Luistert de politiek naar de burger?

Mooie woorden

Politici beweren vaak dat ze naar gewone burgers luisteren, dat ze signalen uit de samenleving oppikken, dat ze echt het volk vertegenwoordigen. Drie voorbeelden:

CDA

Het CDA e-mailde me op 4 januari 2008 o.a.:

“Voorts vind ik uw toon nogal aanmatigend. Ook in het reces zijn kamererleden met politiek bezig in hun eigen regio. Het CDA luistert zeker naar haar kiezers. In het land worden regelmatig bijeenkomsten georganiseerd waar mensen politieke kwesties aan politici kunnen voorleggen. Misschien kunt u daar ook eens heengaan: actief meedoen aan politiek, proberen medestanders te krijgen voor uw mening is misschien ook een idee in plaats van alleen mails te sturen waar u vooral uw onbehagen ventileert.

Trots op Nederland

Rita Verdonk stelt op de website van haar nieuwe politieke beweging Trots op Nederland:

“Bepaal met ons de politieke koers.

Bij de start van de beweging op 3 april
[2008] is ook onze nieuwe website gelanceerd. Een website die gebruik maakt van de nieuwste technieken om met elkaar in gesprek te zijn over de problemen die we in Nederland hebben, maar vooral om tot bruikbare oplossingen te komen voor de knelpunten. Acht hoofdthema’s hebben we na vele gesprekken, brieven en e-mails van bezorgde burgers al benoemd.

Christenunie

In de uitzending van Pauw en Witteman van 4 april 2008 zei staatssecretaris Huizinga van de ChristenUnie o.a.:

“Wat wij al doen, als politieke partij, al een aantal jaren, is inderdaad gebruik maken van internet, en dan is het, van onze leden en vrienden van de fractie zoals die dan heten, die worden op een heel aantal punten, ja, gaat het dan bij ons met stellingen, hoe denk je hierover, hoe denk je daarover, een heel aantal onderwerpen.”

(Even ter verdediging: het lijkt wat chaotisch wat ze hier vertelt, maar het is een spontaan geformuleerde tekst, dat is niet makkelijk. Wie kan het beter? Ik niet. Iets verderop in de uitzending legt ze nog duidelijker uit.)

Vette nep

Naar mijn mening is deze zogenaamde burgerparticipatie in werkelijkheid gewoon nep. De politici luisteren helemaal niet. Enkele aspecten vallen op:

Club

Je moet kennelijk eerst lid worden van een club (politieke partij, beweging, hoe het ook maar heet) voordat je mag meepraten. Of je moet eerst op een partij gestemd hebben, zoals Maurice de Hond in de uitzending voorstelde.

In zo'n opzet komen onafhankelijke eenlingen zoals ik niet aan bod.
Ik ben geen christen, wil dat ook principieel niet zijn.
Ik ben geen socialist, althans met de linkse standpunten van PvdA, GroenLinks en SP ben ik het zelden eens. Nederlandse vakbonden (en andere in de westerse wereld) ervaar ik vaak als drammers. (Wel vind ik dat opkomende landen als China vrije vakbonden zouden moeten hebben.)
Ik blijk geen liberaal te zijn, want bij het gedachtegoed van de VVD voel ik me zelden thuis, en bij Geert Wilders of Rita Verdonk nog veel minder.

Mag ik daarom niets naar voren brengen bij Kamerleden, of hoeft er als ik dat toch doe, niet geluisterd te worden? Vreemd. Beperkte en benauwende manier van denken.

In plaats van die houding ‘eerst lid worden, dan meepraten’ zou ik liever het omgekeerde zien: dat politici vooraf het vertrouwen zouden winnen door te luisteren en door een actieve rol in de Tweede Kamer. Dan pas is er een kans dat ik fan word van zo’n partij, waarbij het zelfs denkbaar zou zijn dat ik me ergens bij aansluit. Maar niet al bij voorbaat alleen om gehoord te worden.

Regionaal

Het CDA werkt kennelijk vooral regionaal. Mijn landelijke, principiële punten, zoals over trias politica, checks and balances, een overheid die ook zelf onderworpen is aan de wet; die zijn daarin niet goed in te passen.

Internetdemocratie

Vanaf het moment dat de breuk tussen mevrouw Verdonk en de VVD definitief was, heb ik haar beschouwd als fractievoorzitter, en haar dus ook alle e-mails die ik aan andere Tweede Kamerfracties stuurde, doen toekomen. Ze heeft daar echter nog nimmer met ook maar een enkele letter op gereageerd. (Correctie!)
(In dit overzicht van ruim een jaar geleden staat zij nog niet vermeld.)

Ze zet dus liever een ingewikkelde website op met allerlei inspraakmechanismen, maar de simpele manier, ik schrijf een artikel en daar wijs ik haar op, die negeert ze.

Treffend is ook deze zin uit een artikel in de Volkskrant van 5 april 2008:

“Nieuw is ook haar geringe aanwezigheid in de Kamer. Niet daar, maar in tv-programma's en glossy's worden de verkiezingen volgens Verdonk gewonnen. Daarin is ze volop te vinden.”

Ik vind het onjuist om de politiek weg te halen uit de Kamer, als niet eerst het werk dáár goed wordt uitgevoerd, d.w.z. zolang Kamerleden niet eerst hun taak ‘controle van de regering’ echt uitvoeren.

Vergelijk ook de Volkskrant van 21 april 2008:

Die elite moet 'eens een beetje vertrouwen hebben in de mensen', is het antwoord op de kritiek. Verdonk wil tussen de mensen zijn. 'Dat is het leukst: voelen wat er leeft.' En dus is haar beweging er voor iedereen die mee wil doen. 'Ongeacht politieke kleur, of etnische achtergrond.'


(Naschrift 21 augustus 2008: Verdonk had wel gereageerd!


Samen werken aan Nederland

Komt in de praktijk niets van terecht, want je moet je wel eerst aansluiten bij haar beweging, op gewoon een e-mailtje wordt niet gereageerd. Bij TON moet je binnen de vastgestelde thema's blijven, net als bij het grote Nep-initiatief van het huidige kabinet, ‘Samen werken aan Nederland’. Ook daarbij werd alles wat niet welgevallig was domweg genegeerd.