6–
Zie aldaar.
Met deze woorden en uitdrukkingen is iets aan de hand in verband met taalgebruik dat algemeen gebruikelijk is in Nederland, maar niet in Nederlandstalig België.
À raison van, aangiftebiljet, aankomende (zaterdag e.d.), afluisteren, afdansen, afrijden (NL: rijexamen doen; BE: grasmaaien), afzwemmen, aftrekker, alleszins, ansicht, ansichtje, antwoordapparaat
ben ik bang (aan het eind van een zin), bank, bankpas, Bargoens, belastingbiljet, beleggingspand, dat belooft wat!, beluisteren, betaalrekening, betrekking, beunhaas, bruidslijst, catalogiseren, centimeter, coulance (uit coulanceoverwegingen)
de / het deken, diegene, d’r, een dubbeltje op z’n kant, end (i.p.v. eind), enerverend
familiaal, fiche, met losse handen rijden / fietsen, fonteintje, het is mijn fout (niet), functionaris, fust (leeggoed / statiegeld), fysiotherapeut
gelijk, genegen, gerust zijn op, gevang, aan gort slaan, groep, haar, met losse handen rijden / fietsen, tentharing (in BE eerder: piquette), heiig, hospitaliseren, klachten houden
kandidaat / kandidatuur, een dubbeltje op z’n kant, ledenkaart, ledenpas, leerjaar, over de hele linie, linkse / linker, met losse handen rijden / fietsen
met een week/uurtje e.d., meteen, middag, missen / ontbreken, naar (= vervelend, akelig, onaangenaam), namiddag, nazoeken
met iets omhoog zitten, onverlet laten, oplezen, ordner, wegens overcompleet, overgelegd, overlegd, overleggen, voorleggen, overnieuw
pakkie-an, pas op de plaats maken, paswoord, password, pechhulp, pilotproject, pinpas, pre (in de betekenis pluspunt, in personeelsadvertenties en bij sollicitaties), prognosticeren
raison, rechts heeft voorrang, rechtse / rechter, rekening-courant, met losse handen rijden / fietsen, ringband
sanctioneren, geen sjoege geven, spoedeisend, iets in zijn zak steken, stoel, studiejaar, systeemkaart
thuiswerken, tig, tolk-vertaler, toerbeurt, trek hebben (in iets), trekker
van huis uit werken, van thuis uit werken, vanuit huis werken, van zins zijn, vergeven, vertaler-tolk, vloertrekker, vloerwisser, voormiddag, rechts heeft voorrang
wachtwoord, ervoor waken dat, iets in zijn zak steken, ze / haar, van zins zijn, met iets omhoog zitten, zuiders / zuidelijk.
Copyright © 2016, 2017 van R. Harmsen.