Maandelijkse salarisgetijden

25– (eigen vertaling uit het Engels)

Veiligheid voorop

In het vorige hoofdstuk liet ik zien dat full reserve banking veiliger is dan fractional reserve banking, omdat full reserve banking bankruns voorkomt. Dat komt doordat bij full reserve banking alle kredieten worden gefinancierd met voor langere tijd ingelegd geld. Plotselinge, grote opvragingen door veel klanten tegelijk, van geld dat de bank aan anderen heeft uitgeleend, zijn dus niet mogelijk, zodat daardoor ook niet de stabiliteit van de bank in gevaar kan komen.

Mogelijke bankrun

Fractional reserve banking daarentegen veroorzaakt wel een inherente instabiliteit: banken gebruiken dan niet alleen maar lang geld voor de kredietverlening, maar ook kort geld.

Kort geld bestaat uit contant geld en direct opvraagbare banktegoeden. Als te veel inleggers van kort geld plotseling hun geld terug willen, dan komt de bank in de problemen, omdat ze niet al dat geld heeft: een groot deel ervan is uitgeleend aan kredietnemers.

De praktijk

Tot zover de theorie. Maar hoe ligt dat in de praktijk, in een moderne, sterk geëlektroniseerde maatschappij? Ik wierp die vraag al in een vorig hoofdstuk op, en ik zal die nu proberen te beantwoorden.

Nederlandse lonen en salarissen

Technische kwesties

Laten we eens een realistisch voorbeeld bekijken van massale geldopnamen van bankrekeningen, om te zien wat er gebeurt.

Ik baseer dit voorbeeld op de situatie in Nederland, waar ik woon. Om de beschrijving te begrijpen vanaf het perspectief van andere landen, zoals de Verenigde Staten van Amerika, kan het nodig zijn bankoverschrijvingen te vervangen door cheques, en betaalpassen door creditcards.

Dan gaat om de technische uitvoering van het betalingsverkeer. Het punt dat ik in dit artikel wil maken wordt daardoor niet beïnvloed.

Maandelijkse salarisbetalingen

Hier in Nederland krijgen mensen met een baan hun loon of salaris per maand uitbetaald. Ze krijgen het tegen het eind van de maand, meestal rond de 25e of 26e. De werkgever betaalt het uit via een bankoverschrijving, d.w.z. geeft de bank opdracht het geld over te maken van de bankrekening van de werkgever naar die van de werknemer.

Werknemers kunnen dat geld besteden door met hun bankpas contant geld uit een geldautomaat te halen. Of ze kunnen betalingen doen via bank­over­schrijvingen vanaf hun eigen bankrekening. Met de betaalpas kunnen ze ook betalen bij winkels e.d. Het geld wordt dan vrijwel meteen van hun bank­rekening afgeschreven.

(Creditcards kennen we in Nederland ook wel, maar die worden niet veel gebruikt. Voor zover wel, dan vooral voor vakanties en voor internetaankopen in Amerika.)

Omvang, roodstanden

De omvang van dit maandelijkse geldverkeer is aanzienlijk: een bedrijf met bijvoorbeeld 500 mensen in dienst is niet extreem groot. Een maandsalaris van bijvoorbeeld 2000 euro komt ook regelmatig voor. Dat betekent dat er diverse bedrijven zijn, die elke maand op de 24e ongeveer een miljoen moeten hebben klaarstaan zodat ze de salarissen kunnen betalen.

Sommige bedrijven lukt dat, andere komen rood te staan of moeten hun bankkrediet aanspreken. Bij een gezond bedrijf is te verwachten dat er in de loop van de maand voldoende opbrengsten zijn, zodat er tegen het eind van de maand genoeg geld is voor de volgende salarisronde.

Dus sommige bedrijven gaan op hun bankrekening van ruim een miljoen op de 24e, naar bijna nul op de 26e, en dan weer geleidelijk omhoog. Andere bedrijven gaan bijvoorbeeld van 800.000 euro op de 24e naar 200.000 euro roodstand op de 26e.

Op soortgelijke wijze komen sommige werknemers uit met hun salaris, zodat ze van ruim 2000 euro op de 26e naar nog net positief op de 24e van de volgende maand gaan.

Andere werknemers houden, zoals de uitdrukking luidt, aan het eind van de maand dagen over (in plaats van dat ze geld over houden), dus bij hen zijn de getallen bijvoorbeeld 1600 positief en 400 euro rood.

(Wie slim is, doet natuurlijk ook iets met spaarrekeningen, om nog een beetje rente te ontvangen. Maar de meeste Nederlandse spaarrekeningen zijn tegenwoordig ook direct opvraagbaar. Dus voor mijn onderwerp, namelijk kijken naar de rol van kort geld voor kredietverlening, maakt dat geen verschil.)

Wat voor soort geld?

Voor de bank is dit allemaal kort geld: het is direct opvraagbaar, staat op betaal­rekeningen.

De overschrijvingen blijven in veel gevallen binnen dezelfde bank, omdat veel banken groot zijn en veel klanten hebben, waaronder werkgevers en werk­nemers.

Natuurlijk komt het ook voor dat een bedrijf bankiert bij ABN AMRO maar dat veel van zijn personeelsleden hun rekening bij de ING of de Rabobank hebben lopen. Dus er schuift ook elke maand heel wat geld van de ene bank naar de andere. Maar andere bedrijven hebben weer hun rekening bij de Rabo of de ING terwijl veel van hun medewerkers bij de ABN AMRO zitten, en zo allerlei andere combinaties. Dus de salarisgeldstromen heffen elkaar per saldo grotendeels op. Wat overblijft wordt opgelost door interbank clearing of onderlinge leningen tussen banken.

Getijdebewegingen

Het heeft wel wat weg van eb en vloed: veel geld stroomt elke maand opeens van bedrijven naar personen en dan weer geleidelijk terug van personen naar bedrijven, waaronder uiteindelijk ook het bedrijf waar die mensen voor werken.

Aan beide kanten is er, vanuit de banken gezien, sprake van creditsaldi maar ook van debetsaldi. Een debetsaldo betekent dat de bank krediet verleent.

Tegen de 24e van elke maand zitten die roodstanden vooral aan de kant van de werknemers. Op de 26e zijn veel ervan opeens verhuisd naar de bedrijven.

Geldopnamen, maar geen bankrun

We zien dat rond de 25e van elke maand bedrijven enorme bedragen opnemen zodat ze de salarissen kunnen betalen. Toch is dat geen bankrun en bedreigt het niet de stabiliteit van het bankensysteem.

Dat komt doordat praktisch al het geld dat bedrijven opnemen, op vrijwel hetzelfde moment terugkomt bij die banken, maar dan op andere rekeningen. Het geld verdwijnt niet, het verschuift alleen.

Financiële getijden

Fractional reserve banking

Als gezegd gaat dit allemaal over kort geld, d.w.z. geld volgens de definitie van M1.

In een systeem met fractional reserve lending mogen banken krediet verlenen op basis van lang geld, maar ook met kort geld.

Dat betekent dat in het beschreven voorbeeld de massale geldonttrekkingen door salarisbetalende bedrijven niet veel veranderen aan de positie van banken. Na de uitbetalingsdag hebben ze nog ongeveer even veel krediet uitstaan, alleen zit het in andere rekeningen.

Ook het totaalbedrag op rekeningen die niet rood staan, is nog ruwweg het­zelfde. Dat geld, kort geld, kan dienen om de kredieten aan de andere zijde van de bankbalans te financieren.

Al het geld op de rekeningen in een heel land samen genomen, gedraagt zich als het water in een oceaan: het stroomt heen en weer in het ritme van de getijden. Maar er zit nog steeds even veel water in de oceaan.

Full reserve banking

Nu ga ik kijken naar de situatie dat bedrijven, net als hierboven beschreven, maandelijks salarissen uitbetalen, maar dan binnen een full reserve banking-systeem.

Bij full reserve banking mogen banken alleen krediet verlenen met lang geld. Kort geld moet binnen de bank blijven omdat men dat veiliger vindt.

In zo’n systeem geldt:

Bij full reserve banking moeten al dergelijke kredieten in plaats daarvan worden gefinancierd (funding) op basis van lang geld, d.w.z. vanuit termijndeposito’s en spaarrekeningen met een opzegtermijn.

Dit ondanks het feit dat er wel degelijk heel veel kort geld beschikbaar is. Maar dat mag de bank niet gebruiken.

Is dat zinnig? Ik vind van niet.

Is het veiliger? In theorie wel. Maar in de praktijk niet, tenminste niet bij dit voorbeeld.

Denk goed na

Dus als u vindt dat fractional reserve banking kwalijk is, en u zou het liever vervangen zien door full reserve banking, denk dan wel na over de con­sequen­ties.

Het betekent dat als u een huis wilt kopen en daarvoor een hypotheek wilt, de bank kan zeggen: “sorry, u krijgt die lening niet, want het geld om die te financieren is al in gebruik voor de maandelijkse salarisbetalingen van enkele van onze zakelijke klanten”.

Als u een eigen bedrijf wilt beginnen en u heeft een vijfjarige investeringslening nodig om de aanloopverliezen te dekken: zelfde antwoord.

Banken hebben in zo’n systeem kort geld zat, alleen, ze mogen het niet ge­bruiken. Ze moeten ander geld benutten, lang geld, geld dat ze anders aan u hadden kunnen uitlenen.

Het spreekt zo vanzelf!

Net als eerder bij het beschrijven van de bankfuncties, had ik bij dit artikel het gevoel van:

“Dit is allemaal zo triviaal, het ligt zo voor de hand. Iedereen weet dit toch al, moet ik dat echt nog gaan uitleggen? Is dit artikel niet een beetje flauw en kinder­achtig?”

Kennelijk niet. Wat als ik zo wat rondkijk op het internet, dan zijn er heel veel mensen die vinden dat fractional reserve banking slecht is en gevaarlijk, die terug willen naar full reserve banking. Maar dan hebben ze waarschijnlijk nooit echt nagedacht over de consequenties en de nadelen.


Naschrift 20 oktober 2012

Artikel 17 is in feite een noot bij de artikelen 4, 6 en 7.


Copyright © 2012 R. Harmsen. Alle rechten voorbehouden, all rights reserved.