodanig aan te passen dat “deze pedofielenvereniging 'Martijn' uit Nederland wordt geweerd.”
Er zijn al ruim voldoende handtekeningen, dus het ziet ernaar uit dat de Tweede Kamer inderdaad een debat zal voeren over dit initiatief.
De petitie van Bres vind ik zinloos omdat die op diverse punten, taalkundig/inhoudelijk en principieel, onjuist is.
Ik durf te voorspellen dat de fractiewoordvoerders in het debat, natuurlijk in hun eigen woorden, ongeveer gaan zeggen wat ik hieronder in dit artikel zal uitleggen. Aan de wetten zal niets veranderen en naar mijn mening moet dat ook niet en hoeft dat niet.
Dit maakt het Tweede Kamerdebat waartoe de petitie oproept bij voorbaat zinloos.
Het petitierecht is in Nederland sinds 1 mei 2006 op landelijk niveau gerealiseerd door het burgerinitiatief. Er was geen wetswijziging voor nodig, het was voldoende het Reglement van orde van de Tweede Kamer aan te passen.
Het burgerinitiatief betekent dat iemand die mag stemmen, handtekeningen kan verzamelen van andere kiesgerechtigden. Als dat er minstens 40.000 zijn, en er wordt aan enkele andere eisen voldaan, dan moet de Tweede Kamer een debat houden over de inhoud van de petitie.
In de inleiding tot de petitie is sprake van “pedofielenvereniging 'Martijn' ”, maar in de petitie zelf staat “pedofielenpartij 'Martijn' ”.
Dat is inconsequent, maar de tekst van de petitie is leidend. Dat maakt de petitie al meteen onzinnig, omdat de “pedofielenpartij” waarop ongetwijfeld gedoeld wordt, nooit ‘Martijn’ heeft geheten, maar Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit. Bovendien, die partij bestaat niet meer! Wikipedia meldt:
“[...] maar op 9 oktober 2006 werd bekend gemaakt dat de partij niet voldoende ondersteuningsverklaringen had verzameld. [...] Omdat men in 2010 wederom niet voldoende handtekeningen wist te verzamelen, werd de partij opgeheven. [...]”
Op de website
van die voormalige partij staat dan ook:
“De PNVD is ontbonden.
Deze website is enkel een ARCHIEF.”
De Tweede Kamer oproepen een partij te verbieden die helemaal niet bestaat, nee, dat heeft natuurlijk niet veel nut. De commissie die oordeelt over de petities (dit is hun pagina op de site van de TK) zou alleen al daarom de petitie van Bres meteen van tafel kunnen vegen, ofte wel, zoals dat officieel heet, niet-ontvankelijk kunnen verklaren.
Toch hoop ik dat de commissie dat niet doet en ik roep haar op de petitie wel ontvankelijk te verklaren. (Maar naar mij luistert toch niemand, dus dat maakt niks uit.)
Het lijkt mij namelijk beter het debat wel te houden, zodat de fracties helder kunnen uitleggen waarom de petitie niet goed is en waarom er geen gehoor aan zal worden gegeven. Mocht de commissie de petitie wel meteen niet-ontvankelijk verklaren, dan hoop ik dat ze die beslissing uitgebreid zullen motiveren.
Er is dan namelijk nog enige hoop dat de ruim 70.000 mensen die de petitie hebben getekend, en die dus kennelijk niet begrijpen hoe de rechtsstaat Nederland in elkaar zit en hoe een rechtsstaat ook in elkaar hoort te zitten, dat wel een beetje gaan begrijpen.
Afijn, dat is ook de reden waarin ik deze webpagina zit te schrijven.
De Vereniging Martijn bestaat wel en die heeft ook een website. De vereniging staat ook ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, en niet, zoals de ‘Partij voor Naastenliefde, Vrijheid & Diversiteit’ bij de ‘vervallen handelsnamen’.
Vereniging Martijn is ongetwijfeld de vereniging die de petitieondertekenaars verboden willen hebben. Het staat er niet, maar ik hoop, nogmaals, dat de commissie de petitie wel zo opvat.
Er deugt nog meer niet aan de petitie:
In de inleiding staat “uit Nederland wordt geweerd” en in de petitietekst “geen bestaansrecht mag hebben in Nederland.”
Wil de opsteller en willen de ondertekenaars dan liever dat de vereniging wel blijft bestaan, maar vanuit het buitenland opereert? Geregistreerd in, ik noem maar wat, Liechtenstein, met een website op de Tuvalu-eilanden? Zo ja, wat lost dat op, wat draagt het bij, waarom is dat beter?
“[...] geen bestaansrecht mag hebben in Nederland.”
Iets heeft geen bestaansrecht of het mag niet bestaan. ‘Geen bestaansrecht mogen hebben’ is dubbelop.
Maar goed, dat is taalkundig geneuzel, omdat taal nou toevallig een van mijn stokpaardjes is. Niet belangrijk. Ik hou erover op.
Nu kom ik op vier principiëlere punten:
De petitie roept op om één bepaalde vereniging of partij te weren of verbieden. Een rechter zou dat misschien kunnen, op basis van een algemene formulering in de wet.
Maar de Tweede Kamer gaat niet over concrete gevallen. De Tweede Kamer is (samen met Eerste Kamer en de regering) wetgever. De wetgever maakt of wijzigt wetten. In wetten staan algemene regels, niet wat bepaalde met name genoemde personen of rechtspersonen wel of niet mogen.
Er staat niet in een wet ‘Meneer Bres mag een petitie indienen’, nee, er staat (in een reglement in dit voorbeeld, niet in een wet, maar het principe is gelijk) dat elke kiesgerechtigde onder bepaalde voorwaarden zo’n petitie mag indienen, en dat dat onder weer andere voorwaarden zal leiden tot een debat in de Tweede Kamer.
Zo is het ook met verenigingen. Als je als petitieopsteller wilt dat een bepaalde vereniging wordt verboden, dan zul je criteria moeten voorstellen, waarmee de wet moet worden uitgebreid, zodanig dat die vereniging kan worden verboden zonder dat teveel andere verenigingen, die niet ongewenst zijn, ook verboden zouden worden.
De petitie van Bres geeft zulke criteria niet, dan wel het zijn principieel onaanvaardbare criteria (daar kom ik straks op).
De Tweede Kamer kan daarom niks met deze petitie.
De petitie haalt twee dingen door elkaar. Seks met kinderen mag niet, dat staat in de wet. (Het staat er veel ingewikkelder, zie verderop, maar dat maakt niet uit.)
Iedereen moet zich aan de wet houden. Wat strafbaar is, mag niet. Wat wel mag, is vinden dat de wet niet deugt en dat die veranderd moet worden. Dat is democratie.
Voorbeeld: stelen mag niet en proletarisch winkelen dus ook niet. Als ik nu vind dat men de wet moet veranderen zodat ik bij de supermarkt eten mag halen zonder te betalen (ik vind dat niet, maar even voor het voorbeeld) dan is het mijn democratisch recht dat te vinden. Ik mag ook een vereniging of politieke partij oprichten, meer mensen zoeken die dat vinden en proberen in de Kamer te komen, om uiteindelijk die wetswijziging(en) erdoor te krijgen.
Al die tijd, met of zonder Kamerzetel(s), moet ik me nog steeds aan de wet houden en gewoon mijn boodschappen betalen bij de kassa. Anders halen ze er terecht de politie bij.
Zo is het ook met een pedofielenvereniging of -partij, die voorstelt leeftijdsgrenzen in de wet te schrappen of veranderen. Ze mogen het voorstellen en er steun voor zoeken, maar ondertussen blijft in de wet staan wat erin staat.
(En aangezien ze niet eens 30 ondersteuningen in 20 kieskringen bij elkaar konden krijgen, zouden ze ook nooit genoeg stemmen krijgen voor een Kamerzetel, en bovendien krijg je met een kleine fractie de wet niet gewijzigd. Maar dat maakt voor het principe niet uit.)
Het argument in de petitie “[...] omdat deze partij er voor pleit dat seks met kinderen/peuters of baby's moet kunnen” is dus onzinnig. Daarvoor pleiten is namelijk een democratisch recht; het ook echt doen is (terecht, vind ik!) verboden.
Dat onderscheid maakt Henk Bres niet. Dat onderscheid maak ik wel en de Tweede Kamer, daar twijfel ik niet aan, ook.
Dat pleiten voor een wetswijziging mag in Nederland, dat vind kennelijk ook Henk Bres, want hij doet het in de inleiding bij zijn petitie zelf ook! Wat alleen zo jammer is, is dat hij er niet bij vertelt welke wet dan zou moeten veranderen en hoe precies.
Ook dat maakt dat de Tweede Kamer met deze petitie niets kan beginnen.
De petitie roept, zoals eerder besproken, ertoe op een partij te verbieden die niet bestaat; maar bedoeld is een vereniging.
De rechter (niet de Tweede Kamer) kan ook nu al een rechtspersoon verbieden, dus ook een vereniging. Dat staat in artikel 20 van deel 2 van het Burgerlijk Wetboek:
“Artikel 20
1. Een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde, wordt door de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie verboden verklaard en ontbonden.
2. Een rechtspersoon waarvan het doel in strijd is met de openbare orde, wordt door de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie ontbonden. Alvorens de ontbinding uit te spreken kan de rechtbank de rechtspersoon in de gelegenheid stellen binnen een door haar te bepalen termijn zijn doel zodanig te wijzigen dat het niet meer in strijd is met de openbare orde.
3. ” [derde lid niet geciteerd wegens erg ingewikkeld; RH].
Een politieke partij is ook een vereniging, dat moet namelijk volgens de Kieswet, zie artikel G1. Dus zou de rechter ook een politieke partij kunnen verbieden, als doel of werkzaamheid daarvan “in strijd is met de openbare orde”.
Het voorstaan van wetswijzigingen en het bespreekbaar en geaccepteerder willen maken van een controversieel onderwerp, lijkt mij daar niet onder te vallen.
Ik denk ook dat de rechter met het verbieden van een politieke partij terughoudender zal zijn dan met het verbieden van een andere rechtspersoon (andere vereniging, stichting, besloten vennootschap enz.), omdat dan de democratie in het geding is.
Misschien zijn er ook wel speciale wettelijke regels ter bescherming van politieke partijen, die de rechter in de afweging moet betrekken. Dat weet ik niet precies, want ik ben geen jurist. Ik zoek alleen soms wat wetsteksten bij elkaar op internet, om zo mijn argumenten te ondersteunen.
De rechter zal in elk geval rekening moeten houden met het recht op vrije vereniging. Dat staat namelijk in de Nederlandse grondwet:
“Artikel 8:
Het recht tot vereniging wordt erkend. Bij de wet kan
dit recht worden beperkt in het belang van de
openbare orde.
”
Ook zijn mensen vrij om bij elkaar te komen en te spreken over wat ze maar willen, inclusief de wenselijkheid van wetswijzigingen:
“Artikel 9, lid 1:
Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
”
Die rechten zijn ook voor de hele EU noot) vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zie artikel 11. Uit dat artikel blijkt dat de Nederlandse wetgever alleen om welomschreven redenen beperkingen mag stellen aan de vrijheid van vergadering en vereniging.
Henk Bres stelt in de inleiding bij zijn petitie: “Seks met kinderen is niet normaal, [...]”.
Dat vind ik ook, maar is dat waar het hier om gaat? Postzegels verzamelen en voor dag en dauw vogels bespieden is ook niet normaal, in de zin dat maar weinig mensen dat leuk vinden en de rest er niks in ziet. Maar verboden zijn die activiteiten niet. Omdat ze niet gevaarlijk, schadelijk of hinderlijk zijn voor anderen. Daar gaat het om.
Van seks met kinderen denken veel mensen, ook wetenschappers en politici, dat het wel soms of vaak schadelijk is voor die kinderen. En daarom mag het niet. Het is strafbaar.
In het Wetboek van Strafrecht staat het veel ingewikkelder, verspreid over een heleboel artikelen. Deze site noemt al die wetsartikelen op. Zie ook Wikipedia.
Het blijkt o.a. te gaan om de artikelen 239, 240, 240a, 240b, 242, 243, 244, 245, 246, 247, 248, 248a, 248b, 248d, 248e en 249 van Titel XIV van het Wetboek van Strafrecht.
Voldoende mogelijkheden tot vervolging van individuele verdachten. Daar is geen petitie, Kamerdebat of wetswijziging voor nodig.
Het Openbaar Ministerie heeft al onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van maatregelen tegen vereniging Martijn. Daarbij speelt de Wet conflictenrecht corporaties een rol. Mogelijk is ook artikel 140Sr over criminele organisaties relevant. Eerdergenoemd artikel 2:20 BW geeft de rechter in principe mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen.
Het OM rapporteerde op 18 juni 2011 over dat onderzoek, waarvan hier de samenvatting. Ik heb er weinig aan toe te voegen: verbieden kan dus niet. Simpel.
Los van de vraag of het juridisch mogelijk is iets te doen tegen Vereniging Martijn, is het de vraag of het effectief is. Wordt de kans op (het opnieuw plegen van) pedoseksuele misdrijven verkleind door verbieden van de vereniging? Of juist vergroot? Of maakt het niets uit?
Onderzoek wijst erop dat begeleiding veel beter werkt dan weren en uitsluiten. Dit meldt de reclassering die verwijst naar een artikel in de Volkskrant van 15 januari 2009.
Hersenonderzoeker Dick Swaab pleit voor met de computer gemaakte nep-kinderporno, waarvoor geen echte kinderen misbruikt worden. Het blad DePers schreef hierover op 17 augustus 2011:
“Het OM Rotterdam, waar het
Landelijk Expertisecentrum Kinderporno onder valt,
zegt ‘aanwijzingen uit strafzaken‘ te
hebben van gevallen die door het kijken naar dit
soort porno hun grenzen zijn gaan verleggen naar
de echte wereld.
Wetenschappelijk bewezen is het niet. Sterker nog,
er zijn wetenschappers zoals de hersengoeroe
Dick Swaab die het fenomeen pragmatisch benaderen.
Ze stellen dat pedoseksualiteit is aangeboren en
je daarom maar beter naar oplossingen kunt zoeken
zoals virtuele kinderporno.
Swaab herhaalde dit onlangs in Zomergasten.
[Dat was op 31
juli 2011; RH]
In tegenstelling tot wat velen beweren, zorgt
pornografie ervoor dat impulsen beter beheerst
kunnen worden. Het voordeel van virtuele kinderporno
is dat er geen kind aan te pas komt om ’t
te maken.”
Misschien moet de volgende petitie van Henk Bres daarover gaan?
Aan dat artikel ontleen ik enkele relevante links:
Een vervolgartikel n.a.v. eerste politieke reacties na aanbieding van de petitie.
Alweer een artikel over deze kwestie, het derde al.
Ik schreef of suggereerde dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens van de EU (Europese Unie) was, maar dat is niet zo. Het hoort bij de Raad van Europa.
Alle EU-landen zijn ook lid van de Raad van Europa, maar omgekeerd geldt dat niet altijd. Landen die geen lid van EU zijn, maar wel van de RvE, zijn bijvoorbeeld IJsland, Noorwegen, Zwitserland, Albanië, Macedonië, Moldavië, Oekraïne, de Russische Federatie, Turkije en Georgië.
Het maakt voor de strekking van mijn artikel verder niet uit, maar toch maar even de puntjes op de i.
Copyright © 2011 R. Harmsen, all rights reserved, alle rechten voorbehouden.