De uitdrukking zich beseffen lijkt me een foutieve constructie uit het begin van de jaren 90. De bron zal wel zijn verwarring met de eerder bestaande werkwoorden zich realiseren (= beseffen) en realiseren (= waarmaken, werkelijk doen worden).
Half juni 1998 werd in nl.taal gesuggereerd dat zich bedenken dan op dezelfde manier fout (in de zin van te nieuw om algemeen aanvaard te worden) zou zijn, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk, ook al omdat dat gewoon in de woordenboeken staat, zodat het veel ouder moet zijn. Er is ook betekenisverschil:
Ik bedenk me nu. (verander van mening)
Ik bedenk me nu pas, dat het zo helemaal niet kan. (realiseer me, besef, begrijp, zie in)
Ik bedenk nu pas dit nieuwe plan.
Werkwoorden met zich hebben de
neiging overgankelijk te zijn (d.w.z. een lijdend voorwerp
nodig te hebben), hoewel dat bij bedenken
juist niet zo is. Maar bij schrikken wel:
ik schrok me een hoedje
en grof:
ik schrok me een beroerte
ik schrok me de pleuris
maar dat verklaart toch weer niet alles, want kapot
is een bijvoeglijk naamwoord, en toch kan wel:
ik schrok me kapot
maar niet:
ik schrok me of ik schrok kapot.
Het reflexiveren kan ook een komisch effect hebben, zoals in een
tekstfragment van Herman van Veen:
... met haar ragebol, in de oksel van het plafond.
Giechelend stortte het gebouw zich in puin.
Zich storten op kon eerder al wel, maar zich ineenstorten nog niet.
Ongeveer in dezelfde tijd als zich beseffen, begin jaren 1990, kwam ook zich irriteren aan iets op. Vroeger kon je zeggen dat irriteert me of dat ergert me of ik erger me daaraan. Maar niet daar irriteer ik me aan. Tegenwoordig zeggen veel mensen dat wel.
Het blijkt allemaal veel en veel ouder! Zie dit zeer interessante artikel door Jan Stroop.