Het Nederlandse alfabet (zowel voor Nederland als voor België; er is maar één standaardtaal en één alfabet) heeft 26 letters. De laatste drie zijn x, y, z. Op veel basisscholen in Nederland worden die aangeleerd als x ij z, en de y wordt bij het spellen "Griekse y" genoemd, maar uitgesproken als "Griekse ei", of gewoon "ij". Ook wel "i-grec", wat een Frans leenwoord is. Mogelijk wordt dat gedaan omdat het voorbeeldwoord IJsbeer gemakkelijk te begrijpen is voor zesjarigen, maar woorden die met een Y beginnen zijn steevast moeilijk en geleerd.
In drukletters zien ÿ en ij er heel verschillend uit, en ij en ij vrijwel hetzelfde, maar in het handschrift van de meeste Nederlandstaligen zijn ÿ en ij identiek, maar is een ij wel te onderscheiden van de combinatie van i met j. Bij de hoofdletter IJ geldt dat nog sterker.
Degenen die zeggen dat de ij een letter is willen hem tussen x en z zien, maar ze slagen er nooit in het eens te worden over wat er dan met de y moet gebeuren. Die letter is ook nodig, omdat hij gebruikt wordt als variabele in de wiskunde, en om woorden van Griekse herkomst te schrijven, bijvoorbeeld "systeem". Sommigen vinden dat er 27 letters moeten zijn, maar weten niet of het dan x y ij z is of x ij y z. Enkelen willen de bestaande spelling veranderen, en de y helemaal afschaffen. Maar daar is geen officiële steun voor.
Hoewel woordenboeken, zeker vanaf 1850, de ij altijd tussen ih
en ik plaatsen, sorteren sommige encyclopedieën, en alle
telefoonboeken in Nederland (maar niet in België!),
ij en y bij elkaar; soms de een na de ander,
vaak ook alsof ze hetzelfde zijn, door elkaar.
Dat is handig, omdat veel achternamen afwijkende spellingen
hebben; dus nu komen Thijssen en Thyssen bij elkaar te staan,
en ze zijn te vinden zonder de exacte schrijfwijze te hoeven
kennen. Het helpt ook namen van Friese origine te vinden,
zoals Sijbrandij en Sybrandy.
Zelfs met die speciale sorteervolgorde komen De Bruijn en
De Bruyn wel bij elkaar, maar De Bruin niet.
In de woordenboekenvolgorde zouden De Bruijn en De Bruin
bij elkaar staan, maar De Bruyn weer niet.
Persoonlijk vind ik dat de beste oplossing is om ij te behandelen
als een combinatie van i en j, zoals ook oe, ei, eu en vele andere
combinaties zijn met een speciale betekenis.
Dat bij een ij aan het begin van een woord zowel de I als de J
hoofdletters worden (bij namen, of aan het begin van een zin)
is dan een uitzondering, een speciaal geval.
Dat geldt ook voor de onjuiste, maar praktische volgorde van de
letters in telefoonboeken.
Ook is het zo dat een woord als "ijsvrij" (historisch gezien een
speciale vrije dag, waarop kinderen mochten gaan schaatsen
in plaats van naar school te gaan), als het verticaal in hoofdletters
geschreven wordt eruit moet zien als:
IJ
S
V
R
IJ
en niet als:
I
J
S
V
R
I
J
Toen ik het WNT (Woordenboek der Nederlandse Taal) op cd-rom kocht ging ik nog meer twijfelen: historisch gezien is er duidelijk een verband tussen y en ij, waarbij y vaak werd gebruikt op de plaats waar nu officieel altijd een ij staat. Dit gaat honderden jaren terug. Het is geen toeval dat het Afrikaans (een in Zuid-Afrika gesproken taal, die verschilt van het Nederlands, maar zo sterk verwant is dat Nederlandstaligen vrijwel alles kunnen lezen zonder de taal ooit geleerd te hebben) een y gebruikt in alle woorden die overeenkomen met Nederlandse woorden waarin een ij staat: in de tijd dat Afrikaans zich afsplitste van het Nederlands werd de y daarin ook nog vaak gebruikt.
Toch denk ik nog steeds dat het het beste is een alfabet van 26 letters te gebruiken (hetzelfde alfabet als het Engels), de ij op te vatten als i+j, te erkennen dat er speciale gevallen zijn zoals boven beschreven, en ons bewust te zijn van historische feiten. Wat geweest is is geweest, nu is nu. Er kunnen verschillen zijn tussen toen en nu, die niets toe- of afdoen aan de feitelijke situatie.
Nog een praktische kwestie: ij staan te ver uit elkaar, wat lelijk is, maar alleen bij niet-proportionele fonts zoals Courier. In proportionele lettertypes, zoals Times, Arial, Helvetica enz., worden de letters vanzelf dichter bij elkaar geplaatst ("kerning"), zodat een i en een j samen ongeveer even breed zijn als een speciaal teken zou zijn. Toch bestaan zulke tekens wel, zie de code charts van unicode Latin Extended A. De codes zijn 0x0132 voor IJ en 0x0133 voor ij; de ÿ met puntjes, code 0x00ff, heeft hier niks mee te maken! Enkelen houden vol dat zo'n speciaal teken gebruikt zou moeten worden, en dat toetsenborden er een toets voor horen te hebben. Oude mechanische Nederlandse typemachines hadden zo'n toets, en hadden die ook nodig, vanwege hun niet-proportionele lettertype. Maar volgens mij is op een computertoetsenbord, als je eenmaal gewend bent i gevolgd door j te typen, zo'n speciale toets alleen maar lastig. En zoals gezegd, het resultaat ziet er praktisch hetzelfde uit met als zonder een speciaal teken.
Ter vergelijking hieronder een voorbeeld met de combinatie van i en j in een niet-proportioneel schrift (typemachineschrift), en hetzelfde met een speciale ij-toets en ij-teken:
IJsland in de ijzertijd.
IJsland in de ijzertijd.
Interessant is dat een optische illusie optreedt: in het voorbeeld met het speciale ij-teken lijken de andere letters ook kleiner; maar ze zijn even groot.
Copyright © 2001-2003 by R. Harmsen