Een treffend voorbeeld van het modeverschijnsel van de laatste jaren (twee? tien?) om de nadruksvormen ‘jij’, ‘jou’ en ‘jouw’ te gebruiken waar die helemaal niet nodig zijn. Het komt veel voor in reclameteksten, maar ik zie het nu ook op een gezondheidstipssite.
(Ik ben overigens niet depressief, maar denk wel dat het goed zou zijn om eens een wandeling te maken nu er eindelijk weer eens een zonnetje te zien is. Maar ja, die koude wind! En nu zit ik hier weer een stukje te tikken. Weet je wat, ik ga wel, en maak dit later wel af. Tot straks!)
Een hiervan losstaande kwestie is of tutoyeren überhaupt wel gepast is. Bijvoorbeeld een bank of verzekeringsmaatschappij die zich richt tot klanten, in het algemeen op een site of in een gerichte brief, zou m.i. ‘u’ en ‘uw’ moeten gebruiken. En ik ben echt niet zo formeel en uërig. Maar tutoyeren voelt in die situatie raar.
Maar áls je (u? nee, ‘je’ betekent hier ‘men’; geen hypercorrecties op mijn site!) dan toch tutoyeert, waarom dan niet gewoon ‘je’? Dat is geen verkeerd woord hoor! Voorbeelden uit voornoemde site, met daaronder mijn commentaar of versie:
“De bekende winterdip: de dagen worden donkerder, het weer wordt slechter en zelf voel jij je er ook niet beter op.”
Twee dezelfde woorden achter elkaar, ‘voel je je’, dat mag best. Het woord ‘zelf’ legt al nadruk, en de link met het weer, dus ook nog nadrukkelijk “jij” schrijven hoeft niet.
“We spreken van een winterdepressie als jij in de wintermaanden last hebt van somberheid, meer behoefte hebt aan slaap en kampt met andere depressieve klachten. ”
Ik zou zelf gewoon schrijven:
‘We spreken van een winterdepressie als je in de wintermaanden last hebt van
somberheid, [...]
“Je lichaam heeft in de donkere maanden moeite met het wennen aan het gebrek aan licht, en dat merk je.”
Deze zin is dan wel weer normaal (althans normaal voor mij als ouwe man, ik ben
68) geformuleerd. Er staat gelukkig niet:
‘Jouw lichaam heeft in de donkere maanden moeite met het wennen aan het gebrek
aan licht, en dat merk jij.’
“We spreken van een winterdepressie als jij 2 jaar op rij last hebt van depressieve symptomen tijdens de wintermaanden. Je merkt dat jij je steeds minder fit en energiek voelt naarmate de dagen korter worden.”
Ik zou zelf schrijven:
‘We spreken van een winterdepressie als je 2 jaar op rij last hebt van depressieve
symptomen tijdens de wintermaanden. Je merkt dat je je steeds minder fit
en energiek voelt naarmate de dagen korter worden.’
Vooral die tweede “jij” doet mij ietwat potsierlijk aan. Kennelijk voelen jongeren dat anders aan. Als gezegd, ik ben oud aan het worden. ‘Potsierlijk’ is trouwens zelf ook een ouderwets woord. Was het in mijn jeugd al.
“De grootste oorzaak van een winterdepressie is een gebrek aan licht. Jouw biologische klok kan ontregeld raken doordat je te weinig zonlicht krijgt op die donkere winterse dagen. Hierdoor maakt jouw lichaam bijvoorbeeld eerder het slaaphormoon melatonine aan.”
Spelen ook de biologische klok en het lichaam van iemand anders een rol, dat er zo de nadruk op ligt dat ze van JOU zijn? Zou kunnen, een huisgenoot misschien, maar ik denk niet dat dat hier bedoeld is.
“Jouw gedachten beïnvloeden je gedrag, en ook andersom.”
Maar de gedachten van iemand anders niet? Vandaar dat er nadrukkelijk “jouw” staat?
“Tip 1: Laat jouw lichaam wennen aan prikkels”
En vooral niet het lichaam van iemand anders!
Goed, dat was het, nog meer citaten plaatsen zou flauw zijn en niks nieuws meer aan JOUW leeservaring toevoegen.
Ik ben benieuwd hoe dit zich verder ontwikkelt. Zou deze mode weer overwaaien, en gaan we terug naar gewoon? Of zou over 50 of 100 jaar het neutrale woordje ‘je’ geheel uit het spraakgebruik verdwenen zijn? En mogen we dan ook geen ‘we’, ‘ze’, ‘m’n’, ‘me’ en ‘d’r’ meer gebruiken, maar moet dat, ook in informele spreektaal, altijd ‘wij’, ‘zij’, ‘mijn’, ‘mij’, en ‘haar’ of ‘er’ zijn? Niemand weet het. We gaan het zien.