De blokkerende minderheid nader beschouwd

Iemand wees me erop dat ik in mijn uiteenzetting waarschijnlijk artikel I-25 van de Europese Grondwet verkeerd geïnterpreteerd heb. En ik denk dat hij gelijk heeft. Hieronder nogmaals de tekst:

Definitie van gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Europese Raad en in de Raad

1. Onder gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt verstaan ten minste 55% van de leden van de Raad die ten minste vijftien in aantal zijn en lidstaten vertegenwoordigen waarvan de bevolking ten minste 65% uitmaakt van de bevolking van de Unie.
Een blokkerende minderheid moet ten minste uit vier leden van de Raad bestaan; in het andere geval wordt de gekwalificeerde meerderheid van stemmen geacht te zijn verkregen.

Ik had dit zo opgevat dat vier landen samen, omgeacht met hoeveel inwoners, een besluit konden tegenhouden. Een soort veto-recht, maar dan alleen als je met z'n vieren bent. Ik vond dat een geruststellende gedachte.

Maar bij nader inzien is dat waarschijnlijk niet bedoeld. Het betekent eerder dat als de 65% van de bevolking niet gehaald wordt, dus de tegenstemmers hebben samen minstens 35% van de inwoners, dat er minstens 4 moeten zijn. Twee of drie landen met samen 35% van de inwoners kunnen de besluitvorming niet blokkeren, maar vier van zulke landen wel. Dit is waarschijnlijk om te voorkomen dat weinig grote landen te veel dingen kunnen tegenhouden.

Dit is een heel andere betekenis dan ik eerst dacht. Dit heeft vergaande consequenties: het betekent dat landen veel makkelijker gedwongen kunnen worden tot zaken waar ze het niet mee eens zijn. Ik vind dit een zo zwaarwegend punt, dat ik op 1 juni 2005 waarschijnlijk toch tegen de Europese Grondwet ga stemmen!

Vertaald naar concrete getallen betekent dit dat combinaties als DE-FR-UK, DE-FR-IT, en in de toekomst TR-DE-IT e.d. niet kunnen blokkeren als de andere landen wel voorstemmen.

Zie ook de uitleg op de site van Groen Links (een partij die zelf overigens vóór de Grondwet is).
Zie ook de toelichtingen van de Nederlandse en Belgische regeringen bij artikel I-25. Daaruit blijkt duidelijk dat mijn eerdere interpretatie fout was.