Misschien raar, maar ik zie het als een van mijn taken in dit
leven om veranderingen in de Nederlandse taal op te merken
en te documenteren, met het waarschijnlijk megalomane idee
dat over tientallen of honderden jaren wetenschappers er
iets aan zullen kunnen hebben te weten wanneer iemand het
nieuwe verschijnsel, dat dan misschien inmiddels helemaal
geaccepteerd is en in alle woordenboeken staat, of juist
na een tijdje weer verdwenen is, waarnam.
Corpussen (of corpora) zullen dan ruim beschikbaar en gemakkelijk
doorzoekbaar zijn. Maar de beleving van taalgebruikers, vooral
oudere, is ook van belang.
Zo eergisteren bij mijn circa zeven en een half jaar oude kleindochter
– maar ongetwijfeld heeft zij het niet zelf verzonnen,
eerder opgepikt van anderen:
“Letterlijk”, zonder dat het echt iets betekent, meer als een soort
sfeermaker, een
modaal partikel.
Eerder al was er een tendens onder volwassenen om “letterlijk”
te gebruiken in de betekenis van ‘figuurlijk’. Ik kan me goed
voorstellen dat die begrippen, ook indien juist gebruikt, voor
kinderen moeilijk te hanteren zijn, dus als een ervan dan ook
nog verkeerd gebruikt wordt, is het niet raar om het woord
over te nemen zonder een duidelijk te omschrijven
betekenis. Dat is nou eenmaal hoe taalverwerving werkt. Want
wat betekenen “nou” en “eenmaal” nou eigenlijk precies in mijn
vorige zin? Dat weet ik niet. Ik gebruik ze omdat ik die gewoonte
ooit heb overgenomen van mijn taalomgeving.
“Alsnog” in de betekenis ‘toch, wel degelijk’, maar dan zonder dat
er een tijdsaspect aan zat. Voor mij betekent ‘alsnog’ alleen
‘eerder niet, maar nu toch wel’. Helaas ben ik de context van
mijn waarneming vergeten, dus hoe dat tijdsaspect er nu precies
aan ontbrak, dat weet ik niet meer. Zwak.