Terugkomend op een draad in nl.taal over de meervouden van monnik, havik, kievit en
dergelijke woorden: Er werd toen gesuggereerd dat het lag aan de onbeklemtoondheid,
maar zou niet de reden voor het niet verdubbelen van de eindletter zijn dat het
klinkerteken ervoor als sjwa ("stomme e") wordt uitgesproken, of werd toen
de spelling werd vastgesteld? Vergelijk woorden als: middelen, sommige, vrouwelijke,
mannelijke (zowel de l als de k niet verdubbeld): kennelijk vindt daar ook geen
verdubbeling plaats wegens sjwa-uitspraak, hoewel het bij de ij ook het idee "tweeklank
werkt net als lange klank" zou kunnen zijn, tenminste uitgaande van een oudere uitspraak
van woorden op "-lijk" zoals ze geschreven worden.
Merkwaardig is dat in veel zulke gevallen die sjwa-uitspraak niet consequent is:
Zelf gebruik ik haar wel in monnik, "-lijk" en "-ig", maar niet in perzik en havik
(rijmen bij mij op "dik"), en ook niet in kievit (rijmt op "niet"). Er zijn
volgens mij ook uitspraakvarianten (provincie Noord-Brabant, Nederlands Limburg,
waarschijnlijk ook Belgisch Limburg, misschien elders in België?) waarin de uitgangen
"-lijk" en "-ig" ook geen sjwa hebben, maar de klank die ik in "havik" gebruik.
Naschrift 21 februari 2008:
Het woord ‘vonnis’ ontkracht ook mijn sjwatheorie: ik spreek het uit
met alsof er ‘vonnes’ stond, dus met een sjwa, maar het meervoud
(en ook het werkwoord) is ‘vonnissen’, niet ‘vonnisen’.